Een jurist wil met taal overtuigen.
Als iemand de voor hem van belang zijnde argumenten met een
conclusie in een goed samenhangend verhaal vertelt of opschrijft,
noemen we dat redeneren.
Redeneren;
Het gaat erom dat gesproken of geschreven zinnen met elkaar in
verband worden gebracht. Tevens wordt een stelling of conclusie
verdedigd.
De bedoeling is om anderen te overtuigen van de juistheid van de
redenering.
Redeneervormen:
1) Geldige;
- Modus ponens:
De redenering heeft twee premissen. De eerste is de
"als-dan"- of voorwaardelijke uitspraak, namelijk dat P
Q impliceert. De tweede premisse is dat P,
het antecedent van het syllogisme, waar is. Uit deze
twee premissen leid je af dat Q, het consequent van
de eerste premisse, waar is.
Een voorbeeld van een syllogisme in de vorm van een
modus ponens is:
Als democratie de beste staatsvorm is, moet
iedereen stemmen.
Democratie is de beste staatsvorm.
Iedereen moet stemmen.
- Modus tollens:
afleidingsregel met twee premissen, waarvan de
eerste een voorwaardelijke uitspraak is waarvan
de consequens door de tweede premisse wordt
ontkend, en wordt wel afgekort tot MT.
Als P, dan Q.
Niet Q.
Dan niet P.
Tussenvraag 7.1
Zin 1 Altijd als voldaan is aan de voorwaarden van art. 7:1 BW, is
sprake van een koopovereenkomst.
Zin 2 Jan en Nel hebben een overeenkomst gesloten die niet een
koopovereenkomst is.
Conclusie Dus is niet voldaan aan de voorwaarden van art. 7:1 BW.
2) Ongeldige.
, Tussenvraag 7.2
De advocaat stelt:
Zin 1 Als er sprake is van een dringende reden, is er sprake van
een gewichtige reden.
Zin 2 Er is geen sprake van een dringende reden.
Conclusie Er is geen gewichtige reden.
Dus:
Zin 1 Als p, dan q
Zin 2 Niet p
Conclusie Dus niet q
De ongeldigheid zit in het feit dat de gewichtige reden ook nog op
een andere manier kan intreden, namelijk wanneer er sprake is van
wijziging in de omstandigheden die billijkheidshalve tot beëindiging
van de arbeidsovereenkomst moet leiden.
Tussenvraag 7.3
De OvJ stelt:
Zin 1 Als diefstal is gepleegd, kan een straf worden opgelegd.
Zin 2 Verdachte heeft diefstal gepleegd.
Conclusi Dus kan verdachte een straf worden opgelegd.
e
Andere redenering:
Zin 1 Als aan de voorwaarden van art. 3:10 Sr is voldaan, kan de
verdachte een straf voor het plegen van diefstal worden
opgelegd.
Zin 2 De verdachte is een straf opgelegd voor het plegen van een
diefstal.
Conclusi Aan de voorwaarden van art. 310 Sr. is voldaan.
e
De redeneringen zijn geldig.
Speciale redeneervormen:
Redenering naar analogie;
- Als de rechter naar analogie redeneert, is hij de mening
toegedaan dat het niet geregelde geval zoveel lijkt op de
wel geregelde situatie, dat hij het niet geregelde geval
onder het wel geregelde laat vallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joanacarneiro1806. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.