100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting 8 Problemen Biologische determinanten! $8.59
Add to cart

Summary

Complete samenvatting 8 Problemen Biologische determinanten!

7 reviews
 141 views  21 purchases
  • Course
  • Institution

Bevat: Probleem 1: naturally selection! (evolutie) Probleem 2: This neuron has potential ! (neuronen) Probleem 3: Is it that simple? (zenuwstelsel en brein) Probleem 4: Prune it! (ontwikkeling zenuwstelsel) Probleem 5: Tell me and I forget, Teach me and I remember, Involve me and I learn (leren en...

[Show more]

Preview 4 out of 65  pages

  • September 27, 2020
  • 65
  • 2020/2021
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: sarahfaris • 2 year ago

review-writer-avatar

By: melanieouwendijk1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: merelvth • 3 year ago

review-writer-avatar

By: kimberleylammers2 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: amadeoadmiraal • 3 year ago

review-writer-avatar

By: rozemarijnnoelle • 3 year ago

review-writer-avatar

By: nigelalexander_1 • 3 year ago

avatar-seller
Blok 2.1 Biologische determinanten van leren en ontwikkeling
Probleem 1 Naturally! Selection!




Gebruikte bronnen:
Buss, D.M (2012) The new science of evolutionary psychology. In evolutionary psychology:
the new science of the mind.
Pinel, J.P.J. & Barnes, S.J. (2014) introduction to biopsychology. (9th ed.). Harlow: pearson
education → H2
Kalat, J.W. (2013). Biological psychology. (11th ed.). Belmont: Wadsworth publishing. → H1
Carlson, N.R. (2010). Psychology of behavior (10th ed.). Boston: Allyn & Bacon. → H1
1. Wat is Darwins evolutietheorie?
Er waren natuurlijk al mensen die biologie onderzochten voor Darwin. Zo had Lamarck een theorie
genaamd catastrophisme. Hij beweerde daarmee dat soorten ontstonden uit rampen zoals
bijvoorbeeld de inslag van een meteoriet. Wat hij daarbij miste was de verklaring hoe verandering
over grotere tijd plaatsvindt en hoe onderdelen van soorten ontstaan, zoals de lange nek van een
giraffe. Darwin nam dat wel mee in zijn evolutie theorie.
1. Wat is natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie is een proces waarbij door variantie, overerving en selectie nieuwe adaptaties
ontstaan die worden doorgegeven van generatie op generatie.
Darwin wilde weten hoe nieuwe soorten ontstonden en verdwenen. Wilde uitleggen hoe het kwam
dat dieren lichaamsonderdelen in bepaalde specifieke vormen hadden (zoals de lange nek bij
giraffen en vleugels van vogels) en wat het doel van deze onderdelen was en hoe ze organisme
hielpen deze doelen te bereiken.,

Op zijn reis op het schip de Beagle nam hij samples van vogels en andere dieren om hier onderzoek
naar te doen. Zo ontdekte hij de Galapagos vinken (finches). Ze hadden allemaal dezelfde
voorouders maar varieerde per eiland zoveel dat je bijna zou kunnen zeggen dat ze tot verschillende
soorten behoorde. Dat kwam omdat de condities op elk eiland net anders waren. Dit ondersteunde
de conclusie van Darwin dat soorten niet onveranderlijk zijn maar over een bepaalde tijdspanne
kunnen veranderen. Na heel veel generaties is alleen de beste vorm overgebleven: natuurlijke
selectie.

,Darwin beweerde dat dit kwam door de natuurlijke selectie. Hij wees leden van soorten aan die erg
verschilde in hun structuur, psychologie en gedrag maar toch van dezelfde soort waren. De
eigenschappen die het belangrijkste waren voor overleving én reproductie worden volgens hem het
vaakst doorgegeven aan toekomstige generaties. Natuurlijke selectie leidt dus tot evolutie. Zo raken
soorten steeds beter aangepast aan hun omgeving.

Inclusive fitness ( theorie van William D. Hamilton). Fitness is de mogelijkheid van een organisme
om te overleven en zijn genen door te geven aan de volgende generatie.
Classical fitnes is genen doorgeven aan nageslacht een op een. Dus het directe voortplantingssucces.
Hamilton vond classical fitness te smal. Er wordt namelijk ook indirect geholpen aan evolutie. Naast
voortplanting moet er namelijk goede verzorging voor het kind zijn om het succes voort te zetten
ook kan een individu broers en zussen helpen om voort te planten. Het gaat dus niet alleen om het
organisme maar ook om de acties ervan.
Daarom kwam de nieuwe term inclusive fitness: de som van het voortplantingsproces van een
individu plus de effecten die acties van een individu hebben op het voorplantingsproces . (0.5 voor
broers zussen, 0.25 voor grootouders etc.).

De evolutie door natuurlijke selectie ontstond uit drie onderdelen:
• Variatie → organismen variëren op allerlei manieren. Variatie is essentieel voor het proces
van evolutie. Het geeft als het ware de ruwe onderdelen voor evolutie.
• Overerving → voor het evolutie proces zijn alleen de variaties die via overerving worden
doorgegeven van belang.
• Selectie → organismen met bepaalde erfelijke eigenschappen laten meer nageslacht na,
omdat de erfelijke eigenschappen die zij doorgeven van belang zijn bij de overleving of
voortplanting.
2. Wat is seksuele selectie?
Aanpassingen worden gedaan door succesvol paren en dit kan op twee manieren intra-seksueel en
interseksueel.
Darwin was kritisch op zijn eigen theorie. Hij kwam er achter dat soorten ook onderdelen hadden die
niet te maken hadden met overleving of reproduceren. Daarom kwam hij met een tweede
evolutionaire theorie. De theorie van seksuele selectie. Deze focust zich op adaptaties die een
gevolg waren van succesvolle voortplanting. Er zijn twee manieren waarop seksuele selectie zich
voor kan doen:
1. Intra-seksuele competitie → dit is een competitie die plaatsvindt tussen leden van dezelfde
sekse. De winnaar (degene die bijvoorbeeld de meeste indruk maakt) plant zich voort en bij
de ander kan dit niet meer omdat hij geen partner heeft. De kwaliteiten die er voor zorgen
dat een dier kan paren worden doorgegeven aan het nageslacht.
2. Interseksuele selectie → vrouwtjes hebben een aantal kwaliteiten die ze zoeken in een
partner als het mannetje deze kwaliteiten heeft worden ze eerder uitgekozen om te paren.
Dus de meest succesvolle in paren wint.

Naast seksuele en natuurlijke selectie zijn er meer oorzaken van de evolutie. Er kunnen ook
veranderingen plaatsvinden door ‘genetic drift’. Dit zijn toevallige veranderingen in de genetische
samenstelling van de populatie. Dit kan komen door verschillende processen:
1. Founder effects→ als een klein deel van de populatie zich afzondert en niet meer
representatief is voor de rest van de populatie.

, 2. Genetic bottlenecks (genetische belemmeringen) → de populatie verkleint door grote
rampen, zoals een aardbeving. Van de overlevenden heeft maar een klein deel de originele
gene.
3. Mutatie → een willekeurige verandering in het DNA. Eigenlijk een klein foutje bij het
kopiëren van DNA.
• Als mutaties worden doorgegeven aan het nageslacht moeten de mutaties
plaatsvinden in de geslachtscellen.

De evolutie had bracht als het ware drie producten voort :
1. Adaptaties: dit zijn overgeërfde en ontwikkelde kenmerken die door de natuurlijke selectie
ontstaan. Dit gebeurd omdat ze oplossingen met zich meebrengen voor bestaande
problemen en ze bevorderen de reproductie van organismen.
• De genen moeten veranderd zijn door voortplanting
• Een adaptie moet zich ontwikkelen voor de hele normale populatie van een
deersoort, dus niet bijvoorbeeld voor maar een sekse.
• Het kan zijn dat de adaptie nog niet direct bij de geboorte aanwezig is maar met de
loop der jaren komt.
2. Bij producten: ze worden bijgedragen met kenmerken die wel een functie hebben. Zo is de
navel bijproduct van de navelstreng.
3. Ruis : dit zijn random effecten die worden geproduceerd door krachten als mutatie,
veranderingen in de omgeving, veranderende effecten tijdens de ontwikkeling. Dit is een
variatie die dan altijd zal blijven bestaan maar heeft verder geen invloed op het
voortbestaan van de soort bijvoorbeeld de oogkleur.
3. Wat is het bewijs voor de evolutietheorie
Darwin was niet de eerste die zei dat soort en langzaam veranderen maar hij was wel een van de
eersten die met veel bewijs voor de evolutie kwam. Darwin had drie soorten bewijs om het feit dat
soorten evolueren te ondersteunen.
1. Hij documenteerde de evolutie van fossiele gegevens door meer recente geologische lagen.
Op deze manier kwam hij erachter dat fossielen veranderd waren
2. Homologieën: Hij beschreef opvallende, structurele gelijkenissen tussen levende soorten (de
menselijke hand, vleugel en katten poot) hiermee deed hij de suggestie dat ze waren
geëvolueerd van eerdere voorouders.
o Er zijn ook analogieën het lijkt daarbij alsof twee soorten de zelfde voorouder
hebben maar dat is niet zo. Bijvoorbeeld vogels en bijen hebben allebei vleugels
maar deze hebben niet dezelfde functie.
3. Adaptaties : Hij verwees naar de belangrijke veranderingen in huiselijke planten en dieren
door programma’s met selectieve teelt. (Pinel, boek). Dit zijn selectieve fokprogramma’s.
4. Wat zijn misconcepties over de evolutietheorie
1. Menselijk gedrag is genetisch bepaald → genetisch determinisme zegt dat mensen weinig
worden beïnvloedt door de omgeving. Dat is niet zo naast geëvolueerde adaptaties zijn het
ook omgevingsinvloeden die zorgen voor de activatie daarvan.
2. Als het evolueert dan kun je dit niet veranderen → mensen kunnen hun gedrag juist wel
veranderen, bijvoorbeeld door educatie.
3. De huidige mechanisme is optimaal ontworpen → mensen blijven evolueren en zich
ontwikkelen en het huidige mechanisme is dus niet optimaal want er zijn onderdelen van
vroeger die in deze tijd eigenlijk onhandig zijn.

, o Bijvoorbeeld verlangen naar veel vetten in voedsel omdat voedsel schaars is. Nu zou
dat zorgen voor hartaanvallen
o Kosten van adaptie: als iedereen heel bang zou zijn voor giftige roofdieren zou
iedereen binnen blijven. Maar de baten van naar buiten gaan zijn zo hoog dat ze niet
opwegen tegen de kosten van binnen blijven.
4. Het wel of geen gebruik maken van een structuur of gedrag zorgt voor evolutionaire
verandering → bijvoorbeeld het heel veel of juist helemaal niet gebruiken van een
lichaamsdeel veranderd de genen niet
5. Mensen zijn gestopt met evolueren
6. Evolutie betekent verbetering, dat is namelijk niet altijd zo
7. Evolutie verloopt niet altijd langzaam, snelle veranderingen kunnen worden getriggerd door
plotselinge veranderingen in de omgeving of door adaptieve genetische mutaties.
8. Evolutie heeft een doel. Klopt niet want het is geen bewust proces.


2. Hoe werkt overerving?
Gregor mendel liet zien dat overerving maar gedeeltelijk gebeurde. De eigenschappen van ouders
worden niet samengesmolten (blended) maar worden als gehele pakketten doorgegeven aan hun
nakomelingen, dit zijn de genen. Darwin zei juist wel dat genenpakketten gemengd zouden worden
Ouders kunnen deze genen niet door geven in de vorm van ervaringen maar geven alleen de genen
door waarmee ze geboren zijn. Een gen is dus een kleine eenheid die intact blijft wanneer hij geërfd
wordt. Dit in tegenstelling tot genotypes. Dat is de verzameling van genen van een individu, deze
blijven niet intact tijdens het doorgeven aan nakomelingen. Je erft namelijk de helft van je vader en
de andere helft van je moeder.

Mendel deed een studie naar erfelijkheid met erwt planten. Hij bestudeerde daarbij dichotome
eigenschappen én besloot zijn experimenten te beginnen door het kruisen van nakomelingen van de
‘originele’ kweeklijnen (true breeding lines). Dichotome eigenschappen zijn eigenschappen die maar
op een manier kunnen voorkomen of de ene manier of de andere. Bijvoorbeeld met erwt planten. Ze
hebben of bruine zaden of witte zaden. De ‘originele kweeklijnen’ zijn lijnen waarbij twee leden
altijd nageslacht produceren met dezelfde eigenschap. (bijvoorbeeld bruine zaden), generatie na
generatie.
Gen : kleinste unit die intact wordt overgeërfd
Genotype : volledige verzameling genen van een individu. We erven een helft van onze moeder en
een helft van onze vader en dat is de moderne synthese, een combinatie van de theorie van Darwin
en van Mendel.

De theorie van overerving had twee speerpunten:
1. Ieder organisme is uniek (variatie)
2. Er moet sprake zijn van een keuzeproces (selectie)
Overerving gaat via de genen. Die bevinden zich in chromosomenparen. Elk paar heeft een gen van
de man en de vrouw en deze genen bevinden zich weer in het DNA. DNA maakt RNA
(Ribonucleïnezuur Dit kopieert de genetische informatie die opgeslagen is in het DNA. Daar ontstaan
eiwitten uit die het fenotypische uiterlijk laten zien. In geslachtscellen zitten 23 enkele
chromosomen die na de bevruchting weer paren worden. Allelen (één allel is één gen variant) zijn
dominant of recessief → een is van vader en een is van moeder de dominante overheerst in het
fenotype.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneeeltink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.59  21x  sold
  • (7)
Add to cart
Added