100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Goederen- en Insolventierecht stappenplan probleem 1 $6.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Goederen- en Insolventierecht stappenplan probleem 1

1 review
 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een stappenplan (samenvatting) van probleem 1 van het vak Goederen- en Insolventierecht.

Preview 2 out of 12  pages

  • September 28, 2020
  • 12
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: karolina0941 • 3 year ago

avatar-seller
Stappenplan probleem 1 – Goederen- en Insolventierecht.

Wat zijn beperkte genotsrechten? (vraag 1)
Welke zijn er?
Waarop kan je ze vestigen?
Waarop kan je ze gebruiken?
Wat is de duur van het recht en vergoeding?

Stap 1  art. 3:8 BW: beperkte recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend
recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard.
Soorten beperkte rechten:
 Gebruiks- of genotsrechten: vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal.
 Zekerheidsrechten: pand en hypotheek.

Stap 1a  Vier belangrijke punten:
 De inhoud van beperkte rechten wordt door de wet dwingend bepaald.
 Droit de suite: beperkte genotsrechten volgen het goed waarop zij rusten, en kunnen
met een goederenrechtelijke actie tegen inbreuken door de hoofdgerechtigde of
door derden worden beschermd.
 Prioriteitsbeginsel: het oudere beperkte recht op een goed gaat boven een jonger
beperkt recht op datzelfde goed.
 Indien het gaat om gebruiks- of genotsrechten ‘op contractuele basis’ zijn partijen,
binnen de algemene grenzen van goede zeden en openbare orde, vrij het contract de
inhoud te geven die zij willen (vormvrijheid).
o Contractsvrijheid is de regel, dwingend recht is de uitzondering.
o Redelijkheid en billijkheid bepalen mede de inhoud en wijze van uitoefening
van het contractuele gebruiksrecht.
o Geen derdenwerking.

Stap 1b  Soorten beperkte genotsrechten: het recht van vruchtgebruik,
erfdienstbaarheden; het recht van erfpacht en het recht van opstal.

Stap 2  Het recht van vruchtgebruik (art. 3:201 BW  essentie). Vruchtgebruik kan op alle
goederen (zaken en rechten) rusten. Rust het vruchtgebruik op een zaak dan is het een
beperkt zakelijk genotsrecht.

Stap 2a  Kernbevoegdheden van de vruchtgebruiker:
1. Vruchttrekking: art. 3:201 BW  het recht om van het vruchtgebruikgoed de
vruchten te genieten; hij wordt daarvan ook rechthebbende volgens vruchttrekking.
Hem komen immers alle vruchten toe, die tijdens het vruchtgebruik afgescheiden of
opeisbaar worden (art. 3:216 jo. 5:17 BW). Hieronder vallen zowel natuurlijke als
burgerlijke vruchten (art. 3:9 BW). Bij de vestiging van het vruchtgebruik kan worden
bepaald wat m.b.t. het vruchtgebruik als vrucht moet worden beschouwd (art. 3:216
BW).
2. Gebruik en verbruik: art. 3:207 lid 1 BW.
a. Verbruiken: het door eenmalig of langdurig gebruik, overeenkomstig de
bestemming, doen tenietgaan van het goed voor de gebruiker, zodanig dat

, herhaald gebruik is uitgesloten; bijv. brandstoffen, rook-, drink- en
etenswaren.
b. Of een zaak verbruikt mag worden, zal mede afhangen van de partijbedoeling.
3. Beheer; algemeen: art. 3:207 lid 2 BW: de vruchtgebruiker is bevoegd tot alle
handelingen die tot een goed beheer van het vruchtgebruikgoed dienstig kunnen zijn.
4. Beheer; inning vorderingen:
 Art. 3:210 lid 1 BW  de bevoegdheid om van aan het vruchtgebruik
onderworpen vorderingen in en buiten rechte nakoming te eisen en
betalingen in ontvangst te nemen.
 Art. 3:210 lid 2 BW  de bevoegdheid om, indien dat tot een goed beheer
dienstig kan zijn, overeenkomsten te ontbinden en op te zeggen.
 Bij de vestiging kunnen deze bevoegdheden worden uitgesloten.
 Kwijtschelding zal door de vruchtgebruiker en hoofdgerechtigde tezamen
moeten geschieden (art. 3:207 lid 2 BW).

Stap 2b  Restitutie: art. 3:225 BW  op de vruchtgebruiker rust de verplichting om na
afloop van het vruchtgebruik de vruchtgebruikgoederen ter beschikking van de
hoofdgerechtigde te stellen, en wel in de al dan niet gebruikte staat waarin zij zich dan
bevinden.
 Ter beschikking stellen van de goederen: het verrichten van alle handelingen die
nodig zijn om de hoofdgerechtigde in staat te stellen zijn rechten uit te oefenen.

Stap 2c  Ontstaan: art. 3:202 BW  het recht van vruchtgebruik is een beperkt recht en
zodanig onderworpen aan de regels die gelden voor het ontstaan van beperkte rechten in
het algemeen. Meestal zal het recht van vruchtgebruik ontstaan door vestiging.

Stap 2d  Duur: art. 3:203 lid 2 BW  de duur van het vruchtgebruik is beperkt tot het
leven van de vruchtgebruiker. Het kan wel voor een kortere (niet voor een langere) termijn
worden gevestigd.
 Het vruchtgebruik kan worden gevestigd t.b.v. 2 of meer personen, hetzij
gezamenlijk, hetzij bij opvolging, mits zij allen op het ogenblik van de vestiging al
bestaan (art. 3:203 lid 1 BW).
 Het vruchtgebruik kan tevens worden gevestigd t.b.v. een rechtspersoon (bijv. een
stichting). Hiervoor geldt art. 3:203 lid 3 BW.
o Vruchtgebruik eindigt door ontbinding of, in ieder geval, na verloop van 30
jaren.
 De duur van het vruchtgebruik wordt niet beïnvloed door overdracht of bezwaring
ervan ten gunste van een derde (art. 3:233 BW).

Stap 3  Het recht van erfpacht (art. 5:85 lid 1 BW). Het recht van erfpacht is een beperkt
zakelijk genotsrecht dat uitsluitend op een onroerende zaak kan rusten.
 Erfpachter is degene aan wie het recht toekomt.
 Erfverpachter is degene wiens onroerende zaak met erfpacht is bezwaard.
De erfpachter heeft in beginsel hetzelfde genot van de zaak als een eigenaar, inclusief een
essentiële eigenaarsbevoegdheid als vruchttrekking.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mandy13. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49051 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.90
  • (1)
Add to cart
Added