Stap 1 Definitie bestuursorgaan = de eenheid waaraan bestuursrechtelijke
bevoegdheden, rechten en plichten kunnen toekomen. De eigen persoonlijkheid van die
eenheid heeft een aantal kenmerken:
1. Het bestuursorgaan oefent de bevoegdheid uit op eigen naam en
verantwoordelijkheid.
2. Het bestuursorgaan treedt in beroep op als verwerende partij wanneer een
bevoegdheidsuitoefening in beroep wordt bestreden.
3. Bestuursorganen kunnen in een bestuursrechtelijke voorziening ook als eisende of
appellerende partij optreden.
Stap 2 Onderscheid tussen a- en b-bestuursorganen (‘fulltime’ en ‘parttime’
bestuursorganen):
a. Organen van rechtspersonen, ingesteld krachtens publiekrecht art. 1:1 lid 1 sub a
Awb.
Rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld;
i. De oorsprong of het ontstaan van een rechtspersoon, ingesteld
krachtens publiekrecht, moet gezocht worden in de wet (art. 2:1 BW).
ii. Rechtspersonen kunnen enkel via hun organen handelen. Uit statuten
en reglementen vloeit voort welke organen namens hem kunnen
handelen.
Orgaan van rechtspersonen, ingesteld krachtens publiekrecht;
i. Zelfstandige taak: er moet worden bekeken welke personen/colleges
binnen de rechtspersoon een zodanig zelfstandige taak vervullen of
zelfstandige plaats innemen, dat ze als orgaan daarvan zijn aan te
merken. De organisatiestructuur moet, bij gebrek aan statuten,
worden afgeleid uit de desbetreffende organisatie- of instellingswet.
ii. In de wet: een persoon/college kan als orgaan van een krachtens
publiekrecht ingestelde rechtspersoon worden aangemerkt indien de
persoon/college in de wet gepresenteerd wordt als (onderdeel van)
het bestuur van de rechtspersoon.
Enkel genoemd worden in de organisatie- of instellingswet is niet
voldoende. Een persoon/college moet op een zodanige wijze in de wet
worden neergezet dat deze persoon/college een zelfstandige
plaats/functie heeft gekregen binnen (de organisatie van) de
rechtspersoon.
Uitzonderingen art. 1:1 lid 2 Awb en art. 1:1 lid 3 Awb.
b. Andere personen en colleges met enig openbaar gezag bekleed art. 1:1 lid 1 sub b
Awb.
Enig openbaar gezag:
i. Het kunnen uitoefenen van een publiekrechtelijke bevoegdheid
waarmee de rechtspositie van rechtssubjecten wordt bepaald (dus het
verrichten van rechtshandelingen of het nemen van besluiten);
, ii. Uitgangspunt is dat openbaar gezag slechts bij wettelijk voorschrift
kan worden toegekend.
iii. VNG ‘bekleed zijn met enig openbaar gezag’ r.o. 2.4.1 + 2.4.2.
iv. Schiphol Regio bijzondere omstandigheden = uitzondering op het
uitgangspunt.
1. Inhoudelijke vereiste: de inhoudelijke criteria voor het
verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen
worden in beslissende mate bepaald door een of meer
bestuursorganen als bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
2. Financiële vereiste: de verstrekking van deze uitkeringen of
voorzieningen wordt in overwegende mate (voor twee derden
of meer) gefinancierd door een of meer bestuursorganen als
bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
3. Het bestuursorgaan dat of de bestuursorganen die in
beslissende mate de criteria bepalen in de zin van het
inhoudelijke vereiste, hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde
te zijn als het bestuursorgaan dat of de bestuursorganen die de
verstrekking in overwegende mate financieren in de zin van het
financiële vereiste.
v. Uitzondering: art. 1:1 lid 2 Awb.
1. Koningin & Kabinet van de koningin Koningin en het Kabinet
zijn beide geen bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 Awb.
vi. Uitzondering op de uitzondering: art. 1:1 lid 3 Awb.
Wanneer is iemand een belanghebbende? (vraag 2)
Stap 1 Criteria om te bepalen of iemand belanghebbende bij een besluit is:
Art. 1:2 lid 1 Awb: ‘Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang
rechtstreeks bij een besluit is betrokken’.
1. Ten eerste moet er een belang zijn;
a. Ondervindt de potentiële belanghebbende een feitelijk effect van een besluit?
2. Ten tweede moet het belang aan iemand toekomen;
a. Degene wiens rechtspositie door zo’n individueel besluit (beschikking) wordt
bepaald, is belanghebbende/normadressaat hij is de geadresseerde van
de norm die door de beschikking wordt gesteld.
b. Met de geadresseerde wordt meestal gedoeld op degene aan wie een besluit
per brief wordt gestuurd. Meestal zal de normadressaat dezelfde zijn als de
geadresseerde van de brief waarin de beschikking is verwoord. Dit is niet
altijd zo:
i. Als iemand bijvoorbeeld vraagt om de intrekking van de drank- en
horecavergunning van een discotheek, dan zal hij wel geadresseerde
zijn van de brief waarin de beslissing op dat verzoek is verwoord. Maar
de eigenaar van de discotheek is de normadressaat van de eventuele
intrekking van de vergunning: zijn rechtspositie zal immers
veranderen.
3. Ten derde moet het belang rechtstreeks betrokken zijn bij een besluit;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mandy13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.