Wanneer gebruik je een dagvaardingsprocedure en wanneer een verzoekschriftprocedure?
(vraag 1)
Stap 1 Het gesloten systeem:
Indien het geen verzoekschrift is, moet het een dagvaarding zijn.
Dagvaarding art. 78 Rv ; en
Verzoekschrift art. 261 Rv.
Stap 2 De belangrijkste verschillen tussen de procedures:
De dagvaardingsprocedure vangt meestal aan met een dagvaarding;
De verzoekschriftprocedure wordt ingeleid met een schriftelijk verzoek ingediend bij de
griffie van de bevoegde rechterlijke instantie;
De relatieve competitie is per procedure vorm verschillend geregeld. In
dagvaardingszaken is in beginsel de rechter van de woonplaats van de gedaagde
bevoegd. In verzoekschriftzaken is de rechter van de woonplaats van de verzoeker
bevoegd;
Bij een dagvaardingsprocedure wordt bij vonnis uitspraak gedaan en bij het
verzoekschrift volgt een beschikking (verschil in procedure);
De opstelling van de rechter in de dagvaardingsprocedure is minder actief dan in de
verzoekschriftprocedure, niettemin is de rechter in de dagvaardingsprocedure meer
afhankelijk van de partijen dan in de verzoekschriftprocedure;
Het gebruik in de wet van de termen ‘vordering’ en ‘vorderen’ duidt op
dagvaardingsprocedure en ‘verzoek’ en ‘verzoeken’ op een verzoekschriftprocedure.
Wat staat er in de dagvaarding? (vraag 2)
Stap 1 Definitie van de dagvaarding:
“De dagvaarding is het gedingstuk wat bij de gedaagde door de deurwaarder in opdracht van
de eiser wordt opgeroepen om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen ter zake van
een door de eiser tegen de gedaagde in te stellen rechtsvordering.”
Het voorschrift dat de dagvaarding bij deurwaardersexploot moet worden uitgebracht wil
verzekeren dat de gedaagde bekend wordt met het tegen hem aanhangig te maken geding,
zodat hij de mogelijkheid heeft tegen de eiser verweer te voeren (beginsel hoor en wederhoor,
art. 19 Rv)
Stap 2 De dagvaarding is de eerste proceshandeling (art. 111 Rv).
Het geschiedt bij exploot (lid 1).
Stap 2a Definitie exploot (art. 45 Rv):
“Een ambtsedig proces-verbaal betreffende een door de deurwaarder verrichtte
ambtshandeling.”
Een exploot kan zowel een mededeling overbrengen of een beslag, het hoeft niet altijd een
dagvaarding te zijn
, Stap 2b Uitbrengen exploot: de raadsman stelt de dagvaarding op en stuurt deze naar de
deurwaarder die de dagvaarding vervolgens uitbrengt.
Drie manieren:
1. Aan de gedaagde in persoon (art. 46 lid 1 en 3 Rv);
2. Aan de woonplaats van de gedaagde (art. 46 lid 1 en 47 lid 1 Rv)
a. Art. 46 lid 1 Rv: twee mogelijkheden;
b. Art. 47 lid 1 Rv: een mogelijkheid.
3. Door middel van terpostbezorging (art. 47 lid 1 tweede zin Rv).
Uitzondering: als de huisgenoot van de gedaagde die de dagvaarding in ontvangst nam deze
niet aan de gedaagde ter hand heeft gesteld, is de dagvaarding niet ongeldig. Het is voor het
risico van de gedaagde
Bijzondere regelingen met betrekking tot uitbrengen voor het exploot: art. 48 t/m art. 55 & art.
63 Rv.
Rechtspersoon Van rechtspersonen moet de aard van hun rechtspersoonlijkheid, hun
statutaire naam, eventuele handelsnaam, plaats van statutaire vestiging en/of kantoor-
of filiaaladres te worden vermeld
Art. 64 Rv Wanneer je geen exploot mag uitbrengen.
Art. 65 Rv Nietigheid van het exploot.
Stap 3 Inhoud van de dagvaarding (art. 45 lid 3 & art. 111 sub 2 sub a t/m l Rv).
Stap 3a De woonplaatskeuze van de eiser (art. 111 lid 2 sub a, art. 79 lid 2 Rv en art. 80 lid 4
Rv).
In veel gevallen wordt in deze woonplaatskeuze voorzien doordat woonplaats geacht wordt te
hebben gekozen bij zijn advocaat dan wel zijn gemachtigde.
Stap 3b De voor de eiser optredende gemachtigde of advocaat (art 111 lid 2 sub b en c, art
128 en art. 407 lid 3 Rv).
Art. 111 lid 2 sub c en 128 Rv civiel recht verplichte procesvertegenwoordiging
Art. 111 lid 2 sub b Rv kantonrecht niet verplichte procesvertegenwoordiging
Art. 79 en 80 Rv gaat over procederen in persoon of bijstand of vertegenwoordiging bij
procederen in persoon.
Stap 3c Gronden van de eis (art. 111 lid 2 sub d en art. 111 lid 3 Rv).
Art. 111 lid 2 sub d Rv De stelplicht en de daarbij horende motiveringsplicht.
o Obscuur libel als de dagvaarding wel gronden voor de eis bevat maar deze
zodanig vaag of innerlijk tegenstrijdig zijn dat de gedaagde niet weet waartegen
hij zich heeft te verweren dan wel dat de rechter niet in staat is een beslissing te
geven.
Art. 111 lid 3 Rv Substantiëringsplicht (bewijsaandraagplicht): deze plicht moet ertoe
bijdragen dat partijen zich in de procedure rekenschap geven van hetgeen daarvoor is
voorgevallen, niet slechts ten aanzien van hun materiële verhouding, maar ook ten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mandy13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.