Summary
Samenvatting Aardrijkskunde HAVO 4, Hoofdstuk 1 (BuitenLand): WERELD Wereldbeeld
- Course
- Institution
Samenvatting Aardrijkskunde HAVO 4, Hoofdstuk 1 (BuitenLand): WERELD Wereldbeeld
[Show more]Preview 2 out of 9 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Noem 2 manieren waarop je welvaart kunt meten.
Answer: 1. BNP/BBP per inwoner (wordt het vaakst gebruikt) 2. Verdeling van de beroepsbevolking: landbouw, industrie en diensten
2.
2. Vul de volgende zinnen in: a. Hoe ........... mensen in de landbouw hoe ........... een land. b. Hoe ........... mensen in de diensten hoe ...........een land.
Answer: a. Hoe meer mensen in de landbouw hoe armer een land. b. Hoe meer mensen in de diensten hoe rijker een land.
3.
Waarom heeft de Verenigde Naties (VN) een VN-ontwikkelingsindex / VN-welzijnsindex opgesteld?
Answer: Om naar meer te kijken dan alleen naar welvaart. Namelijk de levensomstandigheden, het welzijn, van mensen.
4.
Welke 3 indicatoren gebruikt de VN om tot het VN-welzijnsindexcijfer te komen. Leg kort per indicator uit wat deze inhoudt.
Answer: 1. BNP per hoofd = wat een inwoner van een land gemiddeld verdient per jaar. 2. Analfabetisme = niet kunnen lezen en schrijven 3. Levensverwachting = hoe oud een inwoner van een land gemiddeld wordt.
5.
Welke 4 nadelen zitten er aan het bbp per hoofd als maatstaf bij het meten van welvaart?
Answer: a. Koopkracht verschilt per land. (In Ghana is brood goedkoper dan in Nederland.) b. De informele sector wordt niet meegeteld. (Dus BNP per inwoner is minder laag dan er officieel gemeten wordt.) c. Het is slechts een gemiddelde. Het zegt niets over de sociale ongelijkheid => de verschillen tussen arme en rijke mensen. d. Het is slechts een gemiddelde. Het zegt niets over de regionale ongelijkheid => de verschillen tussen gebieden binnen een land.
6.
Welke 4 nadelen zitten er aan het bbp per hoofd als maatstaf bij het meten van welvaart?
Answer: a. Koopkracht verschilt per land. (In Ghana is brood goedkoper dan in Nederland.) b. De informele sector wordt niet meegeteld. (Dus BNP per inwoner is minder laag dan er officieel gemeten wordt.) c. Het is slechts een gemiddelde. Het zegt niets over de sociale ongelijkheid => de verschillen tussen arme en rijke mensen. d. Het is slechts een gemiddelde. Het zegt niets over de regionale ongelijkheid => de verschillen tussen gebieden binnen een land.
7.
Wat is het verschil tussen de formele sector en de informele sector?
Answer: De formele sector zijn de officiële banen in een land waar belasting over wordt betaald. De informele zijn de vaak zelfverzonnen banen in een land waar geen belasting over wordt betaald.
8.
Wat is het verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid?
Answer: Sociale ongelijkheid = verschil in welvaart tussen mensen in 1 land. Regionale ongelijkheid = verschil in welvaart tussen gebieden 1 land.
9.
Noem een land met een hoge sociale ongelijkheid en noem een land met een hoge regionale ongelijkheid.
Answer: Sociale ongelijkheid: Saoedi Arabië, Qatar Ruimtelijke ongelijkheid: China, Italië
10.
Wat is het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?
Answer: • Bevolkingsdichtheid = gemiddeld aantal inwoners per km2 • Bevolkingsspreiding = hoe de bevolking verspreid is over een gebied
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robrechtstevens. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
49270 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now