100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting probleem 1 t/m 4 blok 4.1 Diagnostiek, Orthopedagogiek $5.92
Add to cart

Summary

Samenvatting probleem 1 t/m 4 blok 4.1 Diagnostiek, Orthopedagogiek

1 review
 80 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting uit 2020 van alle problemen (1 t/m 4) voor blok 4.1 Diagnostiek, master Orthopedagogiek op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit jaar is er nieuwe literatuur toegevoegd welke opgenomen zijn in de samenvatting. Gebruik gemaakt van kleur voor overzicht en met samenvatting aan ...

[Show more]
Last document update: 4 year ago

Preview 4 out of 59  pages

  • September 28, 2020
  • October 1, 2020
  • 59
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lisahomburg • 2 months ago

avatar-seller
Samenvatting blok 4.1

Probleem 1: Onwil of onkunde

Bronnen
Didden H1, 7, 17 en 18, 44 p
Dosen H17, 21 p
Schuiringa (artikel) 12 p
Plomin (artikel) 15 p
Flynn (artikel) 21 p
Goodman (artikel) 10 p
Crocker (artikel) 13 p
Ponsioen (artikel) 5 p
Emerson (artikel) 11 p

Leerdoel 1: Welke samenhang is er tussen cognitief functioneren en gedragsproblemen?

LVB en psychiatrische stoornissen: algemene informatie

Didden H1

LVB en psychiatrische stoornissen
 Mensen met LVB hebben verhoogde kans om psychiatrische stoornis te ontwikkelen  Leven in
ingewikkelde maatschappij die hoge eisen stelt aan hun cognitieve en adaptieve vaardigheden. Bij
onvoldoende steun uit eigen netwerk is kans op stoornis groot.
 Voornamelijk kinderen en jongvolwassenen met LVB hebben grotere kans op psychiatrische stoornis, bij
volwassenen niet eenduidig uit onderzoek gebleken.
 Twee redenen waarom kans psychiatrische stoornis bij LVB groter:
o Aantal risicofactoren groter, en beschermende factoren kleiner  Beperkingen in sociale en
probleemoplossingsvaardigheden, affectregulatie en aanpassingsvermogen.
o Bij LVB komen vaker somatische en genetische afwijking voor welke samenhangen met
psychiatrische stoornissen  Problemen met informatieverwerking, aandacht en
zelfredzaamheid maken vatbaar voor stoornis.

Biopsychosociaal model en integratieve benadering
 Biopsychosociaal model: Een psychische stoornis is het gevolg van ingewikkeld samenspel van
genetische factoren, persoonlijkheidskenmerken en omgevingsinvloeden. Stoornis is resultaat van
transactioneel proces tussen individu en omgeving.
o Bij LVB belangrijk: Emotionele ontwikkeling  Vaak onvoldoende oog voor vertraging.
 Behandeling en diagnostiek moet multidisciplinair zijn, rekening houden met (emotionele) behoeften van
individu.

Problematische levensloop en interactie van risicofactoren
 Weinig bekend over manier waarop sociale omstandigheden waar LVB in opgroeien volwassen leven
beïnvloedt.
o Uit onderzoek blijkt niet laag IQ, maar lage SES van invloed op levensloop van mensen met
LVB.
o Mensen met LVB hebben gemiddeld een problematischere levensloop, waardoor groter aantal
risicofactoren die kans op problemen geestelijke gezondheid vergroot.

Oorzaken van LVB
 Two group approach  Onderscheid tussen neurobiologische en familiair-culturele oorzaken VB.
o Familiair bepaald: Genetische aanleg, overeenkomstige fysieke en sociale omgeving.
 Neonatale en obstetrische complicaties  Vroeggeboorte, opname als baby, moeite
borstvoeding.
o Neurobiologisch bepaald (bij ernstige verstandelijke beperking)
 Vaak ook epilepsie, cerebrale parese of een syndroom

Didden H7

Gedragsstoornissen en agressief gedrag
 Gedragsproblemen  Alle vormen van externaliserend probleemgedrag. Sociaal disfunctioneren
 Gedragsstoornissen  Dimensionaal, wordt vastgesteld in welke mate ernst van gedragingen zich
voordoen.

,  DSM-5:
o Gedragsstoornissen vallen onder disruptieve, impulsbeheersings- en andere
gedragsstoornissen.
 ODD
 CD
 Antisociale persoonlijkheidsstoornis
 Periodieke explosieve stoornis
 Kleptomanie
 Pyromanie
o Oppositioneel-opstandige stoornis (ODD)
 Gekenmerkt door patroon van boze en prikkelbare stemming, brutaal en
ongehoorzaam gedrag, ontevredenheid, wat minstens een halfjaar duurt.
 Twee symptomenclusters:
 Dwars en uitdagend gedrag  Opstandig zijn, ruzie maken met
volwassenen, andere opzettelijk ergeren, andere de schuld geven.
 Problemen met emotieregulatie en stemming  Boos, ontevreden,
prikkelbaar en driftig gedrag.
o Normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)
 Repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij grondrechten, regels, normen of
waarden van andere worden geschonden.
 Gedragsstoornissen bij VB
o Risicofactoren: Zowel sprake van omgevingsinvloed als invloed kindfactoren.
 Genetische afwijkingen
 Executief disfunctioneren
 Moeilijk temperament
 Lage verbaliteit
 Verminderd sociaal inzicht
 Sociale vaardigheden
 Armoede
 Mishandeling
 Verwaarlozing
 Verstoorde primaire hechtingsrelaties
 Lage SES
o Veel sprake van comorbiditeit
 Vooral bij LVB is de kans groot dat de gedragsstoornis langdurig blijft bestaan.
 Agressief gedrag  Verhoogt risico bij LVB.
o Verhoogt kans op crisisinterventies, -opnamen, schooluitval, opname in instelling, separatie en
psychofarmacagebruik.
o Agressie  Gedrag dat (potentieel) schade veroorzaakt bij een andere persoon of een ander
voorwerp.
 Verbaal vs fysiek
 Tegen personen vs tegen voorwerpen
 Reactief vs proactief
o Resultaat van interactie risico- en beschermende factoren in biopsychosociaal model.
 Mannelijk geslacht zijn
 Ernstige VB
 ASS
 Beperking sociale, communicatieve en adaptieve vaardigheden
 Leeftijd
 Vijandigheid
 Moeite sociale-informatieverwerking
 Voorgeschiedenis gewelddadig gedrag
 Stemmingsproblemen
 Gedragsstoornissen
 Problemen impulsbeheersing
 Niet-aangeboren hersenletsel
 Epilepsie
 Genetische afwijking/syndroom

Behandeling
 Urgent bij vroege aanvang, veel verschillende symptomen, gedragsproblemen meer voorkomen, in
verschillende situaties en als agressief gedrag wordt waargenomen.

,  Veel behandelingen zijn minder effectief wanneer er sprake is van een gedragsstoornis en LVB. Wel
effectief blijkt:
o Oudertraining op gedragstherapeutische basis.
o Systeemgerichte behandelingen (MST, MDFT).
o Aanpassen gebruikelijke behandeling.
 Medicatie: Langzaam opbouwen en niet langdurig geven.

Dosen H17

Impulsiviteit en impulscontrolestoornis bij mensen met verstandelijke beperking
 Impulscontrolestoornis  plotselinge ontlading van agressief gedrag of gedrag dat door sublimatie van
agressie ontstaat. Stadia:
o Emotionele lading
o Spanning, boosheid, woede, agressie
o Ontspanning
o Spijt, schuldgevoel
 Bij mensen met vb komen vergelijkbare ontladingen voor, echter zijn stadia niet altijd herkenbaar.
o Impulscontrole afhankelijk van ontwikkelingsniveau van persoon.
o Mensen met vb vaker risico op stoornis impulscontrole dan gewone populatie.
o Vaker verstoring in het BIS
 Verstoring in impulsiviteit kan leiden tot andere psychiatrische beelden

LVB en psychiatrische stoornissen: onderzoeken

Goodman

Inleiding
 Epidemiologisch onderzoek: suggereert dat een lager IQ bij kind verhoogt risico geeft op emotionele en
gedragsproblemen, ook binnen de normale range van intelligentie.
 Huidige studie:
o Uitgevoerd in Maudsley ziekenhuis.
o Sprake van psychiatrische setting, benadrukt multidisciplinaire evaluaties, gebruikt meerdere
informanten en directe observaties om problemen te evalueren.
o Symptomen en syndromen worden routinematig vastgelegd op gestandaardiseerde ‘item
sheets’, hierdoor is psychiatrische presentatie zowel dimensionaal als categorisch.
o Focus: Relatie tussen veel voorkomende kinderpsychopathologie en normale IQ variatie.

Methode
 Sample:
o 339 kinderen tussen 5 en 16 jaar IQ boven de 70.
o Onderzocht tussen 1981 en 1984.
 Psychiatrische metingen:
o Maudsley Item Sheet:
 Demografische achtergrond
 Doorverwijzingsdoel
 Presenterende symptomen
 Psychiatrische diagnose
o Vijf categorieën stoornissen:
 Gedragsstoornissen
 Combinatie gedrags- en emotionele stoornissen
 Emotionele stoornissen
 Andere psychiatrische stoornissen (exl hyperkinese, PDD of psychoses)
 Geen psychiatrische diagnose.
o Intelligentie: WISC, WPPSI en WAIS
o Leesvaardigheid: Neale analysis of reading ability
o SES

Hypothesen + bevindingen + onderbouwing discussie:
1. De negatieve correlatie met IQ is meer aanwezig voor externaliserende problemen dan voor
internaliserende problemen  Ondersteund
a. Met veel onderzoek overeenstemmend.

, b. Ook gevonden dat angststoornissen juist meer samenhangen met lager IQ dan andere
stoornissen, bij preadolescenten.
c. Ook geen significant verschil gevonden bij ander onderzoek.
2. De relatie tussen IQ en psychopathologie zal niet verdwijnen wanneer gecorrigeerd wordt voor SES 
Ondersteund
a. Overeenstemmend met eerder onderzoek
3. De link tussen lager IQ en meer psychopathologie is gemedieerd door een lager level van academische
vaardigheden  Deels ondersteund, IQ is een significante voorspeller voor gedragsproblemen,
leesvaardigheden niet.
a. Ondersteuning zou logisch lijken, wegen het optreden van frustratie, maar is niet gevonden.
b. Lager IQ leidt mogelijk op twee manieren tot gedragsproblemen: een vroeg in het leven
onafhankelijk van schoolse vaardigheden, en een na start op school gemedieerd door slechte
schoolse vaardigheden.
4. Voor veel voorkomende kinderstoornissen spiegelt sekseverschillen in gemiddeld IQ sekse verschillen in
prevalentie; de sekse met een lagere prevalentie heeft ook een lager gemiddeld IQ  Verworpen, lager
IQ bij vrouwen bij beide stoornissen evident.
a. Mogelijk meer gevonden bij meisjes omdat deze minder werden getest.
b. Suggereert mogelijk dat intelligente meisjes minder vatbaar zijn voor emotionele stoornissen
dan intelligente jongens, en vice versa voor lagere intelligentie.
 Conclusie: Een lager IQ is geassocieerd met meer gedrags- en emotionele problemen.

Resultaten
 Correlatie leeftijd-IQ  Zwak en niet-significant.
 Significante hoofdeffecten voor diagnose en sekse, interactie niet significant.
 Lager IQ, significant meer gedragsproblemen.
o Vergelijkbare effectgrootte voor jongens en meisjes.
o Significant bij tieners, maar net niet voor kinderen onder 12 jaar.
 Zwak net niet significant verband tussen hoger IQ en emotionele symptomen.
 Geen significante associatie tussen IQ en ontwikkelingsachterstand of relatieproblemen.

Discussie
 Gedragsproblemen en vrouwelijk geslacht beide geassocieerd met lager gemiddeld IQ.
 Relatie IQ-gedragsproblemen niet toe te schrijven aan sociale klasse of gemedieerd door schoolse
vaardigheden.
 Bronnen van bias:
o Geen sprake van controlegroep, afhankelijk van omgeving kan gemiddeld IQ hoger dan 100
zijn.
o Differentiële selectie voor psychometrische testen kan bias geven, maar 2/3 hebben
psychometrische beoordeling gehad.
o Psychiatrische diagnosen werden gecodeerd door professionals bewust van andere
psychometrische bevindingen (IQ).
o Meenemen dat lager IQ mogelijk komt door het opstandige gedrag tijdens afnemen van IQ test.

Schuiringa

Inleiding
 Kinderen met VB hebben 4x grotere kans op ontwikkeling externaliserende gedragsproblemen dan
kinderen met gemiddelde intelligentie.
o Ook hoger risico op agressief gedrag en achterstand sociale vaardigheden.
o Externaliserend gedrag meer persisterend dan bij gemiddelde intelligentie.
 Opvoeden kind met vb brengt uitdagingen met zich mee, echter is hier weinig wetenschappelijks over
bekend.
 Ouder-kindrelatie is vaak van invloed op externaliserend probleemgedrag, vaak zijn ouders van een kind
met vb minder close met hun kind.
 Huidige studie: Cross-sectionele studie naar associatie tussen opvoedgedrag, de ouder-kindrelatie en
externaliserend gedrag in gezinnen met kinderen met verstandelijke beperkingen met en zonder
probleemgedrag.
o Associaties tussen opvoeding, ouder-kindrelatie en externaliserende gedragsproblemen
analyseren.

Methode
 Sample: 184 kinderen tussen 9-16 jaar met IQ tussen 55 en 85.
 Crosssectionele studie  kan geen oorzaak-gevolg worden geconcludeerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterre99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.92  11x  sold
  • (1)
Add to cart
Added