100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beth Morling Research Methods in Psychology H1 t/m H14 $4.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Beth Morling Research Methods in Psychology H1 t/m H14

4 reviews
 197 views  20 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

H1 tot en met H14. Ik heb een zeer uitgebreide samenvatting gemaakt van het Engelse boek. Omdat het boek in het Engels is geschreven vind ik het fijn om dit boek uitgebreid in het Nederlands te vertalen/samenvatten. De begrippen staan duidelijk verwoord. De begrippen zijn dikgedrukt en springen u...

[Show more]
Last document update: 4 year ago

Preview 9 out of 131  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 14
  • September 29, 2020
  • October 7, 2020
  • 131
  • 2020/2021
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: pboerde • 3 year ago

review-writer-avatar

By: bostaals • 3 year ago

review-writer-avatar

By: kamila-tillo • 3 year ago

review-writer-avatar

By: amberberghem • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Research Methods in Psychology
Deel 1 Introductie van wetenschappelijk redeneren
Hoofdstuk 1 Psychologie is een manier van denken
De reden dat je enkele principes van psychologie kent, en niet andere principes, is omdat
psychologische wetenschap gebaseerd is op studies en onderzoek door psychologen.
Net als andere wetenschappers zijn psychologen ook mensen die experimenteren. Als je
experimenteert betekent het dat je conclusies baseert op systematische observaties.
Psychologen denken niet intuïtief over gedrag, cognitie en emotie, maar weten wat zij weten
omdat zij studies hebben uitgevoerd op mensen en dieren in hun natuurlijke omgeving en in
specifiek gemaakte situaties.
Dit boek legt ons uit welke type studies de psychologen hebben uitgevoerd. Het boek vertelt
ons de sterkte en zwakte van iedere type studie. Je zal niet alleen leren hoe je je eigen studie
moet plannen, maar ook hoe je onderzoek doet, hoe je erover leest en erover vragen stelt.
In dit boek leer je kritisch zijn op psychologisch onderzoek. Je leert een systematische en
kritische gebruiker te worden van psychologische wetenschap.


 Onderzoek makers en onderzoek gebruikers
Sommige psychologische studenten willen graag maker (producer) van onderzoek zijn. Zij
willen bijvoorbeeld data analyseren. Zij willen hun resultaten beschrijven en laten zien
tijdens onderzoeksbijeenkomsten. > beroep: wetenschappers/professors over onderzoek.
Andere psychologische studenten willen later niet in een lab werken, maar zij genieten van
het lezen over specifieke psychologische aspecten, zoals het brein en gedrag. Zij willen graag
gebruiker (consumer) zijn van onderzoeksinformatie. Zodat zij dat kunnen toepassen in de
praktijk. > beroep: familie therapeuten/leerkrachten, etc.
In werkelijkheid zijn psychologen zowel maker als gebruiker van onderzoek. Makers en
gebruikers van onderzoek delen de verbintenis van het empirisme, zodat zij psychologische
vragen kunnen beantwoorden met directe en formele observaties én met anderen kunnen
communiceren over wat zij hiervan hebben geleerd.


Waarom de rol van ‘maker van onderzoek’ belangrijk is
Voor de toekomst is het belangrijk om te weten hoe je een maker van onderzoek moet zijn.
Studenten moeten alles weten over onderzoeksmethodes. De vaardigheden die je moet
kunnen bij het uitvoeren van onderzoek leren je hoe psychologische wetenschappers vragen
stellen en hoe zij denken over hun disciplines. Veel psychologische professoren zijn actieve
onderzoekers. Als je de mogelijkheid krijgt om daar mee te kijken (stage) zal je de basissen
van onderzoek uitvoeren leren. Dit boek zal je leren waarom de deelnemers anoniem
moeten blijven. Als je deelneemt als een maker van onderzoek zal je meer begrijpen van het
psychologische onderzoek.

,Waarom de rol van ‘gebruiker van onderzoek’ belangrijk is
Hoewel het belangrijk is om de rol van de psycholoog als maker van onderzoek te weten,
worden de meesten geen onderzoekers. Ongeacht de carrière die je kiest is het essentieel
om een slimme gebruiker te worden van informatie. Je zal altijd nieuwsgierig moeten blijven
naar onderzoek. Je moet het begrijpen, ervan leren en geschikte vragen kunnen stellen.
Hoe kan je goede onderzoeksinformatie scheiden van het slechte? Het begrijpen van
onderzoeksmethoden stellen jou in staat om geschikte vragen te stellen zodat je informatie
correct kan evalueren op goed of slecht.
Ook al wil je geen onderzoeker worden, maar een sociaal werker of leerkracht, dan is het
belangrijk om gepubliceerd onderzoek te interpreteren met een kritische blik.
Evidence-based-treatments  een psychotherapeutische techniek waarvan de effectiviteit/
doeltreffendheid wordt ondersteund door empirisch onderzoek.
Als je eenmaal weet hoe je informatie moet gebruiken, dan zal je die vaardigheid op ieder
vakgebied kunnen gebruiken.
Interrogating information  een gebruiker van informatie moet weten hoe hij de goede
vragen stelt, wat hij moet opmaken uit de antwoorden en hoe hij moet evalueren. Dit leer je
in dit boek.


De voordelen van het zijn van een goede gebruiker
Jouw vaardigheden in onderzoeksmethoden zullen je helpen om een betere gebruiker van
onderzoek te zijn.


 Hoe wetenschappers hun werk benaderen
1)Psychologen gaan op een systematische manier observeren hoe de situatie precies in
elkaar steekt.  2)Dan gaan ze theorieën die zijn gebaseerd op onderzoek herzien en
vergelijken met hun eigen waarnemingen/resultaten.  3)Ze passen een empirische
benadering toe op het toegepaste onderzoek en op het basis onderzoek.  4)Als ze iets
hebben ontdekt gaan zij dat verder onderzoeken: Waarom? Wanneer?, etc. werkt het
effect?  5)Daarna publiceren ze hun onderzoek/bevindingen en reageren zij op
opmerkingen van andere wetenschappers. Het doel hiervan is om bevindingen te delen met
elkaar.


Wetenschappers zijn empiristen
Empiristen baseren hun conclusies niet op intuitie, op spontane observaties, op hun eigen
ervaring of op wat andere mensen zeggen.
Empirisme er is bewijs nodig van de zintuigen (zien, horen, voelen) of van instrumenten
die de zintuigen ondersteunen (thermometers, timers, foto’s, weegschalen) als basis voor
conclusies. Empiristen streven ernaar om systematisch en strikt te werken en moeten ervoor
zorgen dat hun werk varieerbaar is voor andere observatoren en wetenschappers.

,Wetenschappers testen theorieën: De theory-data cycle
Theory-data cycle  wetenschappers verzamelen resultaten om hun theorieën te testen, te
veranderen of bij te werken. Als jij zelf een probleem tegenkomt voer je systematische
stappen uit om het probleem op te lossen. Dit is wat wetenschappers ook doen bij de
theory-data cycle.


- The cupboard (eten) theory vs the contact comfort (warmte) theory
Harlow deed onderzoek naar de voorkeur voor het baby aapje: de moeder met voedsel of de
moeder met warmte. Hij gebruikte een timer om te onderzoeken hoelang de baby bij iedere
moeder is. Harlow gebruikte de twee theorieën en deed twee voorspellingen over hoe de
baby aap zou reageren naar iedere moeder. Daarna gebruikte Harlow de resultaten (de
opgenomen tijd) om één van de theorieën te ondersteunen.


- Theorie, hypothese en resultaten
Theorie een reeks uitspraken die algemene principes beschrijven over hoe variabelen zich
tot elkaar verhouden. De theorie leidt niet alleen naar de vragen, maar ook naar specifieke
hypotheses over de antwoorden.
Hypothese een voorspelling. Een hypothese is het specifieke resultaat wat de
onderzoekers verwachten te observeren in een onderzoek als de theorie klopt. Eén theorie
kan leiden tot veel hypothesen. Eén deel van het onderzoek is niet voldoende om de hele
theorie te testen. Je kan daarmee alleen maar een deel van de theorie testen.
Resultaten/data een reeks observaties. De resultaten kunnen de theorie ondersteunen of
juist in twijfel trekken. Resultaten die overeenkomen met de hypothesen van de theorie
versterken het vertrouwen van de onderzoeker. Wanneer de resultaten niet overeenkomen
met de hypothesen van de theorie, geven die resultaten aan dat de theorie moet worden
herzien óf dat de onderzoeksopzet moet worden verbeterd.


The Theory-Data Cycle

, - Kenmerken van goede wetenschappelijk theorie
De beste theorieën zijn gesteund door data, zijn falsifieerbaar en zijn zuinig/karig.
Data: wetenschappelijke theorie moet gesteund zijn door resultaten van onderzoeksstudies.
Goede theorieën moeten samengaan met observaties van de wereld. Wetenschappers
moeten meerdere theorieën gebruiken en verschillende methoden gebruiken zodat zij naar
verschillende aspecten van hun theorieën kunnen verwijzen. Een theorie die gesteund wordt
door een grote hoeveelheid en variatie aan bewijs is een goede theorie.
Falsifieerbaar: een theorie moet leiden naar een hypothese die zou kunnen falen als het
getest wordt. Op die manier wordt de theorie gesteund. Als je wetenschappelijk bezig wilt
zijn moeten onderzoekers risico’s nemen en moeten zij voorbereid zijn om data te
accepteren die hun theorie niet accepteert.
Zuinig/karig: spaarzaamheid geeft een standaard voor de theory-data cycle. Zo lang een
simpele theorie de data goed voorspelt is het niet nodig om de theorie ingewikkelder te
maken. Wanneer de data de theorie tegenspreekt, moet de theorie veranderen om
tegemoet te komen aan de data.


- Theorieën bewijzen niet alles
Het woord ‘bewijzen’ wordt niet gebruikt in de wetenschap. Onderzoekers zeggen nooit dat
zij hun theorie hebben bewezen. Zij zeggen dat de data hun theorie ondersteund of dat de
data samenhangt met de theorie. Een verontrustende ontdekking zal er niet voor zorgen dat
de onderzoeker de gehele theorie schrapt, maar de theorie wordt gewijzigd.
Wetenschappers evalueren hun theorie gebaseerd op de hoeveelheid aan bewijsstukken.


Wetenschappers onderscheppen toegepaste problemen en basis problemen
De empirische methode kan gebruikt worden voor toegepaste- en basis onderzoeksvragen.
Toegepast onderzoek/ applied research  heeft een praktisch probleem. Onderzoekers
voeren hun werk uit in een praktische reële omgeving. (bijv: een nieuwe taalmethode op
school of de effectiviteit van een behandeling voor depressie).
Basis onderzoek/ basic research  er is geen specifiek, praktisch probleem. Het doe is om
de algemene kennis te verbeteren. (bijv: onderzoek naar de capaciteit van het menselijk
geheugen, de motivatie van mensen met depressies). Deze onderzoekers verzamelen niet
toevallig feiten, maar zij verzamelen kennis die mogelijk later toegepast kan worden in
praktische reële problemen.
Vertaalonderzoek/translationaal research is het gebruik van lessen van basis onderzoek
om toepassingen op gezondheidszorg, psychotherapie en andere behandelingen en
interventies te ontwikkelen en te testen. Bij vertaalonderzoek wordt applied research en
basic research samengebracht. Bevindingen van basis onderzoek worden vertaald naar
toepaste gebieden.

,Wetenschappers graven dieper
Wetenschappers gaan bijna nooit één onderzoek uitvoeren en dan stoppen. Elke studie leidt
tot nieuwe vragen die zij gaan onderzoeken.


Wetenschappers publiceren hun werk: het publicatie-proces
Als wetenschappers aan de wetenschapswereld hun resultaten van hun onderzoek willen
laten zien, schrijven ze een verslag en sturen ze het naar een wetenschappelijk tijdschrift. De
artikelen in een wetenschappelijk tijdschrift zijn peer-reviewed. Drie of vier experts bekijken
en beoordelen het ingestuurde artikel en bepalen of het artikel kwalitatief goed genoeg is
om te publiceren in het tijdschrift.


Wetenschappers praten met de wereld: van tijdschrift naar journalistiek
De artikelen in wetenschappelijke tijdschriften worden eigenlijk alleen maar gelezen door
andere wetenschappers of door studenten.
Bij journalistiek horen meer mensen het nieuws op tv, in tijdschriften, in kranten en op het
internet. Deze informatie is geschreven door journalisten en niet door wetenschappers. Het
doel is om een groot publiek te bereiken. De informatie is eenvoudig te begrijpen waardoor
er geen specifiek onderwijs voor nodig is.
Een journalist is geïnteresseerd in een bepaald specifiek wetenschappelijk onderwerp of hij
hoort wetenschappers praten tijdens conferenties. De journalist vat de informatie samen
voor het grote publiek, geeft het nieuws een interessante koptitel en gebruikt geen
vaktermen.


- Voordelen en risico’s van journalistiek
Psychologen kunnen er voordeel van hebben als journalisten hun onderzoek publiceren. Als
het grote publiek in de krant leest over psychologisch onderzoek, kan het publiek te weten
komen wat psychologen echt doen. Lezers kunnen ook tips oppikken voor hun eigen leven:
zo kunnen zij bijvoorbeeld hun kinderen of zichzelf beter begrijpen, kunnen zij verschillende
persoonlijke doelen stellen of hun gewoonten veranderen.
De belangrijke voordelen van wetenschappelijk schrijven hangt of van 2 dingen:
1)Journalisten moeten de meest belangrijke wetenschappelijke verhalen beschrijven.
2)Journalisten moeten het onderzoek nauwkeurig beschrijven.


Is het verhaal belangrijk?
Journalisten kiezen een verhaal die sensationeel is boven een verhaal dat belangrijk is. Bij
koptitels als : ‘Honden haten het om geknuffeld te worden’ is het onderzoek niet eerst peer-
reviewed getest en is het niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.

, Is het verhaal nauwkeurig?
Ook als journalisten schrijven over een betrouwbaar en belangrijk onderzoek, begrijpen zij
het onderzoek niet goed. Vaak hebben de journalisten niet genoeg wetenschapstraining
gehad, ontbreekt de motivatie of hebben zij te weinig tijd om de originele wetenschap te
begrijpen. Misschien vergeet de journalist details, waardoor het verhaal niet toegankelijk is
voor het publiek. Ook kan het gebeuren dat de journalist een detail dramatischer beschrijft
dan dat er staat beschreven in het wetenschappelijk artikel.
Mozart effect = als journalisten niet goed de wetenschap representeren als zij schrijven voor
het populaire publiek.
Hoe kan je ervoor zorgen dat de journalist geen onwaarheden beschrijft?  door de bron te
vinden. Je kan het beste het originele wetenschappelijke artikel lezen om het gehele verhaal
goed te begrijpen. Ook moet je een sceptische mind-set hebben als je wetenschappelijke
verhalen leest in populaire tijdschriften.

, Hoofdstuk 2 Bronnen van informatie
Dit hoofdstuk bespreekt drie soorten bewijs die mensen geloven  ervaring, intuïtie en
autoriteit. Ze vergelijken deze 3 bronnen met beter bewijs, namelijk: empirisch onderzoek.
 Onderzoek versus eigen ervaringen
Wanneer wij moeten beslissen wat we geloven zijn onze eigen ervaringen sterke bronnen
van informatie. We baseren ook onze meningen op de ervaringen van vrienden en familie.


Ervaringen hebben geen vergelijkbare groep
Vergelijkbare groep  stelt ons in staat om te vergelijken wat er zal gebeuren met en
zonder het ding waar we in zijn geïnteresseerd. Een vergelijkbare groep is belangrijk.
Conclusies baseren op persoonlijke ervaring is problematisch omdat er in het dagelijks leven
meestal geen vergelijkbare ervaringen zijn. Het baseren van conclusies op systematische
verzameling van data heeft daarentegen een simpel maar enorm voordeel dat het een
vergelijkingsgroep oplevert. Alleen een systematische vergelijking kan je laten zien of je
gelijk hebt of niet.


Ervaring is verwarring
Een ander probleem bij het baseren van conclusies op persoonlijke ervaring is dat er in het
dagelijks leven sprake is van meerdere factoren, er gebeurt veel op hetzelfde moment.
Voorbeeld: Je kunt er niet zeker van zijn dat een knie-tape heeft gewerkt omdat er sprake is
van meer factoren: je hebt bijvoorbeeld die dag pijnstilling ingenomen of je hebt het die dag
rustiger aan gedaan.
Bij situaties in de reële wereld zijn er veel verschillende mogelijke verklaringen voor een
resultaat. In de onderzoek worden deze alternatieve verklaringen ‘confounds/verwarringen’
genoemd.
Confound Een verwarring treedt op wanneer je denkt dat één ding heeft gezorgd voor het
resultaat, maar in werkelijkheid er ook andere dingen zijn veranderd. Je bent dus verward
wat uiteindelijk voor het resultaat heeft gezorgd.
In de onderzoekssetting zorgen wetenschappers ervoor dat zij er zeker van zijn dat er maar
één factor tegelijkertijd wordt getest/behandeld.


Onderzoek is beter dan ervaring
Confederate/medeplichtige  een acteur die een specifieke rol speelt voor een
experiment.
Het bewijs van één enkele studie is zelfs nog beter bewijsmateriaal dan ervaring. Bovendien
krijgen wetenschappers meer vertrouwen in de bevindingen als er samenhangende
resultaten ontstaan uit verschillende vergelijkbare studies. Hoe meer studies bewijs
verzamelen voor een onderwerp, hoe meer de theorie steun krijgt.

,Onderzoek is waarschijnlijk
Hoewel onderzoek vaak nauwkeuriger is dan individuele ervaringen, spreken onze
persoonlijke verhalen soms de onderzoeksresultaten tegen. Omdat persoonlijke ervaringen
krachtig zijn, laat één ervaring ons soms afleiden van het onderzoek. Je gelooft dan het
onderzoek niet meer omdat jij zelf iets anders hebt ervaren dan in het onderzoek staat
beschreven.
Soms kunnen jouw ervaringen een uitzondering zijn op wat het onderzoek heeft gevonden.
In dat soort gevallen kom je in de verleiding om te concluderen: het onderzoek moet wel
fout zijn. Onderzoek naar gedrag is waarschijnlijk: wat betekent dat er van de bevindingen
niet altijd verwacht wordt dat zij alle gevallen kunnen verklaren. De conclusies van het
onderzoek zijn bedoeld om een bepaald deel van de mogelijke gevallen te verklaren. In de
praktijk betekent dit dat wetenschappelijke conclusies gebaseerd zijn op patronen die alleen
naar voren komen als onderzoekers een vergelijkbare groep opstellen en meerdere mensen
testen.


 Onderzoek versus jouw intuïtie
Bij intuïtie gebruiken wij onze ingevingen door te kijken naar wat ‘natuurlijk’ is en wat
‘logisch’ is. Hoewel we denken dat het vertrouwen op onze intuïtie een goede bron van
informatie is, kan het leiden tot het maken van minder effectieve keuzes.


Manieren dat intuïtie vooringenomen/partijdig/bevooroordeeld is
Mensen zijn geen wetenschappelijke denkers. We zijn ons misschien bewust van ons
potentieel om bevooroordeeld te zijn, maar we hebben het vaak te druk en zijn niet
gemotiveerd genoeg om onze vooroordelen te corrigeren of onder controle te houden. Nog
erger: sommigen denken dat wij helemaal niet bevooroordeeld zijn. Gelukkig helpen de
formele processen van wetenschappelijk onderzoek voorkomen dat deze vooroordelen
beslissingen beïnvloeden.
We bespreken nu 5 voorbeelden van vooringenomen redeneren.


- Bewogen worden door een goed verhaal
Een voorbeeld van vooringenomenheid in ons denken is het accepteren van een conclusie,
alleen omdat het logisch is of natuurlijk voelt. We hebben de neiging om te geloven in goede
verhalen, zelfs als die niet waar zijn.
Soms blijkt een verhaal nauwkeurig te zijn, maar het is belangrijk om je bewust te zijn van
de beperkingen van je intuïtie. Als empirisch bewijs in tegenspraak is met wat je
intuïtie/gezond verstand vertelt, wees dan bereid om je overtuigingen aan te passen op
basis van het onderzoek. Het automatisch geloven van een verhaal dat misschien logisch
lijkt, kan je op een dwaalspoor brengen.

, - Overtuigd worden door wat gemakkelijk in je gedacht opkomt
Availability heuristic (beschikbaarheidheuristiek) en ander vooroordeel van denken die
stelt dat dingen die gemakkelijk in onze gedachte opduiken de neiging hebben om ons
denken te sturen. Wanneer gebeurtenissen of herinneringen levendig/recent/
gedenkwaardig zijn, komen ze gemakkelijker in ons op, waardoor we overschatten hoe vaak
dingen gebeuren. We denken dat deze situaties vaker voorkomen dan dat in de
werkelijkheid is.
Voorbeeld: ‘Mevrouw gedood in Australië door haai’. Je gaat nu bang zijn voor Australië en
je vakantie misschien omboeken omdat je bang bent om gedood te worden door een haai.
De kans is groter dat je overlijdt aan een griep, maar omdat je de haai blijft herinneren en
het levendig is, ben je banger voor de haai dan voor de griep.
Voorbeeld: Een docent zegt dat ‘iedereen’ zijn telefoon gebruikt in de les, terwijl er in
werkelijkheid maar twee leerlingen hun telefoon gebruiken. Je denkt dat iedereen het doet
omdat hun vervelende gedrag de docent opvalt/irriteert.


- Niet nadenken over wat we niet kunnen waarnemen
Present/present bias  ons onvermogen om geschikte vergelijkingsgroepen te overwegen.
Je focust je bijvoorbeeld alleen op de keren dat iets goed gaat, terwijl hetgeen vaker fout
gaat.
Voorbeeld: je vindt het speciaal dat iemand jou appt, terwijl je precies op dat moment aan
iemand denkt. Dat vind je bijzonder. Je vergeet dan te denken aan de keren dat jij aan
iemand denkt en diegene jou niet appt.


- Gefocust op het bewijs dat we het leukste vinden
Confirmation bias  de neiging om alleen te kijken naar informatie dat het eens is met wat
wij al geloofden. Men kijkt alleen naar het bewijs waar ze graag in willen geloven. Als er aan
mensen wordt gevraagd om een hypothese te testen, zijn zij geneigd om bewijs te zoeken
dat hun verwachtingen steunt. Dit is een reden waarom psychologen onderwijs moeten
krijgen in onderzoeksmethodes.


- Bevooroordeeld zijn over bevooroordeeld zijn
Bias blinde vlek de meesten van ons denken dat we minder bevooroordeeld zijn dan
anderen. Als we merken dat onze eigen kijk op een situatie anders is dan die van iemand
anders, concluderen we dat ‘ik hier de objectieve ben’ en ‘jij de bevooroordeelde’ bent. De
blind-spot bias is de meeste stiekeme van alle vooroordelen. Het zorgt ervoor dat we onze
verkeerde redenering nog meer vertrouwen. ‘Ik hoef deze conclusie niet te testen want ik
weet al dat het juist is’. Als je wetenschapper wilt worden moet je geen gevoelens van
vertrouwen gebruiken als bewijs voor de waarheid van onze overtuigingen. In plaats van na
te denken over wat ze willen zien, gebruiken wetenschappers data.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 614148. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60434 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.87  20x  sold
  • (4)
  Add to cart