Regio: huidig Vlaanderen en Nederland
Taal: dialecten waaruit Nederlands is ontstaan (= Middelnederlands)
o MAAR vertekenend begrip: het Mnl. bestaat eigenlijk niet.
-> Veel dialecten met gelijkenissen, maar ook veel verschillen.
Periode: dynamische tijd (1150-1450) = 3 eeuwen lang
Van orale (weinig op schrift) -> schriftelijke cultuur
Sterke ontwikkeling binnen ‘de’ Middeleeuwen
Schriftelijke cultuur eerst beperkt tot religieuze centra
Geleidelijk aan wint schrift aan belang voor adel en burgerij
Schriftelijke cultuur / literatuur is duur
Met hand geschreven: heel duur, neemt veel tijd in beslag
Perkament als meest gebruikte schriftdrager: gemaakt van
dierenhuid, ook duur want vaak veel ‘huiden’ nodig
Opkomst papier vanaf 14e eeuw: men aarzelt eerst vrij lang
o Verschil met perkament:
Papier goedkoper en kwetsbaarder
Boekdrukkunst vanaf 1450
Literatuur wordt meestal voorgelezen = doel
Teksten bedoeld om voor te dragen: rijm klinkt mooi en
harmonisch
Dominante vorm: gepaard eindrijm (aa bb cc)
Echte orale literatuur = prehistorie (nauwelijks bronnen)
In meertalige context: gebruik diglossie (term uit taalkunde)
Diglossie = situatie in een bepaalde maatschappij waar twee (of
meer) talen (of dialecten) verschillen in functie en status (aanzien)
Welke taal in welke situatie?
Welke houding ten opzichte van elke taal?
Diglossie is machtsevenwicht: verhouding wijzigt steeds
1
, Opkomst Ned. als literatuurtaal (‘H-taal’), incl. standaardisering
Emancipatie van het Nederlands
o t.o.v. Latijn (taal van de kerk)
o t.o.v. Frans (lingua franca van de adel, West-Europa)
DUS: Ned. wint aan terrein
Grote diversiteit
Geografisch
Politieke situatie in:
o Graafschappen
o Hertogdommen: hertogdom van Brabant
o Bisdommen: bisschop Luik, Utrecht (bisschop ook
wereldlijke macht)
Afstand tot taalgrens: taal verschilt afhankelijk van hoe ver
men van de taalgrens is
o Bv.: in Vla. en Brabant grotere invloed van Frankrijk
dan in Holland of Gelderen; ook andere politiek
Sociologisch (groepen met verschillende houding t.o.v. het Ned.)
Geestelijkheid (Latijn)
Adel (Frans)
Burgerij (opkomende groep)
Gender
Genderonevenwicht: mannen en vrouwen hebben
verschillende rollen in de maatschappij
Representatie van gender: wat is typisch mannelijk en
vrouwelijk in literatuur? (-> wordt in literatuur bepaald)
o -> literatuur is vormend voor genderrollen: helpt
bepalen hoe de man of vrouw zich moest gedragen
Participatie van vrouwen?
o Als auteur
o Als opdrachtgever
o Als luisterend publiek
Sommige Nederlandse literatuur is voor bedoeld voor
vrouwen (of kinderen)
kloosterleven:
o mannenkloosters: voertaal Latijn (belezen) – geen nood aan
Nederlandse literatuur
o vrouwenkloosters: vaak (nood aan) Nederlandse teksten
2
, Hindernissen bij het Middelnederlands, bij de studie
Taal is toch ontoegankelijk
o Middelnederlands (of Middelnederlandse dialecten)
Andere grammatica (o.a. woordvolgorde)
Gebruik van naamvallen (zoals Duits)
Andere spellingsconventies (“v” wordt als “u” gespeld)
Overlevering van de teksten in handschriften
o Teksten zijn alleen handgeschreven (tijdrovend – dus kostbaar)
o Perkament (ook kostbaar, papier vanaf 14de eeuw)
o Veel handschriften en teksten zijn verloren gegaan
Hebben we wel beeld van wat belangrijk was in de Mdnl. literatuur?
o Bewaarde materiaal: kopieën van kopieën (met kopiistenfouten…)
Nooit tekst van auteur zelf
Kopiisten maken dan ook fouten bij het overschrijven
o Originele tekst van de auteur te reconstrueren?
Er zijn enkel latere handschriften van de oorspronkelijke teksten
o Ieder handschrift (en elk fragment) is belangrijk om na te gaan wat er was
Niets achterwege laten bij het bestuderen: fragmenten zijn nodig!
o MAAR ook: nieuwe inzichten én vondsten veranderen voortdurend het beeld
Door bijvoorbeeld vondst in Mechels stadsarchief!
Belangrijk want we baseren ons vaak enkel op hypotheses
Belang van onderzoek naar teksten
Geschiedenis Mnl. literatuur: geen vaststaand gegeven, maar werkhypothese
Literatuurgeschiedenis is een momentopname: kritische houding aannemen
2. Casussen
1) CASUS 1: Hebban olla vogala
Oudengels prekenhandschrift
Stukje poëzie: oudste literaire zinnetje uit de Nederlandse literatuur
o = “Big ban van de Nederlandse literatuur”
Vindplaats: in klooster in Kent, Rochester, Engeland
Datering volgens paleografen: ca.1000-1025 = 11e eeuw
3
, Betekenis:
o Fragment uit liefdeslied
o Natuur als metafoor om menselijke gevoelens te beschrijven
Latere aanvullingen: glossen, pennenproeven, korte stukjes tekst
o (= probatio pennae: “ik probeer mijn pen” om na te gaan of de pen
goed gescherpt was)
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu
Alle vogels zijn begonnen om een nest te bouwen, behalve jij en ik. Waarop wachten we nu?
Combinatie van Latijn en volkstaal: moeilijk om te zien of eerst het Ned. of Latijn
er was en wat dus eerst vertaald werd.
Equivalent van het LATIJN: quid expectamus nunc. Abent omnes volucres nidos inceptos nisi ego et tu
NEDERLANDS: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu
2) Taalkundig onderzoek 2004: Kents dialect? Omgeving Rochester?
Is het wel een Ned. dialect? Is het geen Kents dialect?
Vlaams en Kents lijken op elkaar: de Ingweoonse dialecten aan
kanten van Noordzee lijken op elkaar.
o Dus misschien is het wel Engels i.p.v. Nederlands?
o MAAR: ander onderzoek: zou het niet Engels kunnen zijn dat
door een Vlaming wordt gesproken?
(= steenkolenengels, Dunglish)
3) Paleografisch onderzoek 2005
“Hebban olla vogala” is geen ‘insulaire’ maar ‘continentale hand’
o (ca. 1075-1100): kopiist komt van het continent (mogelijk Lage Landen)
o Letters verschillen: dus continentale kopiist die schrijft in Rochester
Thu = jij: t en h (in Engeland gebruikt men letter “Thorn” B)
Waarom in Rochester?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwenbuelens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.