100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting celbiologie 1 $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting celbiologie 1

3 reviews
 211 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Celbiologie 1, zowel de cursus als slides werden gebruikt voor deze samenvatting.

Preview 4 out of 32  pages

  • September 30, 2020
  • 32
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: bettinafilip • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ronnadeconinck • 3 year ago

review-writer-avatar

By: tinabeeckmans • 3 year ago

avatar-seller
Celbiologie 1
1 Chemische componenten van de cel:
Inleiding:
- 92 natuurlijk voorkomende elementen
- 4 (kwantitatief sterkst) elementen: H, O, C en N
- Levende wezens: 11 bouwelementen  O, C, H, N, Ca, P, K, S, Na, Cl en Mg
- Rest (elementen in microhoeveelheden=) spoorelementen:
oOligo-elementen: noodzakelijk voor functionering v/e bep. organisme
oToevallige spoorelementen
 Bio-elementen: bouwelementen + spoorelementen
- Levend wezen = open systeem (uitwisseling energie & materie omgeving)

Anorganische moleculen: (3)
 Water ( H 2 O): cel  70% water
Functies: oplos-, reactie-, transportmiddel, warmteregulatie
 Koolstofdioxide (CO 2):
Afvalproduct van verbranding organisch materiaal
 Zuurstof (O 2 ):
Belangrijk voor afbraak van voedingsstoffen. Om organisch materiaal te oxideren.

Organische moleculen:
Cellen bevatten 4 belangrijke groepen van kleine organische
moleculen  suikers, vetzuren, aminozuren en nucleotiden.
Suikers als basis voor polysachariden:
 Monosachariden
o = eenvoudige suikers ¿  n = 3
triose; n = 5 pentose;…
o bevatten keton-/
aldehydegroep
o ketenvormig of ringvormig
o Belang
stofwisselingsprocessen
cellen
o Vb. glucose = ringvormig
 Disachariden
o 2 aaneengekoppelde
monosachariden
o Vb. sacharose, lactose,…
 Polysachariden
o Polymeriseren =
aaneenkoppelen van kleine
moleculen tot lange ketens
o Vb. zetmeel, glycogeen,
cellulose,…
 Oligosachariden : kortere ketens




1

,Vetzuren als basis voor de lipiden of vetten:
Vetzuurmolecule bestaat uit:
Lange koolwaterstofketen  hydrofoob (staart = weinig chemisch reactief) en
carboxylgroep  hydrofiel (kop = chemisch reactief).
 Verzadigd vetzuur: koolwaterstofketen is verzadigd met water.
 Onverzadigd vetzuur: tussen 2 opeenvolgende C-atomen 1 of meer dubbele
bindingen
o Enkelvoudig onverzadigd vetzuur  1 dubbele binding.
o Tweevoudig onverzadigd vetzuur  2 dubbele bindingen.

Lipiden zijn opgebouwd uit C, H, O & P en N. Ze zijn overwegend apolair, slecht
oplosbaar in water.
 Eenvoudige lipiden: esters van vetzuren met een alcohol.
o Een belangrijke groep ervan: triglyceriden (neutrale vetten)  1
molecuul glycerol en 3 moleculen veresterde vetzuren.
 Functie: reserve-energiebron en warmte-isolatie.
 Samengestelde lipiden: een alcohol, vetzuren en een andere groep.
o Fosfolipiden: alcohol, vetzuren en fosfaatgroep.
 Functie: belangrijke bouwstenen van de membranen van cellen.
 Afgeleide lipiden: stoffen met een vetachtig karakter
o Vitaminen A, D, E en K & geslachtshormonen (steroïden) en carotenoïden (lichtabsorptie).

Aminozuren als basis voor de eiwitten of proteïnes:
AZ vormen bouwstenen voor eiwitten of proteïnes. Ruim 20 verschillende AZ in organismen.
Alfa-aminozuren zijn natuurlijk voorkomende AZ en bevatten aan het alfa-C-atoom:
o Aminogroep
o Carboxylgroep
o Waterstofatoom
o Restgroep
 Meeste aminozuren bezitten een positieve en een negatieve lading = zwitterion
De verschillen tussen AZ worden bepaald door de restgroep.
Eiwitten: polymeren van AZ die met elkaar verbonden zijn in lange ketens die worden opgeplooid in
een 3D structuur, uniek voor elk type eiwit. De carboxylgroep en aminogroep van 2 opeenvolgende
AZ-moleculen kunnen binden via covalente binding = peptidebinding.
Functies:
 Enzym
 Regulerende functie: als hormoon of invloed uitoefenen op activiteit van DNA

2

,  Beweging
 Antilichamen
 Transport
 Bestanddeel celstructuren
Denaturatie: geheel of gedeeltelijk 3D-structuur kwijt zijn zonder dat de keten verbroken is. Dit kan
door te hoge temperatuur of andere pH-waarde waarvoor zwakke bindingen gevoelig zijn.
Nucleotiden als basis voor de nucleïnezuren:
Opgebouwd uit 3 delen:
1. Base bestaande uit 1 of 2 cyclische ringen die C-atomen en # N-atomen bevatten.
Basen:
a. Pyrimidines = afgeleid van pyrimidering (6-ring): cytosine (C), thymine (T) en uracil (U)
b. Purines = 5-ring + 6-ring: adenine (A) en guanine (G)
2. Suiker: ribose of deoxyribose
3. 1 of meer fosfaatgroepen
 Ribonucleotiden = nucleotiden die ribose bevatten.
 Deoxyribonucleotiden = nucleotiden die deoxyribose bevatten.
Functies:
- Korte termijn energiedragers (ATP = adeninetrifosfaat)
- Stockage biologische informatie onder de vorm van nucleïnezuren (erfelijke informatie).
Nucleïnezuren: op basis van de suiker kan men ze verdelen in 2 groepen:
A. Desoxyribonucleïnezuren (DNA) = dubbelstreng  de suiker is deoxyribose
a. A,G,C,T
B. Ribonucleïnezuren (RNA) = enkelstreng  de suiker is ribose
a. A,G,C,U
Complementaire basen: A en T, A en U, G en C  binden via waterstofbruggen  andere
combinaties zijn niet mogelijk




3

, 2 Architectuur van de cel:
Celtheorie:
 Alle organismen zijn opgebouwd uit cellen.
 Cellen zijn de kleinst levende dingen.
 Cellen ontstaan alleen uit reeds bestaande cellen.

Microscopie
 Optische microscopie: bron: optisch licht = relatief ondestructief.
 Lichtmicroscopie: bron: optisch licht; beperkte resolutie.
 Elektronenmicroscopie: bron: elektronenbundel; kleinere details en 3D beelden.
 Resolutie: onderscheidend vermogen om
minimale afstand tussen 2 punten te
kunnen onderscheiden.
Transmissie-elektronenmicroscoop (TEM):
Vergt zeer dunne preparaten en vangt
doorgelaten elektronen op  pc-beeld. Het
heeft de hoogste resolutie.
Scanning elektronenmicroscoop / raster-
elektronenmicroscoop (SEM):




Vangt door de door object teruggekaatste elektronen op. Deze is het best geschikt om 3D-
opp.structuren te bestuderen.
 TEM: elektronen gaan door het object, SEM: elektronen die worden verstrooid/teruggekaatst en
worden opgevangen.
Microtoom: maakt 1–10 μm dikke plakjes (coupes) m dikke plakjes (coupes)  microscoop
Ultramicrotoom: maakt <1 μm dikke plakjes (coupes) m dikke coupes  elektronenmicroscoop
Fluorescentie microscopie: fluorescerende stoffen worden gebonden aan preparaat, ze lichten op als
ze bestraald worden met licht van een kortere golflengte.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliecarteus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  11x  sold
  • (3)
  Add to cart