Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering
Samenvatting voor het vak Management & Organisatie. Deze samenvatting is gemaakt van het Handboek Organisatie en Management van Jos Marcus & Nick van Dam. Hoofdstukken 1, 2, 7 t/m 12 & 13.6 komen aan bod in deze samenvatting. Met deze samenvatting is een mooie voldoende behaald en leest gemakkelijk...
Quite a few relevant documents are missing, but the superficial part about the models, etc. is there.
Show more reviews
Seller
Follow
evavangeesbergen
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 omgevingsinvloeden (DESTEP)
Omgevingsfactoren (DESTEP-formule/analyse)
Deze factoren beïnvloeden de organisatie indirect en zijn slechts te beïnvloeden door organisaties.
De factoren zijn van groot belang voor het succes van organisaties.
De omgevingsfactoren:
- milieufactoren (ecologische factoren) -> een schone leefomgeving en gezond klimaat zijn
belangrijk voor een gezonde economie. Duurzaamheid is van groot belang. De volgende gebieden
zijn belangrijk binnen deze factoren:
Woningen (gebouwde omgeving) = isoleren, verwarmen, gasgebruik etc.
Elektriciteit = fossiele brandstof inruilen voor energie a.d.h.v. windmolens, zonnepanelen
Industrie = efficiënt gebruik maken van warmte, hergebruiken van grondstoffen, innoveren
en samenwerken met andere landen.
Landbouw = minder uitstoot. Beter landgebruik, minder kunstmest. Van dierlijk naar
plantaardig voedsel overstappen
Mobiliteit = elektrisch rijden, OV moet schoner en meer, fietsen is best
Drie milieu dimensies waarvoor elke organisatie staat als strategisch aandachtsveld:
1. het schoonmaken van de huidige activiteiten = in kaart brengen van milieu effecten die zij
veroorzaken en vervolgens komen tot invoering van milieuzorg.
2. het benutten van nieuwe kansen = terugbrengen van de schade aan het milieu en het
werken aan duurzame ontwikkelingen biedt organisaties nieuwe kansen in de toekomst.
3. het werken aan een duurzame toekomst = organisaties zullen veranderingen moeten
ondergaan om verzekerd te blijven van een duurzame toekomst.
- technologische factoren -> zijn belangrijk voor concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Ze
zorgen voor continue verbetering van productiemethoden en innovaties van goederen en diensten.
Gevolg hiervan is dat de levensduur van bestaande producten korter wordt. Het ontstaat door
concurrentiestrijd waarbij behoefte is aan nieuwe goederen en diensten van hogere kwaliteit met
lagere prijzen, minder milieubelasting en sneller en flexibel geleverd kan worden.
Denk aan robotiseren, biotechnologie, snelle netwerken, informatietechnologie etc.
Belangrijkste gevolgen van ontwikkelingen in de informatietechnologie:
A. de wijze waarop werk wordt verricht zal fundamenteel veranderen = afstand en tijd maakt
niet meer uit. Financiële transacties vanuit elke stad op de wereld, orders vanaf elke plaats
en elke tijd worden geplaatst snel toegang krijgen tot informatie door elektronische
databanken.
B. Een integratie van functies = door uitbreiding van communicatienetwerken kan relevante
informatie in gewenste vorm, op juiste moment en juiste plaats beschikbaar worden. Er
kunnen 3 vormen van integratie worden onderscheiden:
- binnen de organisatie = afdelingen die met elkaar communiceren door lokaal
communicatienetwerk.
- tussen organisaties = afdelingen van verschillende organisaties zijn elektronisch verbonden
- elektronische markten = denk aan reisbureau die elektronisch goedkoopste vlucht naar
bestemming zoeken en een transactie sluiten bij alle luchtvaartmaatschappijen.
C. Verandering in schaalvoordelen en besluitvorming = organisatie is veel tijd kwjt met het
afstemmen van alle activiteiten tussen medewerkers. Dit gaat via overleg en uitwisselen van
schriftelijke informatie.
- demografische factoren -> omvang, groei en samenstelling van de bevolking. Deze bepalen op
welke markt organisaties zich richten en wat voor assortiment zij aanbieden. Denk aan migratie,
vergrijzing, leeftijd, levensverwachting, opleidingsniveau etc.
,- economische factoren -> bepalen het succes van organisaties. Ontwikkelingen van de groei van
het nationaal inkopen zijn belangrijk. Hogere inkomen levert positief effect op de koopkracht. Hoger
inkomen is hogere afzet op consumentenmarkt.
Nederland is voor een groot deel van zijn nationaal inkomen afhankelijk van het buitenland.
Internationale economische ontwikkelingen spelen daarom een belangrijke rol:
- economische groei in verschillende landen
- valutaschommelingen
- ontwikkeling van de rentestand
- ontwikkeling van het buitenlandse loonpeil
- politiek-juridische factoren -> de overheid stuurt de gang van zaken in het economische leven. Zij
kunnen invloed uitoefenen op prijsniveau, inkomensverdeling, arbeidsmarkt, betalingsbalans en
economische groei.
5 vormen die economische integratie onderscheiden:
1. Een vrijhandelszone = onderlinge handelsbelemmeringen worden door deelnemende landen
afgeschaft. Landen hanteren wel hun eigen invoertarieven voor producten die van buiten de
vrijhandelszone worden geïmporteerd.
2. Een douane-unie = er wordt een gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd. Opbrengsten
uit invoertarieven worden via een bepaalde sleutel onderling verdeeld.
3. Een gemeenschappelijke markt = de basis is een douane-unie. De belemmeringen worden
op het gebied van de productiefactoren weggenomen.
4. Een economische unie = opzetten van centrale instituties zoals een centrale bank
5. Een volledige politieke en economische unie = landen gaan geheel samen.
Soorten belemmering:
- fysieke belemmeringen = douanecontroles en de daarbij behorende papierwinkel en oponthoud
aan de grenzen.
- belemmeringen van technische aard = er bestaan verschillen in voorschriften voor productnormen
in bepalingen van het ondernemingsrecht en de afscherming van de markt voor overheidsaankopen.
- fiscale belemmeringen = verschillen in btw-tarieven en accijnzen waardoor verrekeningen en
controles aan de grens noodzakelijk zijn.
- maatschappelijke factoren (sociaal-culturele) -> je kijkt naar de sociale normen, waarden en
cultuur. Je brengt de doelgroep extra in kaart. Bedrijven kunnen inspelen op trend van dat moment.
Denk aan vrijetijdsbesteding, levensstijl, gedrag, geloof, sociale trends etc.
bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO of duurzaam ondernemen) geeft een bedrijf
een bewuste en structurele invulling aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit leidt tot
toegevoegde waarde voor zowel de samenleving als bedrijf. Aspecten die van groot belang zijn voor
een duurzame ontwikkeling van de maatschappij zijn o.a. klimaatverandering, biodiversiteit,
werkgelegenheid, economische groei, mensenrechten, milieu & economie, kinderarbeid, armoede en
veredeling van welvaart.
,Bedrijven die duurzaam ondernemen stellen zich kwetsbaar op naar hun omgeving en combineren
het zakelijke met zorg voor mens en milieu:
- people = prestaties van de onderneming op sociaal-ethisch gebied. Hoe gaat het bedrijf met zijn
personeel en maatschappij om? Belangrijk is mensenrechten, fraude, kinderarbeid, man-
vrouwverdeling, discriminatie, gezondheid van medewerkers, scholing etc.
- planet = prestaties van de onderneming op het gebied van milieu. Denk aan ketenbeheer,
milieuzorg, schoner produceren, duurzame bedrijventerreinen, energie en CO2 etc.
- profit = gaat om economische zaken. Denk aan werkgelegenheid, investeringen in infrastructuur,
locatiebeleid, uitbesteding, sponsoring etc.
Voor het nemen van goede beslissingen wordt gebruik gemaakt van het vier stappenplan PDCA-
cyclus (plan-do-check-act). De vier stappen zijn:
- analyse = inzicht krijgen in de maatschappelijke ontwikkelingen in haar omgeving, imago en
verwachtingen van belanghebbenden om missie en visie op te stellen.
- beleid = je stelt doelen vast en stelt een actieplan op om de doelen te behalen.
- uitvoering = project wordt gestart in verschillende bedrijfsprocessen. Kan ijn dat medewerkers
opgeleid of geschoold moeten worden. Communicatie en draagvlak zijn belangrijk
- evaluatie = wat ging goed en wat kon beter ga je bekijken door te rapporteren, meten, positie
bepalen, zelfevaluatie, interne discussies en een profielschets te creëren.
Hoofdstuk 2
2.2
Bij de klassieke benadering van het strategisch management gaat het erom de organisatie te richten
op de omgeving. De gebeurt meestal door eerst te analyseren op welke gebieden de organisatie
sterk/zwak is en welke kansen en bedreigen er zich voor kunnen doen. Op basis hiervan zal de
organisatie een bepaalde strategie moeten maken om de doelstellingen die ze willen bereiken te
realiseren. Daarna ga je de plannen implementeren. Dit zijn de 3 stappen van het strategisch
managementproces. Dus de 3 stappen van strategisch managementproces bestaat uit 3 fasen:
1. Situatieanalyse (Strategic position), ofwel SWOT-analyse
2. Strategievorming (Strategic choices)
3. Planning en implementatie (Strategy into action)
Hier is nog een keer het model
van het proces van strategisch
management gegeven. Dit is
een dynamisch model, dat je
helpt om je organisatie constant
te veranderen. Dat zie je doordat
er sprake is van terugkoppeling.
, Situatieanalyse (fase 1) = vaststellen van het huidige profiel van een organisatie. Dit kan worden
gedaan door een intern of extern onderzoek.
Hulpmiddelen intern afstemmingsprobleem/onderzoek:
Sterkte/zwakte-onderzoek/analyse
7-S-model (McKinsey)
M.d.v strategy -> missie, doelen, visie, strategieën
Structuur -> structuur van de organisatie
Staf -> HRM, kwalitatief zwak of juist goed maar weinig van allebei gaat het mis
Stijl van management -> stijl van leidinggeven
Skills/sleutelvaardigheden -> vaardigheden of activiteiten waarin zij uitblinkt en zich
onderscheidt van de concurrent.
Systemen -> informatie- en communicatiestromen. ondersteunende systemen, ook
FM
Shared values -> Visie, de gedeelde waarde bedrijfscultuur
Visie = Een visie is een algemeen gedachtebeeld/voorstelling van de toekomst van een organisatie,
dus waar willen we als organisatie naar toe. (fase 2)
Missie = Waar sta je als bedrijf voor? Wat is de reden van bestaan van het bedrijf? (fase 1)
Principes = Wat zijn principes binnen bedrijven? Principes hebben betrekking op de normen &
waarden van de organisatie. Voorbeelden van principes kunnen zijn: ‘Kwaliteit komt eerst’ of ‘de
klant komt eerst.’
Doel = wat willen ze bereiken (fase 1)
Strategie = hoe willen ze de doelen bereiken (fase 2)
Hulpmiddelen extern afstemmingsprobleem:
5-krachtenmodel van Porter
Leveranciers -> leveren van producten aan bedrijven
Nieuwe toetreders -> nieuwe bedrijven die toetreden op de markt
Afnemers -> klanten
Substituten -> vervanger/alternatief, wel verwant zoals B&B vs. Hotel
Bedrijfstak-concurrenten -> bedrijven die hetzelfde aanbieden en concurrent zijn
SWOT-analyse
Strenghts & weakness -> intern
Opportunities & threats -> extern
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavangeesbergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.