Fysica:
Formularium (vet = niet in formularium) & voorbeelden!
Prefixen:
peta P 1015
tera T 1012
giga G 109
mega M 106
kilo k 103
hecto h 102
deca da 101
--------------------------------------------- --------------------------------------------- ---------------------------------------------
deci d 10−1
centi c 10−2
milli m 10−3
micro μ 10−6
nano n 10−9
pico p 10−12
femto f 10−15
atto a 10−18
Beduidende cijfers:
Nullen achteraan tellen mee, nullen vooraan niet maar ze worden wel opgeschreven. Het aantal beduidende
cijfers van je uitkomst moet evenveel zijn als de term met de minst beduidende cijfers.
Nauwkeurigheid:
De uitkomst moet dezelfde nauwkeurigheid hebben als de minst nauwkeurige term.
Fysische grootheden en eenheden:
Grootheden en eenheden:
Dichtheid:
Massa: hoeveelheid materie
Volume: plaats die het voorwerp inneemt: 1l = 1dm3 = 10-3 m3
m kg kg
ρ= 3 of => Materiaalconstante
V m l
Dichtheid van oplossingen en mengsels:
Oplossing: massa neemt toe, volume blijft gelijk; dichtheid opl > dichtheid vloeistof.
Mengsels:
o Ideaal mengsel: mtot = m1 + m2 ; Vtot = V1 + V2
o Niet ideaal mengsel: mtot = m1 + m2 ; Vtot ≠ V1 + V2 wijkt af.
o Mengsel 2 vaste stoffen: mtot = m1 + m2 ; Vtot = V1 + V2
Hematocrietwaarde: verhouding rode bloedcellen t.o.v. totale volume bloed.
Concentraties:
hoeveelheid stof
concentratie stof = (%)
hoeveelheid oplossing
massastof
massaconcentratie stof = (%)
massa oplossing
1
, volume stof
volumeconcentratiestof = (%)
volume oplossing
Druk:
Druk p = een kracht loodrecht op een oppervlakte. Ze is recht evenredig met de uitgeoefende kracht en
omgekeerd evenredig met de oppervlakte.
F N
p= eenheid Pascal (Pa): 1 Pa = 1
A m2
1 atm = 101 325 Pa = 760 mm Hg 1 bar = 100 000 Pa
Hoe groter het oppervlakte, hoe kleiner de druk en omgekeerd.
Scalaire en vectoriële grootheden:
Scalaire grootheden:
Volledig bepaald door een getal + eenheid
Vb: temperatuur, massa, volume,…
Vectoriële grootheden:
4 kenmerken:
o Richting
o Aangrijpingspunt
o Zin
o Grootte
Vb: snelheid ⃗v, versnelling a⃗ en kracht ⃗
F
Oefeningen: p. 21-23
Mechanica:
Kinematica:
De eenparig rechtlijnige beweging (ERB):
Constante snelheid, rechte baan.
De verhouding tussen de afgelegde weg ∆ s en tijdsinterval ∆ t is constant:
∆s m
o Snelheid v = = constant
∆t s
Afgelegde weg is evenredig met tijdsinterval ∆ s ∆t
∆s = v . ∆t
GRAFIEK: De positie van de puntmassa word weergegeven in functie van de tijd s(t). Hoe groter v hoe
steiler de rechte.
s ( t )=s 0 +v .(t−t 0 )
s ( t )=v . t als t0 = 0; s0 = 0
De eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging (EVRB):
Verandering in snelheid = toename / afname.
De verhouding tussen de verandering van snelheid ∆ v en het tijdsinterval ∆ t is constant:
∆v m
o Versnelling a = 2 = constant
∆t s
Toename (∆ v > 0): a is positief stijgende rechte
Afname (∆ v < 0): a is negatief dalende rechte
De snelheid v(t) en de positie s(t) worden weergegeven in functie van de tijd.
2
, v ( t )=v 0+ a .(t−t 0) => rechte
1 2
s=s 0+ v 0 . ( t−t 0 ) + a .(t−t 0) => parabool
2
1 2
v = a.t en s = a.t als t0 = 0; s0 = 0; v0 = 0
2
Algemene verplaatsing:
- Positievector r⃗
- ∆ r=⃗
Verplaatsingsvector ⃗ r 2 −⃗
r1
∆r
⃗
Gemiddelde snelheid: ⃗vgem =
∆t
∆r
⃗
v1 = lim
Ogenblikkelijke snelheid: ⃗
∆t→0 ∆ t
∆v
⃗
Gemiddelde versnelling: a⃗ gem =
∆t
∆v
⃗
Ogenblikkelijke versnelling: a⃗ = lim
∆ t →0 ∆ t
De snelheidsvector ⃗v raakt steeds aan de baan. De
versnellingsvector a⃗ kan aan de baan raken, maar dat is zeker
niet altijd het geval.
a T verandert de grootte van de
Tangentiële versnelling ⃗
snelheidsvector (snelheid).
Normale versnelling ⃗a N verandert de richting van de beweging.
De eenparig cirkelvormige beweging (ECB)
Cirkelvormige baan, hoek θ en afstand s. Hoe groter θ is, hoe groter s is.
θ
- Hoek in graden: s = 2πr .
360°
- Hoek in radialen (rad): s = rθ
De verhouding tussen de hoek Δθ en het tijdsinterval Δt is constant:
∆ θ rad
o Hoeksnelheid ω = = constant
∆t s
θ = θ 0 + ω . (t – t0)
θ = ω.t als θ 0 = 0; t0 = 0
Verband tussen hoeksnelheid ω en snelheid v: v = r.ω
aantal 1
Frequentie f: aantal omwentelingen per seconde: = = Hertz (Hz)
seconde s
Periode T: tijd nodig voor 1 omwenteling in s.
F = 1/T
T = 1/f
In 1 periode T verplaatst de puntmassa zich over een volledige hoek van 2π.
2π
ω= ω=2 πf
T
Snelheidsvector ⃗v raakt steeds aan de baan, de versnellingsvector a⃗ staat
loodrecht op de snelheidsvector ⃗v en is naar het middelpunt gericht.
3
Formularium (vet = niet in formularium) & voorbeelden!
Prefixen:
peta P 1015
tera T 1012
giga G 109
mega M 106
kilo k 103
hecto h 102
deca da 101
--------------------------------------------- --------------------------------------------- ---------------------------------------------
deci d 10−1
centi c 10−2
milli m 10−3
micro μ 10−6
nano n 10−9
pico p 10−12
femto f 10−15
atto a 10−18
Beduidende cijfers:
Nullen achteraan tellen mee, nullen vooraan niet maar ze worden wel opgeschreven. Het aantal beduidende
cijfers van je uitkomst moet evenveel zijn als de term met de minst beduidende cijfers.
Nauwkeurigheid:
De uitkomst moet dezelfde nauwkeurigheid hebben als de minst nauwkeurige term.
Fysische grootheden en eenheden:
Grootheden en eenheden:
Dichtheid:
Massa: hoeveelheid materie
Volume: plaats die het voorwerp inneemt: 1l = 1dm3 = 10-3 m3
m kg kg
ρ= 3 of => Materiaalconstante
V m l
Dichtheid van oplossingen en mengsels:
Oplossing: massa neemt toe, volume blijft gelijk; dichtheid opl > dichtheid vloeistof.
Mengsels:
o Ideaal mengsel: mtot = m1 + m2 ; Vtot = V1 + V2
o Niet ideaal mengsel: mtot = m1 + m2 ; Vtot ≠ V1 + V2 wijkt af.
o Mengsel 2 vaste stoffen: mtot = m1 + m2 ; Vtot = V1 + V2
Hematocrietwaarde: verhouding rode bloedcellen t.o.v. totale volume bloed.
Concentraties:
hoeveelheid stof
concentratie stof = (%)
hoeveelheid oplossing
massastof
massaconcentratie stof = (%)
massa oplossing
1
, volume stof
volumeconcentratiestof = (%)
volume oplossing
Druk:
Druk p = een kracht loodrecht op een oppervlakte. Ze is recht evenredig met de uitgeoefende kracht en
omgekeerd evenredig met de oppervlakte.
F N
p= eenheid Pascal (Pa): 1 Pa = 1
A m2
1 atm = 101 325 Pa = 760 mm Hg 1 bar = 100 000 Pa
Hoe groter het oppervlakte, hoe kleiner de druk en omgekeerd.
Scalaire en vectoriële grootheden:
Scalaire grootheden:
Volledig bepaald door een getal + eenheid
Vb: temperatuur, massa, volume,…
Vectoriële grootheden:
4 kenmerken:
o Richting
o Aangrijpingspunt
o Zin
o Grootte
Vb: snelheid ⃗v, versnelling a⃗ en kracht ⃗
F
Oefeningen: p. 21-23
Mechanica:
Kinematica:
De eenparig rechtlijnige beweging (ERB):
Constante snelheid, rechte baan.
De verhouding tussen de afgelegde weg ∆ s en tijdsinterval ∆ t is constant:
∆s m
o Snelheid v = = constant
∆t s
Afgelegde weg is evenredig met tijdsinterval ∆ s ∆t
∆s = v . ∆t
GRAFIEK: De positie van de puntmassa word weergegeven in functie van de tijd s(t). Hoe groter v hoe
steiler de rechte.
s ( t )=s 0 +v .(t−t 0 )
s ( t )=v . t als t0 = 0; s0 = 0
De eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging (EVRB):
Verandering in snelheid = toename / afname.
De verhouding tussen de verandering van snelheid ∆ v en het tijdsinterval ∆ t is constant:
∆v m
o Versnelling a = 2 = constant
∆t s
Toename (∆ v > 0): a is positief stijgende rechte
Afname (∆ v < 0): a is negatief dalende rechte
De snelheid v(t) en de positie s(t) worden weergegeven in functie van de tijd.
2
, v ( t )=v 0+ a .(t−t 0) => rechte
1 2
s=s 0+ v 0 . ( t−t 0 ) + a .(t−t 0) => parabool
2
1 2
v = a.t en s = a.t als t0 = 0; s0 = 0; v0 = 0
2
Algemene verplaatsing:
- Positievector r⃗
- ∆ r=⃗
Verplaatsingsvector ⃗ r 2 −⃗
r1
∆r
⃗
Gemiddelde snelheid: ⃗vgem =
∆t
∆r
⃗
v1 = lim
Ogenblikkelijke snelheid: ⃗
∆t→0 ∆ t
∆v
⃗
Gemiddelde versnelling: a⃗ gem =
∆t
∆v
⃗
Ogenblikkelijke versnelling: a⃗ = lim
∆ t →0 ∆ t
De snelheidsvector ⃗v raakt steeds aan de baan. De
versnellingsvector a⃗ kan aan de baan raken, maar dat is zeker
niet altijd het geval.
a T verandert de grootte van de
Tangentiële versnelling ⃗
snelheidsvector (snelheid).
Normale versnelling ⃗a N verandert de richting van de beweging.
De eenparig cirkelvormige beweging (ECB)
Cirkelvormige baan, hoek θ en afstand s. Hoe groter θ is, hoe groter s is.
θ
- Hoek in graden: s = 2πr .
360°
- Hoek in radialen (rad): s = rθ
De verhouding tussen de hoek Δθ en het tijdsinterval Δt is constant:
∆ θ rad
o Hoeksnelheid ω = = constant
∆t s
θ = θ 0 + ω . (t – t0)
θ = ω.t als θ 0 = 0; t0 = 0
Verband tussen hoeksnelheid ω en snelheid v: v = r.ω
aantal 1
Frequentie f: aantal omwentelingen per seconde: = = Hertz (Hz)
seconde s
Periode T: tijd nodig voor 1 omwenteling in s.
F = 1/T
T = 1/f
In 1 periode T verplaatst de puntmassa zich over een volledige hoek van 2π.
2π
ω= ω=2 πf
T
Snelheidsvector ⃗v raakt steeds aan de baan, de versnellingsvector a⃗ staat
loodrecht op de snelheidsvector ⃗v en is naar het middelpunt gericht.
3