100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Histologie $4.30   Add to cart

Summary

Samenvatting Histologie

1 review
 245 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting histologie, zowel cursus als slides werden gebruikt.

Preview 4 out of 35  pages

  • October 1, 2020
  • 35
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: rani_depauw • 3 year ago

avatar-seller
Histologie:
1. De cel:
1.1 Cytoplasma:
Cytoplasma bestaat uit grondsubstantie of cytosol (matrix) waarin structuren voorkomen.
Matrix:
Bouw: grote eiwitmoleculen, koolhydraten, mineralen en water.
In matrix:
Microtubuli: beweging
o Bouw: eiwitbouwstenen (tubuline) → buisvormig diameter: 25 nm
Microtubuli zijn structuren die makkelijk kunnen groeien (polymerisatie) of inkrimpen
(depolymerisatie).
Assemblageprocessen en demontage kunnen elkaar snel afwisselen. Lengte microtubuli is dus
sterk afhankelijk van omstandigheden die assemblage regelen.
o Functie: zorgen samen met microfilamenten voor beweging binnen de cel.
Microfilamenten: beweging
o Bouw: globulair eiwit (actine) diameter: 7 nm
o Functie: speelt rol bij insnoering cel (celdeling).
Intermediaire filamenten of tonofilamenten: structuur
o Bouw: eiwitsamenstelling = weefselspecifiek diameter: 10 nm
o Functie: structurele stabiliteit
Microtrabeculae: fijne structuur
o Bouw: eiwitbouwstenen (collageen EW)
o Functie: zorgen voor fijnmazige netwerk waarin organellen zijn opgehangen.

 Cytoskelet: belangrijke rol bij beweging van cel zelf en beweging van macrofagen.
 Microtubuli zijn bouwstenen van bewegingsorganellen: cilia en flagella.

1.2 De nucleus of celkern:
Het kernmembraan:
Twee membranen met poriën, gescheiden door tussenruimte →
perinucleaire ruimte.
Kernporiën → communicatie → kern met cytoplasma.
Chromatine:
2 vormen:
- Heterochromatine:
o donkere korrels → met LM te zien
o sterk gecondenseerd
o Bevat DNA dat minder actief gebruikt wordt (inactief).
- Euchromatine:
o licht vezelig deel → met EM te zien
o netwerk van fijne, sterk gedraaide fibrillen
o Bevat DNA dat actief gebruikt wordt.




1

,Bouw: elementaire chromosoomfibrillen die bestaan uit sterk gewonden dubbelstrengig DNA,
gebonden aan histonen.
 Actieve kern heeft weinig zichtbaar chromatine bij LM en vice-versa.
Kernskelet:
Kernskelet omvat 3 onderdelen:
1. Kernporiëncomplex:
3 ringen van eiwitten, elk bestaande uit 8 eenheden. De ringen vormen
een korte tubulaire structuur.
2. Dichte eiwitlaag (laminine):
Het is een steunlaag tussen het binnenmembraan
en buitenste laag chromatine. Ze verbindt
kernporiëncomplexen aan elkaar. Ter plaatse van de
poriën wordt de eiwitlaag en heterochromatinelaag
onderbroken. Hierdoor ontstaat een opening tussen
cytoplasma en centraal gelegen euchromatine.
Functie: steunfunctie en belangrijk als
aanhechtingsplaats voor chromatine.
3. Kernfilamenten:
Ruimtelijk netwerk van eiwitten.
Functie: vorm kern en verspreiding chromatine.
Chromatinelussen worden opgehangen aan het kernskelet. Stukjes DNA aan het kernskelet
beginnen als eerste met de DNA-replicatie. Iedere chromatinelus is te beschouwen als
replicatieëenheid of replisoom.

 Kernskelet speelt belangrijke rol bij condensatie van chromatine tot chromosomen.
Nucleolus of kernlichaampje:
Bouw: ronde structuur opgebouwd uit DNA, RNA en eiwitten. Kleurt acidofiel (affiniteit tot zuur) door
aanwezigheid van sterk basische eiwitten.
Functie: synthese ribosomaal RNA (rRNA).

1.3 Celpathologie:
2 soorten celbeschadigingen
 Necrose / dood van de cel:
o Vitale functies gaan verloren.
o Irreversiebele wijzigingen.
 Degeneraties / celbeschadigingen:
o Vitale functies blijven in tact, beschadiging functies van huishouding cel.
o Meeste zijn reversiebel, oorzaak beschadiging wijzigen.
o Andere zijn irreversievel, meer resulteren niet in celdood.
Necrosis:
1 Definitie:
o Dood van afzonderlijke cellen of van isogene (gelijke oorsprong) groepen van cellen.
Kan plots gebeuren of voorafgegaan door reversiebele schade (necrobiose).
2 Herkennen van necrose:
o Desintegratie van de vitale functies is vaak al irreversiebel tegen dat het herkent kan worden.
o Herkenning nadat de cel gestorven is.
2.1 In weefselculturen:

2

,Bestuderen van verandering permeabiliteit celmembraan d.m.v. kleuring.
o Trypaan blauw:
- Normaal: kleurstof blijft buiten cel.
- Cel die sterft: kleuring van nucleï als gevolg van gestegen permeabiliteit.
o Neutraal rood:
- Normaal: kleuring lysosomen (opname door actief transport).
- Cel die sterft: minder kleuring.
2.2 Labeling van levende cellen: dmv radio-isotopen
2.3 In weefsels:
Met lichtmicroscoop (LM):
Nucleus:
o Karyolyse: kleuring met hematoxyline-eosine waarbij affiniteit
voor hematoxyline verloren gaat. Gevolg enkel kleuring door
eosine.
o Dens chromatine vormt:
▪ Pyknosis: dense hematoxylinofiele massa’s
▪ Karyorrhexis: hematoxylinofiele massa’s die uitbreken tot granules.
Cytoplasma:
o Cytoplasma = abnormaal homogeen + granulair; afbakening necrotische cellen.
o Opnemen H2O + desintegratie (afbreken); resten lipiden.
Enzymen:
o Activiteit enzymen vermindert snel.
Met elektronenmicroscoop (EM):
Nucleus:
o Gaten in kernmembraan
o Densiteit nucleoplasma daalt
o Chromatinegranules stapelen op → daarna → Kernmembraan verdwijnt
Cytoplasma:
o Gaten in membranen
o Abnormale, veelvormige insluitsels
o Gelaagde structuren met concentrische draaikolkvorm in celmembraan
o Fragmentatie en vacuolisatie ER en mito’s
o Ribo’s + golgi weg
Macroscopisch: indien het over grote groepen van cellen gaat
o Coagulatieve necrose: gezwollen, hard, mat en geel of bruin als het veel bloed bevat zoals lever,
milt en myocard.
o Colliquatieve necrose: vervloeiing bij hersenen
o Kaasvormige necrose: vb tuberculose (tbc)
o Vetnecrose: cellen gevuld met vetdruppels




3

, 3 Reacties op necrose:
Individuele cellen:
o Autolyse (cel zelfvernietiging) + vervanging door proliferatie.
Grote delen weefsel:
o Vervanging door ingroei van capillairen en fibroblasten (ECM) → fibreus litteken.
o Kaasachtige letsels en vetnecrose hebben grote affiniteit voor calcium en worden verkalkt.
Celdegeneraties:
1 Kernbeschadiging: soorten/oorzaken
 Mutatie genen
 Abnormaliteiten chromosomen
 Kernbeschadiging door voeding
 Toxische kernbeschadiging
2 Beschadiging aan celmembraan:
A. Osmotische schade:
a. Symptomen: opzwelling cel en afscheiding organellen.
b. Oorzaken: Verhoogde permeabiliteit voor Na+ / Verminderde afvoer Na+ door tekort
ATP / Vergiftiging enzymen die helpen met de Na-pomp
c. Gevolg: Vergrootte celvolume = minder intercellulair vocht → metabolietentransport
tussen cellen en bloedcirculatie verminderen
B. Verstoring transport van moleculen
C. Aantal receptoren op celmembraan dalen door: genetische afwijking, overstimulatie of
gifblokkering
D. Desmosomenbeschadiging: aantal desmosomen daalt.
Desmosoom: structuur in celmembraan die zorgt voor aanhechting tussen cellen.
3 Beschadiging aan organellen:
I. Endoplasmatisch reticulum:
o Osmotische schade: opzwelling (zie hierboven)
Gevolgen: SER: verminderde functionering
RER: afsterven ribosomen → eiwitaanmaak daalt
II. Mitochondriën:
o Osmotische schade
Gevolgen: verminderde zuurstoftoevoer en ATP-productie daalt
III. Lysosomen: Beschadiging:
o Oorzaken: bacteriële toxines
hypervitaminose A
necrose macrofagen na inname silica
jicht: fagocytose van monocalciumuraat
Foto-sensiviteit
4 Metaplasie:
Metaplasie: transformatie van 1 type gedifferentieerd weefsel in een ander type.
Voorbeelden:




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliecarteus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.30  13x  sold
  • (1)
  Add to cart