Hoorcollege 1
Het Filmverhaal
- Fase 1: Don’t tell them, show them! (Zeg het met beelden, niet met woorden!) Je
legt het verhaal bij voorkeur niet uit door middel van dialogen, maar door de juiste
structuur, personages en door de juiste beelden. Niet te veel aanwijzingen wel
betrekking tot einde. Acteurs weten precies hoe ze daar invulling aan moeten geven.
Gebruik scene beschrijvingen, wat er te zien is.
- Fase 2: Dan wordt er een storyboard gemaakt: een boekwerk waarin elk shot binnen
een filmscene uitgetekend wordt. De manier waarom de toeschouw het ziet. Keuze
gemaakt tot betrekking tot kader van welke hoek. Waar de aandacht naar uit moet
gaan in kleur, dat moet in iedergeval scherp zijn.
Drama, dramaturgie en narrativiteit:
➢ Drama: wil zeggen dat er een verhalend verloop is, niet per se tragedie. Wel
oorsprong in tragedie: Aristoteles (Poetica).
- Poetica Aristoteles.
Aristoteles schreef het boek Poëtica. Hierin schreef hij de wetten van drama. Het is
een opsomming van regels waar een theatermaker zich aan moet houden.
Poëtica bestond uit twee boeken:
1. Tragedie en epos
2. Komedie
Epos = belangrijke mythologische of historische personen/gebeurtenissen.
➢ Dramaturgie: het maken van het verhaal en de spanningsopbouw daarin creëren. Zo
kan je de aandacht van je toeschouwer vasthouden.
➢ Narrativiteit: de wijze waarop een verhaal verteld wordt.
,Elementen van de tragedie (Aristoteles)
- Moet bestaan uit schouwspel (wijze)
- Uit liederen en taal (medium)
- Inhoud van het verhaal: plot, karakters en denken (onderwerp)
- Plot is alle belangrijkste: hij noemt het de ziel van de tragedie en karakters komen op
de tweede plaats. Het gaat om handelingen.
- Herkenningen
- Lijden van de hoofdpersoon
- Peripetieën: (plotselinge ommekeer die berust op een onverwachte samenhang:
Oedipus) Oeditpus betekend gezwollen voeten (door het doorsnijden van de pezen)
Plot (Aristoteles):
- Moet geheel zijn, maar ook te overzien zijn: begin, midden, einde. (proloog, episode,
epiloog), maar ook samenhang door waarschijnlijkheid of noodzakelijkheid.
- Moet een omslag in het lot van de held met zich meebrengen
- Werkt het sterkst als zij overtuigend geformuleerd is en een onverwacht aangrijpend
verloop heeft.
- Met betrekking tot een succesvolle plot, is het noodzakelijk dat zij:
1. Een enkele handelingsverloop met 1 afloop en niet een dubbelen handeling heeft
2. Een verandering vertoont van geluk naar ongeluk (niet andersom) (in het geval van
een tragedie)
3. Een grote fout gemaakt door iemand van gemiddelde goedheid of beter (niet
slechter)
, 3 delen (akten)
- Proloog: voorstuk: neerzetten van de sfeer.
1. Sfeer
2. Expositie: introduceren van de karakters. Wie is hoofdpersoon, wie omringen de
hoofdpersoon etc.
3. Motorische moment: laatste moment van de proloog. Het moment dat de
hoofpersoon een doel krijgt.
- Episode: middenstuk:
1. Opbouw spanning
2. Catastrofe: (crisis, climax): hoogte punt bereikt. Hoofpersoon zijn doel wel/niet
bereikt? Beslissende wending
3. Afwikkeling catastrofe: alles na het hoogtepunt
- Epiloog: einde.
1. Ontknoping: waarheid komt omhoog of probleem wordt opgelost.
2. Catharsis: Grieks woord. Ander moeilijk woord loutering. Ontknoping kan goed of
slecht uitgepakt zijn voor hoofdpersoon. Maar jij leeft met de hoofdpersoon mee. De
acceptatie van zowel de hoofdpersoon als van jou hoe het verhaal eindigt.
3. Afbouw: alle lijntjes die nog open staan komen hier samen.
Narratief father & daughter voorbeeld 1:
- Motorisch moment: 1-6. Vader gaat weg
- Episode: dat ze elke keer teruggaat.
Catastrofe: dat ze in het bootje gaat liggen. Want ze moet op dat moment dealen
met het feit dat haar vader definitief weg is.
- Ontknoping: ander moment dan catastrofe. Ontknoping is wanneer ze haar vader
later terugziet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Romeewinkel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.