Samenvatting strafrechtelijke hulpverlening. Geschreven tijdens mijn minor werken in gedwongen kader.
De samenvatting bevat:
- Focus op jeugdcriminaliteit hoofdstuk 2 en 4
- Artikel RvdK protocol strafzaken
- Delictvrije toekomst hoofdstuk 1 en 2
- Artikel jeugdreclassering
- Wat werkt in geslote...
In ons land is er sprake van scherpe leeftijdsgrenzen als het gaat om de vraag wat strafbaar gedrag is
en wat jeugdcriminaliteit is. De kern van ons strafrecht is dat de strafrechtelijke
verantwoordelijkheid met het toenemen van de leeftijd groter wordt.
- Onder 12 jaar is er geen strafrechtelijke verantwoordelijkheid en zijn jeugdigen niet
vervolgbaar.
- Van 12 tot 18 jaar spreken we van strafrechtelijke minderjarigen op wie het jeugdstrafrecht
van toepassing is.
- Vanaf 18 jaar geldt het algemene strafrecht, ook wel het volwassenstrafrecht genoemd.
In politiekringen wordt bij jongeren onder de 12 jaar gesproken van kinderdelinquenten of twaalf-
minners. Als een jongere onder de leeftijd van 12 jaar een strafbaar feit pleegt, wordt er bij
aanhouding van de politie geen proces verbaal opgepakt. Bij deze doelgroep is de pedagogische
aanpak meer op zijn plaats dan een strafrechtelijke aanpak. Deze meldingen worden dan ook bij de
RvdK geregistreerd als opvoedingszaak en niet als strafzaak.
Het jeugdstrafrecht is geen aparte wet, maar een serie wettelijke bepalingen binnen het algemene
strafrecht. In het wetboek van strafrecht staan bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op de
categorie personen op wie het jeugdstrafrecht van toepassing is.
Jeugdcriminaliteit verwijst naar gedrag van jongeren van 12 tot 18 jaar waarbij bepaalde, in
wetboeken vastgelegde, normen worden overtreden en waarop een straf staat.
In ons land is het ook mogelijk dat een jongere (16 of 17 jaar) gestraft wordt onder het
volwassenstrafrecht. Het gaat dan om die gevallen waar dat gezien de verdachte en de aard van het
misdrijf noodzakelijk is. Het gaat om zaken die op een koele of berekende wijze gepleegd worden.
Focus op jeugdcriminaliteit hoofdstuk 4
Kick gedrag is een korte actieve periode van wetsovertreding.
- Normaal gedrag in vriendengroepen (leeftijdsgebonden)
- Experimenteren met criminaliteit en op zoek naar gedragsgrenzen en vinden van zelfcontrole
- Gelegenheidscriminaliteit (de gelegenheid maakt de dief)
- Kick gedrag verdwijnt van zelf
- Crime de passage – kinderachtig en toekomst niet op het spel zetten
Harde kern leden gaan door met het plegen van strafbare feiten.
- Langere criminele carrière dus carrièrecriminaliteit
- Kampen met psychologische problemen (psychopathologische delinquent)
- Signalen zijn vroeg zichtbaar – jong geleerd is oud gedaan
- Op zeer jonge leeftijd in aanraking met justitie
- Ouders zijn niet geïnteresseerd of zelfs deelgenoot
- Kosten-baten afweging
1
,De volgende punten zijn opvallend als het gaat om harde kern jongeren:
Begin op jonge leeftijd. Ze beginnen al op hele jonge leeftijd met het plegen van delicten, waardoor
ze een lange criminele carrière doorlopen.
Criminaliteit loont en de pakkans is klein. Met het toenemen van de leeftijd plegen ze delicten meer
voor het financiële gewin. Uit ervaring weten ze dat de kosten laag zijn en de baten hoog.
Contacten in het criminele circuit. Harde kern jongeren bouwen contacten op in de criminele
onderwereld.
Afwijkend toekomstperspectief. Deze jongeren zijn steeds minder geneigd om een aangepaste,
maatschappelijke carrière te gaan doorlopen. De mogelijkheden zijn gering en ze weten dat de
maatschappij hen weinig te bieden heeft (onafgemaakte en lage opleiding).
Meelopers lijken in veel opzichten op de harde kern.
- Rekruten = solliciteren naar lidmaatschap van harde kern
- Afzwaaiers = behoorden vroeger tot harde kern maar nu meer tot periferie
- Meer sociale binding en normbesef
- Crimineel gedrag is incidenteel en ze treden groepsgewijs op zonder planning
Stelselmatige daders zijn recidivisten die verantwoordelijk zijn voor veel criminaliteit
- Ook wel draaideurcrimineel of routinier
- Veelpleger bij meer dan 10 antecedenten op zijn naam
- Minderjarige veelpleger (12 tot 17 jaar) heeft 5 antecedenten op zijn naam
Psychopathologie is een verzamelbegrip voor het geheel van psychische stoornissen en
psychopathologische processen. Psychopathologie verwijst naar begrippen als psychische stoornis,
geestesziekte en psychiatrische patiënt. In de psychopathologie is er pas sprake van een stoornis als
er wordt voldaan aan de volgende 3 voorwaarden
1. Het betreft een abnormaal verschijnsel. Abnormaal is wat afwijkt van een sociale norm.
2. De stoornis brengt ongemak, lijden of bezorgdheid teweeg bij betrokkenen.
3. De kenmerken van de stoornis dienen te passen binnen het wetenschappelijk
begrippenkader.
4. Er moet sprake zijn van een aanhoudend probleem (dus niet alleen in adolescentie).
Veel voorkomende psychiatrische stoornissen bij jongeren in relatie tot delinquent gedrag.
Zwakbegaafdheid en verstandelijke handicap. We spreken van een verstandelijke handicap als
iemand een IQ heeft van minder dan 70. Verminderde verstandelijke vermogens worden wel
meegewogen bij een eventuele strafmaatregel.
Alcohol en drugsmisbruik. Verslaving aan middelen wordt gezien als een stoornis. Alcohol en
drugsmisbruik maakt onderdeel uit van het experimenteergedrag. Angsten, depressies en
stemmingsstoornissen kunnen ook leiden tot een vlucht in de roes van alcohol en drugs.
ADHD. Kenmerkend voor ADHD zijn drie clusters namelijk aandacht, impulsiviteit en hyperactiviteit.
We kunnen concluderen dat ADHD aan de basis kan liggen van crimineel gedrag op jonge leeftijd. Er
is sprake van een ketemeactie. ADHD leidt ertoe dat kinderen zich slechter aanpassen aan de sociale
omgeving en daardoor vaker in conflict komen. Op lange termijn kan dit leiden tot ontsporing.
Gedragsstoornissen. We kennen 2 groepen namelijk oppositioneel/opstandig (vijandig en dwars) of
antisociaal (weglopen en mishandelen). Kinderen met frequent antisociaal gedrag blijken degenen te
zijn die een grotere kans lopen om in de toekomst gewelddadig gedrag te vertonen. Een antisociale
stoornis moet beschouwd worden als een omstandigheid die gewelddadig gedrag stimuleert.
Internaliserende stoornis. Groot deel van de delinquenten heeft last van depressies. Het gaat om
gevoelens van minderwaardigheid en schuld en het ontbreken van toekomstperspectief.
2
,Onder zedendelinquentie verstaan we gedragingen als verkrachting, ontucht, aanranding of
pornografie. We spreken van seksueel misbruik. Bij ongeveer 60% van de jeugdige
zedendelinquenten is sprake van een crime de passage. Het gaat dan vaak om fust offenders, er is
sprake van uit de hand gelopen experimenteergerag en de jongeren recidiveren nauwelijks.
Ongeveer 30% van de zedendelinquenten pleegt zedendelicten als onderdeel van een breder
criminaliteitspatroon. Deze groep noemen we generalisten. De laatste 10% zijn specialisten. Hun
slachtoffers zijn vaak kinderen die een paar jaar jonger zijn en is er sprake van een seksuele afwijking.
Strafbaar seksueel gedrag is niet per definitie een stoornis. Voor het label stoornis moet voldaan
worden aan de 4 eerder genoemde voorwaarden. Bij een kleine categorie zedendelinquentie is er
sprake van psychoseksuele stoornis. Dit wordt ook wel parafilie genoemd.
In groepsverband plegen jongeren vaak meer en ernstigere delicten. We spreken van problematische
jeugdgroepen. Het gaat nadrukkelijk om groepen die in het publieke domein voor overlast en
criminaliteit zorgen.
Hinderlijke groepen. Deze groepen komen samen en hangen rond in hun eigen wijk. De omvang ligt
tussen de 10 en 20 jongeren. Ze hebben een Nederlandse achtergrond. Deze criminaliteit leidt
hooguit tot een halt straf of een boete.
Overlastgevende groepen. Deze groepen tellen tussen de 10 en 20 leden. De leeftijd ligt hoger. Het
opleidingsniveau is lager. Jongeren zijn vroegtijdig van school gegaan of zijn al werkloos. De
groepsleden hebben een verschillende etniciteit.
Criminele groepen. Gemiddeld 30 leden. Het opleidingsniveau is extreem laag. Velen zijn werkloos.
De samenstelling is etnisch gemengd of volledig allochtoon. Dit type groep handelt professioneel. E
plegen zwaardere criminaliteitsvormen.
Vanuit de sociobiologische en biogenetische criminologie is geopperd dat genetische eigenschappen
van vrouwen gegroepeerd zijn rondom het gemiddelde. Dit leidt tot geringe variabiliteit van
karaktereigenschappen en dit leidt weer tot conservatisme en conformisme.
Er is aandacht voor genetische factoren in combinatie met sociale, economische en opvoedkundige
factoren die gezamenlijk bepalen hoe groot de kans is dat iemand het criminele pad op gaat.
Vanuit de psychologische criminologie wordt gewezen op het belang van affectieve relaties.
Kinderen die in hun jeugd verwaarloosd worden, lopen hoger risico op crimineel gedrag.
De sociale controletheorie van Hirschi heeft veel invloed gehad op de verklaring van
jeugdcriminaliteit. Ook vanuit deze theoretische stroming wordt gewezen op een verschil in sociale
binding tussen jongens en meisjes. Het beperkte aandeel van meisjes in de criminaliteit wordt
verklaard door hun sterke sociale binding met de samenleving.
Spreken we van de grote vier dan wordt vastgesteld dat Marokkanen, Antilianen, Surinamers en
Turken het meest actief zijn. Er zijn diverse oorzaken te noemen waarom deze 4 groepen fors
oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteitsstatistieken.
- In allochtone groepen in ons land zijn de zogeheten sterke criminele leeftijdsgroepen meer
vertegenwoordigd. Het betreft mannen van 15 tot 35 jaar.
- Allochtone gezinnen in ons land zijn meer geconcentreerd in de armste grootstedelijke
woongebieden.
- Allochtonen in ons land behoren in veel sterkere mate in sociaaleconomisch opzicht tot de
lagere regionen van de samenleving. Ze zijn vaker werkloos en hebben een laag inkomen.
Er is nog een vierde, meer sociale cultureel bepaalde oorzaak. Voor de mediterrane groepen zijn dit
het cultuurconflict en de blijvende oriëntatie op het land van herkomst. Het cultuurconflict betreft
de tweestrijd tussen de westerse maatschappij en haar normen en waarden tegenover de
traditionele en religieuze normen en waarden uit het land van herkomst. De blijvende oriëntatie op
het land van herkomst heeft consequenties voor het zij-wij gevoel, waardoor volledige integratie en
acceptatie van Nederlandse normen moeizaam verloopt.
3
, Artikel RvdK protocol strafzaken
Het uitgangspunt is dat bij het jeugdstrafrecht toezicht en begeleiding wordt opgedragen aan de
gecertificeerde instelling (G.I.) die de jeugdreclassering uitvoert. Vanaf 16 jaar kan toezicht en
begeleiding door een instelling voor volwassenreclassering worden opgelegd.
De RvdK stelt zich ten doel bij te dragen aan een strafrechtelijke reactie op delict gedrag die ook naar
pedagogisch maatstaven verantwoord is. De RvdK kiest een aanpak die de jeugdige mogelijkheid
biedt om te leren van zijn fouten en zijn gedrag bij te sturen.
Tijdens een jeugdstrafzaak maken de partners gebruik van het landelijk instrumentarium
jeugdstrafrechtsketen (LIJ). Het LIJ is een op wetenschappelijke inzichten gebaseerd pakket van
instrumenten om jeugdigen te screenen, het risico op recidive in te schatten en zorgen te signaleren.
Zo kan de RvdK tijdens het onderzoek zien wat de jeugdige nodig heeft om zijn gedrag ten goede te
veranderen, en daarmee de kans op recidive te verkleinen. De RvdK ziet ook een belangrijke rol voor
ouders weggelegd. Het onderzoek van de RvdK in jeugdstrafzaken is mede gericht op bevordering
van een gezonde ontwikkeling naar volwassenheid en zelfstandigheid.
De RvdK heeft verschillende taken. Als eerst de voorlichting en adviestaak. De RvdK heeft de
wettelijke voorlichtings- en adviestaak aan de OvJ, de rechter-commissaris en de kinderrechter.
Tijdens de uitvoering van deze taak vindt ook selectie plaats van de jongere die een verhoogde kans
lopen op nieuwe strafbare feiten. De OvJ is wettelijk verplicht om de RvdK om inlichtingen te vragen.
De RvdK heeft bevoegdheid om rapport en advies uit te brengen.
Het proces in jeugdstrafzaken start op het moment dat een minderjarige is aangehouden door
politie. Volgens het procesontwerp ZSM Jeugd bepaalt de OvJ of de zaak direct kan worden afgedaan
of in wordt gebracht in het afstemmingsoverleg met de RvdK. Ter voorbereiding informeert de politie
de RvdK over de identiteit van de verdachte en over het gepleegde delict. Ook wordt de uitkomst van
het LIJ benoemt. Dit is uitgedrukt in een score dat kans op herhaling voorspelt. Aan de hand hiervan
brengt de RvdK advies uit aan de OvJ over de afdoeningsbeslissing of routeringsbeslissing.
Als een jongere in verzekering wordt gesteld, wordt de RvdK op de hoogte gebracht. Zij verrichten
dan vroeghulp. De vroeghulp heeft een primair doel om informatie te verzamelen over de jeugdige
en diens achtergronden ten einde bij de voorgeleiding advies te kunnen geven aan de rechter-
commissaris over de schorsing van de voorlopige hechtenis.
De RvdK heeft ook een informatie- en consultatietaak. Bij alle verdachten van 18 tot 23 jaar die
vanuit ZSM worden gedagvaard, kan de OvJ advies inwinnen bij de reclassering (3RO) over de
beslissing van het aanvragen van reclasseringsadvies en het wel of niet vorderen jeugdstrafrecht. De
3RO vraagt informatie op bij de RvdK over het civiel- en strafrechtelijk verleden. Op basis van de
informatie is ook bekend of er sprake is van lopende begeleiding vanuit jeugdreclassering.
Tijdens het opstellen van een adviesrapportage over een 18 tot 23-jarige, neemt de 3RO contact op
met de medewerker adviesteamzaken van de RvdK voor consultatief overleg. Dit kan alleen als er
wordt overwogen om het jeugdstrafrecht te adviseren. Dit wordt dan gedaan met het oog op een
passend en effectief strafadvies. Als de RvdK besluit om een 16- of 17-jarige de begeleiding van 3RO
te adviseren, neemt de RvdK contact op met de 3RO voor een consultatief overleg.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambersmeenk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.