COMPLETE TEST BANK: ESSENTIAL CELL BIOLOGY 5TH EDITION ALBERTS [ CONTAIN ANSWER KEY Questions with 100% correct Answer.
All for this textbook (62)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geneeskunde
Gezonde en zieke cellen I
All documents for this subject (49)
3
reviews
By: meriamkhalil • 1 year ago
By: Ballieee1501 • 2 year ago
By: pwhpeters • 3 year ago
Translated by Google
Representative for GZC1
Seller
Follow
daanannaveld
Reviews received
Content preview
GZC I week 2 → vragen
Voorstudie 2
1. Waardoor worden alle cellen omgeven?
a. Celwand
b. Cytoplasma
c. Cytosol
d. Plasmamembraan
2. Welke cellen bevatten DNA?
a. Alle cellen
b. Alleen de moedercel na celdeling
c. Alleen dochtercellen na celdeling
d. Geen van de bovenstaande
3. Verschillende soorten cellen bevatten verschillend DNA.
a. Juist
b. Onjuist
4. Wat is de diameter van een typische dierlijke cel?
a. 3 – 10 μm
b. 5 – 20 μm
c. 7 – 25 μm
d. 10 – 30 μm
5. Welke stelling(en) over elektronenmicroscopie is of zijn juist?
I: De kleinste organellen kunnen zichtbaar worden gemaakt.
II: Het preparaat behoeft uitgebreide voorbereiding.
III: Preparaten kunnen levend bekeken worden.
a. Stelling I is juist, stelling II is juist en stelling III is onjuist.
b. Stelling I is juist, stelling II is onjuist en stelling III is onjuist.
c. Stelling I is onjuist, stelling II is juist en stelling III is onjuist.
d. Alles stellingen zijn onjuist.
GZC I → week 2 → vragen → 1
,6. Waarvoor wordt een fluorescentiemicroscoop gebruikt?
a. Om de slechte kwaliteit van de lens te compenseren.
b. Om de slechte kwaliteit van het licht te compenseren.
c. Om specifieke cellen in weefsel te lokaliseren.
d. Om specifieke grote moleculen in een cel te lokaliseren.
7. Welk organel bevat de genetische informatie?
a. Golgi-apparaat
b. Mitochondrium
c. Nucleus
d. Ruw endoplasmatisch reticulum
8. Welke stelling is onjuist?
a. Het endoplasmatisch reticulum en het Golgi-apparaat produceren
complexe moleculen voor export uit de cel en voor insertie in
celmembranen.
b. Lysosomen breken grote moleculen af.
c. Mitochondriën produceren ATP.
d. Alle genoemde organellen en de nucleus bevinden zich in het
cytoplasma.
9. Het cytosol bevat een kleine concentratie van een mengsel van kleine en grote
moleculen.
a. Juist
b. Onjuist
10. Waar zijn eiwitfilamenten verantwoordelijk voor?
⬜ Beweging van een cel
⬜ De vorm van een cel
⬜ Intercellulair transport van grote moleculen
⬜ Intercellulair transport van organellen
⬜ Intracellulair transport van grote moleculen
⬜ Intracellulair transport van organellen
11. Hoeveel eiwitcoderende genen heeft een mens ongeveer?
a. 8.000
b. 19.000
c. 210.000
d. 3.110.000
GZC I → week 2 → vragen → 2
, 12. Geef argumenten voor de (on)juistheid van de volgende uitspraak: de erfelijke
informatie van een cel wordt doorgegeven door haar eiwitten.
13. Geef argumenten voor de (on)juistheid van de volgende uitspraak: behalve
eicellen en spermacellen, hebben alle kernhoudende cellen in een multicellulair
organisme hetzelfde aantal chromosomen.
14. Geef argumenten voor de (on)juistheid van de volgende uitspraak: het cytosol
bevat door membraan ingesloten organellen zoals lysosomen.
15. Geef argumenten voor de (on)juistheid van de volgende uitspraak: de celkern
en een mitochondrium zijn beide omgeven door een dubbelmembraan.
16. Geef argumenten voor de (on)juistheid van de volgende uitspraak: lysosomen
en peroxisomen zijn de plaatsen van afbraak van ongewenst materiaal.
17. Wat is het voordeel van multicellulaire organismen?
Hoorcollege 6
18. Hoeveel cellen heeft een mens ongeveer?
a. 1 * 1012
b. 1 * 1014
c. 1 * 1016
d. 1 * 1018
19. Hoeveel soorten cellen heeft een mens ongeveer?
a. 100
b. 150
c. 200
d. 250
20.Welke microscoop is geschikt om afzonderlijke eiwitten zichtbaar te maken?
a. Elektronenmicroscoop
b. Lichtmicroscoop
21. Waar wordt rRNA geproduceerd?
a. Nucleus
b. Nucleolus
c. Ribosomen
d. Ruw endoplasmatisch reticulum
GZC I → week 2 → vragen → 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.