Stedelijke Dynamiek Bijbel
Samenvatting eerste tentamen
BLOK 1.
HC1. Stedelijke Dynamiek
- Drijvende krachten: DK
Overstijgen de stad/ sociale en fysieke veranderingen/ multi-scalar: kijken op
verschillende schaalniveaus (vb. eerste macdonalds is anders in Moskou dan in de
VS)
1. Het Milieu: klimaatverandering
2. De Samenleving: demografie, en klasse en stratificatie
3. De Economie: economische structuur en globalisering
4. De Staat: verzorgingsstaat, politiek en ideologie
5. (De Techniek)
6. De Tijd: lagen als een taart
beperken met planologie: zo worden niet alle huizen bijvoorbeeld koopwoningen,
maar is er ook gedwongen sociale huur
geleiden met planologie: + verandering: vb. financieren oud gebouw tot
sportschool
1. Sociale dynamiek, zoals Segregatie, Gentrificatie, Consumptie, Emancipatie en
Sociale Vooruitgang, Sub-urbanisatie
2. Economische dynamiek, zoals structuurveranderingen in de stedelijke economie en het
ontstaan van een creatieve en innovatieve stad
3. Stedelijke mobiliteit, zoals veranderingen in mobiliteitspatronen en verandering van
vervoerssystemen en -structuren
4. Smart City
5. Klimaatmitigatie en –adaptatie in de stad
- Belang van SD: invloed op
hoe de levens van mensen lopen: langetermijnkansen
functioneren samenleving (vb. slecht functionerende steden stemmen vaker rechts
als Trump)
motoren van de economie
klimaat(verandering)
, - Actor: eenheid die in staat is te handelen
Sociale wetenschap: toren van Babel: verschillende argumenten die niet goed te vergelijken
zijn: verklaringsmodellen (paradigma’s) zijn op verschillende uitgangspunten gebaseerd
Mens is rationeel/ emotioneel en intuïtief/ sociaal/ machtsbewust en machtsbelust
Perspectieven
- Psychologisch: creativiteit
- Macht: Smart City
- Rationeel: individu motieven
- Normen en identiteit
HC2. SD Geografische en planologische zienswijze
Ruimtelijke invalshoek sociale relaties
Ruimte/ space: = generieke term (kenmerkend voor categorie)/ soort ruimte (vb. tourist
space)
Morphologie: fysieke ruimte
o vb. kenmerken van een kustplaats
Territoria: geregelde ruimte:
o vb. gemeente Amsterdam (juridische grenzen)
o vb. gangs: informele ruimtes/ grenzen
Functies: gebruiksruimte
o Vb. verandering: productieruimte consumptieruimte
o Vb. activiteit weiland of woongebied
Mensen: leefruimte:
DK nieuwe type ruimten
Vb. tourist spaces: binnenstad van Amsterdam
Ruimtelijkheid/ spatiality
Ruimte is onderdeel van sociaal proces: ruimtelijke aspect sociaal proces
Ruimte als eigenschap van natuurlijke en soci-technische systemen
Vb. ruimtelijkheid dagelijks leven is veel ingewikkelder geworden
Vb. kan ook op basis van productiesystemen of processen voetprint
Vb. ongelijkheid ov segregatie woningen
Plaats/ space
‘A specific site, whether an entire city or a smaller location therein, that is shaped by human
beings and shapes the lives of human beings’ (Chen et al, 2012, 20)
Identiteit
Gemeenschap: gevoel van cohesie
Veiligheid
o normatieve invalshoek: nadruk op de invloed van het dagelijks leven
Thick places: hechte sociale relaties vb. dorp
Thin places: geen sociale relaties vb. station
Uniciteit: specifieke kenmerken van bepaalde plaatsen
Plaatsen staan niet op zich locatie
, Couch redenen voor
planning
negatieve externe
effecten: afwenteling
door de ruimtelijke
nabijheid in steden
Vb. airbnb
geluidsoverlast
Vb virussen in arme
buurten verplaatsen
zich ook naar rijke buurten, omdat ze zo dichtbij zijn
markt imperfecties: vraag en aanbod: de markt regelt het pas als er vraag naar is
free riding/ positieve externe effecten: toch profiteren zonder te betalen
Vb. openbare parken
justice/ paternalisme (staat als vaderfiguur): markt leidt tot ongelijke uitkomsten: onrecht/
ongelijkheid, maar iedereen moet toch goed kunnen leven
Vb. overheid ‘weet het beter’: - roken
Strategic outcomes (Scott): menging markten zorgen voor goed resultaat
Vb. niet alleen woningen of kantoren in steden
Couch planologische zienswijze
- Mediation of space: discussie over de ruimte: verbeelding/ controle en regulatie/
tegengaan negatieve externe effecten theorie in planologie vb. bouwvergunning
- Making of place: visie vb. Omgevingswet/ Hoog Caterijne: complementair voor
Utrecht
- Government governance
1. Reguleren competitie/ horizontale coördinatie/ marktwerking
terughoudende overheid
2. Hiërarchie/ verticale coördinatie/ top-down/ controle verzorgingsstaat
Vb. Bijlmer
3. Network/ samenwerking/ collaborative governance samenwerkende
overheid met de marktpartijen
Vb. Oostpoort: mixen van marktpartijen en doelen
- Process/ stakeholders: theorie van planologie
- Wie profiteert?
Couch: planologie is politieke afweging
Harvey: marxist: oneerlijke groei door kapitalisme, want planning is niet in belang
van de stad
Molotch: stad is een groeimachine: samenwerking overheid en machtige partijen
Publieke investeringen en private winsten
framing: frame op werkelijkheid bieden/ wereld voorstellen
er zijn positieve en negatieve frames
- Cognitieve biases en taal (+/- ontwikkeling schetsen)
- Metaforen: ‘stad is organisme’
, - Iconen/ prototypes/ symbolen
voorbeelden van steden
Vb. Bijlmer is een negatief beeld en LA is het prototype voor de naoorlogse autostad
HC3. DK: Bevolkingsloop en migratie
- Demografie: geografie van de bevolking
- Fertiliteit: geboorte en mortaliteit: sterfte
Geboortecijfer = jaarlijks aantal levend geborenen (per 1000
leden bevolking)
Sterftecijfer = jaarlijks aantal sterfgevallen (per 1000 leden bevolking)
Vruchtbaarheidscijfer = gemiddeld aantal kinderen per vrouw (2.1 is belangrijk)
Reproductiecijfer = gemiddeld aantal dochters per vrouw
Geboorte > sterfte: over de hele wereld en nl
agrarische revolutie
betere medische zorg
Eerste demografische transitie
- Bevolking Nederland en Zweden groeit ondanks dalende vruchtbaarheid
mensen worden gemiddeld ouder (vrouwen ouder dan mannen, omdat ze in het
begin van de 20ste eeuw vrijgesteld werden van zwaar lichamelijk werk in fabrieken)
migratie (bevolkingsgroei hele wereld, dus migratie is logisch)
- Natuurlijke aanwas: geboorte > sterfte (verschilt ook in NL, vb. krimpgebieden aan
de randen van NL)
- Vruchtbaarheid is lager geworden door lager sterftecijfer
- Afname geboortecijfer door bredere verandering huishoudens
(allochtonen passen zich vaak aan aan de bevolking van Nederland, dus bij hen dalen
de geboortecijfers ook, ook omdat ze vaak nog jong zijn)
huishoudens worden kleiner en groeien dus sneller: aantal 1persoons huishoudens
groeien
kinderarbeid niet meer nodig
anticonceptie en emancipatie verdeling werk
verzorgingsstaat: VZS afname kindersterfte, dus kans op overleven wordt groter en
er is minder economische noodzaak, aangezien de vzs voor je zorgt als je oud bent en
niet meer kan werken
individualisering en veranderende positie van het gezin in de maatschappij,
mogelijk gemaakt door politiek en economie (vb. parttime werken etc)
conventies (gezinsstructuur, seksualiteit, samenlevingsvormen, zelfstandigheid
kinderen, huwelijksleeftijd, echtscheidingen, aantal kinderen)
Tweede demografische transitie: groei van en meer diversiteit aan
huishoudens
Demografische transitie:
1. Veel kinderen krijgen, want er sterven er ook veel
2. Medische zorg verbeterd, dus ook meer kinderen worden geboren en blijven leven
3. Minder noodzaak kinderen, geboorte daalt
4. Kleinere huishoudens
5. Geboorte < sterfte: bevolkingsgroei daalt
Relatie met andere DK: hulpbronnen/ economie/ klimaat en milieu/ staat
Neerslag: bevolkingsgroei en dynamiek op lager schaalniveau
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pipkupers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.