100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Stedelijke Dynamiek samenvatting tentamen $11.23
Add to cart

Summary

Stedelijke Dynamiek samenvatting tentamen

 162 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Stedelijke dynamiek samenvatting tentamen Universiteit van Amsterdam jaar 2020

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 33  pages

  • October 4, 2020
  • February 2, 2021
  • 33
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Pip Kupers, 12849014, UVA

Stedelijke Dynamiek Bijbel
Samenvatting eerste tentamen
BLOK 1.

HC1. Stedelijke Dynamiek

- Drijvende krachten: DK
Overstijgen de stad/ sociale en fysieke veranderingen/ multi-scalar: kijken op
verschillende schaalniveaus (vb. eerste macdonalds is anders in Moskou dan in de
VS)

1. Het Milieu: klimaatverandering
2. De Samenleving: demografie, en klasse en stratificatie
3. De Economie: economische structuur en globalisering
4. De Staat: verzorgingsstaat, politiek en ideologie
5. (De Techniek)
6. De Tijd: lagen als een taart

 beperken met planologie: zo worden niet alle huizen bijvoorbeeld koopwoningen,
maar is er ook gedwongen sociale huur
 geleiden met planologie: + verandering: vb. financieren oud gebouw tot
sportschool

- Stedelijke dynamiek: SD
 verandering in
eigenschappen (functies/ betekenis/ bevolking/ dimensie)
ruimtelijke patronen (ongelijkheid/ segregatie/ clustering/ menging etc)

1. Sociale dynamiek, zoals Segregatie, Gentrificatie, Consumptie, Emancipatie en
Sociale Vooruitgang, Sub-urbanisatie
2. Economische dynamiek, zoals structuurveranderingen in de stedelijke economie en het
ontstaan van een creatieve en innovatieve stad
3. Stedelijke mobiliteit, zoals veranderingen in mobiliteitspatronen en verandering van
vervoerssystemen en -structuren
4. Smart City
5. Klimaatmitigatie en –adaptatie in de stad

- Belang van SD: invloed op 
 hoe de levens van mensen lopen: langetermijnkansen
 functioneren samenleving (vb. slecht functionerende steden stemmen vaker rechts
als Trump)
 motoren van de economie
 klimaat(verandering)

, - Actor: eenheid die in staat is te handelen


Sociale wetenschap: toren van Babel: verschillende argumenten die niet goed te vergelijken
zijn: verklaringsmodellen (paradigma’s) zijn op verschillende uitgangspunten gebaseerd
Mens is rationeel/ emotioneel en intuïtief/ sociaal/ machtsbewust en machtsbelust

Perspectieven
- Psychologisch: creativiteit
- Macht: Smart City
- Rationeel: individu motieven
- Normen en identiteit

HC2. SD Geografische en planologische zienswijze
Ruimtelijke invalshoek sociale relaties

Ruimte/ space: = generieke term (kenmerkend voor categorie)/ soort ruimte (vb. tourist
space)
 Morphologie: fysieke ruimte
o vb. kenmerken van een kustplaats
 Territoria: geregelde ruimte:
o vb. gemeente Amsterdam (juridische grenzen)
o vb. gangs: informele ruimtes/ grenzen
 Functies: gebruiksruimte
o Vb. verandering: productieruimte  consumptieruimte
o Vb. activiteit weiland of woongebied
 Mensen: leefruimte:
DK  nieuwe type ruimten
Vb. tourist spaces: binnenstad van Amsterdam
Ruimtelijkheid/ spatiality
Ruimte is onderdeel van sociaal proces: ruimtelijke aspect sociaal proces
Ruimte als eigenschap van natuurlijke en soci-technische systemen
Vb. ruimtelijkheid dagelijks leven is veel ingewikkelder geworden
Vb. kan ook op basis van productiesystemen of processen  voetprint
Vb. ongelijkheid ov   segregatie woningen

Plaats/ space
‘A specific site, whether an entire city or a smaller location therein, that is shaped by human
beings and shapes the lives of human beings’ (Chen et al, 2012, 20)
 Identiteit
 Gemeenschap: gevoel van cohesie
 Veiligheid
o  normatieve invalshoek: nadruk op de invloed van het dagelijks leven
 Thick places: hechte sociale relaties vb. dorp
 Thin places: geen sociale relaties vb. station
 Uniciteit: specifieke kenmerken van bepaalde plaatsen
 Plaatsen staan niet op zich  locatie

, Couch redenen voor
planning
 negatieve externe
effecten: afwenteling
door de ruimtelijke
nabijheid in steden
Vb. airbnb 
geluidsoverlast
Vb virussen in arme
buurten verplaatsen
zich ook naar rijke buurten, omdat ze zo dichtbij zijn
 markt imperfecties: vraag en aanbod: de markt regelt het pas als er vraag naar is
 free riding/ positieve externe effecten: toch profiteren zonder te betalen
Vb. openbare parken
 justice/ paternalisme (staat als vaderfiguur): markt leidt tot ongelijke uitkomsten: onrecht/
ongelijkheid, maar iedereen moet toch goed kunnen leven
Vb. overheid ‘weet het beter’: - roken
 Strategic outcomes (Scott): menging markten zorgen voor goed resultaat
Vb. niet alleen woningen of kantoren in steden

Couch planologische zienswijze
- Mediation of space: discussie over de ruimte: verbeelding/ controle en regulatie/
tegengaan negatieve externe effecten  theorie in planologie vb. bouwvergunning
- Making of place: visie vb. Omgevingswet/ Hoog Caterijne: complementair voor
Utrecht
- Government  governance
1. Reguleren competitie/ horizontale coördinatie/ marktwerking 
terughoudende overheid
2. Hiërarchie/ verticale coördinatie/ top-down/ controle  verzorgingsstaat
Vb. Bijlmer
3. Network/ samenwerking/ collaborative governance  samenwerkende
overheid met de marktpartijen
Vb. Oostpoort: mixen van marktpartijen en doelen

- Process/ stakeholders:  theorie van planologie
- Wie profiteert?
 Couch: planologie is politieke afweging
 Harvey: marxist: oneerlijke groei door kapitalisme, want planning is niet in belang
van de stad
 Molotch: stad is een groeimachine: samenwerking overheid en machtige partijen
Publieke investeringen en private winsten

 framing: frame op werkelijkheid bieden/ wereld voorstellen
 er zijn positieve en negatieve frames
- Cognitieve biases en taal (+/- ontwikkeling schetsen)
- Metaforen: ‘stad is organisme’

, - Iconen/ prototypes/ symbolen
 voorbeelden van steden
Vb. Bijlmer is een negatief beeld en LA is het prototype voor de naoorlogse autostad

HC3. DK: Bevolkingsloop en migratie
- Demografie: geografie van de bevolking
- Fertiliteit: geboorte en mortaliteit: sterfte
 Geboortecijfer = jaarlijks aantal levend geborenen (per 1000
leden bevolking)
 Sterftecijfer = jaarlijks aantal sterfgevallen (per 1000 leden bevolking)
 Vruchtbaarheidscijfer = gemiddeld aantal kinderen per vrouw (2.1 is belangrijk)
 Reproductiecijfer = gemiddeld aantal dochters per vrouw
 Geboorte > sterfte: over de hele wereld en nl
 agrarische revolutie
 betere medische zorg
 Eerste demografische transitie
- Bevolking Nederland en Zweden groeit ondanks dalende vruchtbaarheid
 mensen worden gemiddeld ouder (vrouwen ouder dan mannen, omdat ze in het
begin van de 20ste eeuw vrijgesteld werden van zwaar lichamelijk werk in fabrieken)
 migratie (bevolkingsgroei hele wereld, dus migratie is logisch)
- Natuurlijke aanwas: geboorte > sterfte (verschilt ook in NL, vb. krimpgebieden aan
de randen van NL)
- Vruchtbaarheid is lager geworden door lager sterftecijfer
- Afname geboortecijfer door bredere verandering huishoudens
(allochtonen passen zich vaak aan aan de bevolking van Nederland, dus bij hen dalen
de geboortecijfers ook, ook omdat ze vaak nog jong zijn)
 huishoudens worden kleiner en groeien dus sneller: aantal 1persoons huishoudens
groeien
 kinderarbeid niet meer nodig
 anticonceptie en emancipatie verdeling werk
 verzorgingsstaat: VZS afname kindersterfte, dus kans op overleven wordt groter en
er is minder economische noodzaak, aangezien de vzs voor je zorgt als je oud bent en
niet meer kan werken
 individualisering en veranderende positie van het gezin in de maatschappij,
mogelijk gemaakt door politiek en economie (vb. parttime werken etc)
 conventies (gezinsstructuur, seksualiteit, samenlevingsvormen, zelfstandigheid
kinderen, huwelijksleeftijd, echtscheidingen, aantal kinderen)
 Tweede demografische transitie: groei van en meer diversiteit aan
huishoudens

Demografische transitie:
1. Veel kinderen krijgen, want er sterven er ook veel
2. Medische zorg verbeterd, dus ook meer kinderen worden geboren en blijven leven
3. Minder noodzaak kinderen, geboorte daalt
4. Kleinere huishoudens
5. Geboorte < sterfte: bevolkingsgroei daalt

Relatie met andere DK: hulpbronnen/ economie/ klimaat en milieu/ staat
Neerslag: bevolkingsgroei en dynamiek op lager schaalniveau

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pipkupers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.23  11x  sold
  • (0)
Add to cart
Added