Naam :
Studentnummer :
Datum : 2019
NCOI :
Naam Module :
Naam docent :
Praktijkbegeleider :
,Voorwoord
2
,Samenvatting
Erik werkt meer dan 15 jaar bij de organisatie en hij heeft twee keer een burn-out gehad. Op dit moment heeft
Erik last van vermoeidheidsklachten en kan zijn draai in de organisatie niet vinden. Halverwege augustus heeft
Erik met zijn manager gesproken en heeft Erik aangegeven dat hij graag in een team zou willen werken. Hij
heeft namelijk op dit moment het gevoel dat hij nergens bij hoort. Erik is in 2019 ook begonnen met een HBO
studie, echter is hij onzeker of hij deze studie positief kan afronden en heeft hij daarom het examen een aantal
keren uitgesteld. De manager heeft Erik vervolgens naar de bedrijfsarts verwezen. Aangezien Erik al twee
keer eerder een burn-out heeft gehad, denkt de bedrijfsarts dat Erik nog niet van zijn tweede burn-out is
hersteld. De bedrijfsarts besluit om Erik naar de diagnosticus te verwijzen.
Klachtenanalyse: De cliënt is moe, heeft concentratieproblemen, piekert regelmatig over zijn werk en kan de
energie niet vinden om projecten af te ronden. De cliënt ervaart hierdoor stress en voelt zich op het werk
nutteloos en alleen. De cliënt volgt dit jaar ook een HBO studie, echter lukt het hem niet om het af te ronden.
Diagnostisch scenario: Naar aanleiding van de informatie en het gesprek met Erik, zijn een aantal klachten
en hulpvragen gedefinieerd en dit heeft geleid tot vier diagnostische hulpvragen.
1. Onderkennende vraag: Heeft de cliënt nog steeds last van een burn-out?
2. Verklarende vraag: Waarom is de cliënt onzeker of hij zijn opleiding of project goed kan afronden?
3. Verklarende vraag: Waarom voelt de cliënt geruime tijd zich minderwaardig en nutteloos op het werk?
4. Indicatie vraag: Hoe krijgt de cliënt energie om zijn taken en opleiding goed op te gaan pakken?
Vastgestelde Hypothesen
Hypothese 1: Er is sprake van een burn-out (Onderkennend).
Hypothese 2: Het niet kunnen afronden van zijn studie of project wordt versterkt door faalangst (Verklarend).
Hypothese 3: Het minderwaardig voelen wordt versterkt door een inadequate copingstijl (Verklarend).
Probleemanalyse (onderkennende analyse): De volgende meetinstrumenten worden ingezet:
Hypothese Onderwerp Meetinstrument Duur test
Hypothese 1 Burn-out De Utrechtse Burn-out Schaal A (UBOS) ca. 10 minuten
Hypothese 2 Faalangst Prestatie Motivatie Test (PMT) ca. 25 minuten
Hypothese 3 Inadequate copingstijl De Utrechtse Coping Lijst (UCS93) ca. 15 minuten
Uit de uitkomsten van het UBOS onderzoek blijkt dat de cliënt een hoge score heeft op uitputting en distantie.
De uitslag bevestigd dat de cliënt zich leeg voelt op het werk en dat hij zich weinig betrokken voelt tot zijn
werkzaamheden, waardoor hij projecten niet af kan ronden. De subschaal competentie heeft een lage score
en dit houdt in dat de cliënt niet in staat voelt om zijn werk goed te doen. De hypothese dat de cliënt een burn-
out heeft is aangenomen.
Verklaringsanalyse (verklarende analyse): Uit het PMT onderzoek blijkt dat de cliënt hoog scoort op het
gebied van de prestatiemotivatie en hoog scoort op de negatieve faalangst. De hypothese dat faalangst ervoor
zorgt dat de cliënt het moeilijk vindt om projecten en de opleiding af te ronden, is aangenomen. Uit het UCS93
onderzoek blijkt dat de cliënt laag scoort op het actief aanpakken en de confrontatie opzoeken. Ook toont het
onderzoek aan dat hij hoog scoort op palliatieve reactie, waardoor hij afleidingen zoekt om maar niet naar
oplossingen te zoeken. Hij scoort hoog op vermijden en afwachten. Uit dit onderzoek blijkt ook een hoge score
heeft op passief reactiepatroon. De cliënt heeft een lage score op geruststellende en troostende gedachte.
Deze hypothesen met betrekking tot het minderwaardig voelen, dat versterkt wordt door een inadequate
copingstijl is aangenomen.
Indicatieanalyse (indicerende diagnose): De uitkomst van het onderzoek is dat de cliënt nog last heeft van
burn-out verschijnselen, waarbij faalangst en inadequate copingstijl deze burn-out in stand houden.
Mogelijke Interventies
• De organisatiegerichte interventies: Supervisie of Coaching
• Persoonlijke interventies: Cursus effectieve stress coaching of Cognitief gedragstherapie voor Burn-out
Advies interventie: Op 23 mei is het resultaat van het onderzoek en de mogelijke interventies met de cliënt
en de bedrijfsarts besproken. De diagnosticus stelt voor om een persoonsgerichte interventie te combineren
met een de organisatiegerichte interventie. In overleg met Erik en de bedrijfsarts besluit de diagnosticus om
de interne coach van de organisatie in te zetten. Deze coach kent de organisatie en is voor de cliënt
laagdrempelig te benaderen. Vervolgens is afgesproken om de coachingstraject te combineren met de
vierdaagse cursus effectieve stress coaching. Deze training is een kortdurend traject, waarbij de uitkomsten
tijdens de coachingstraject worden meegenomen. De bedrijfsarts zal de eerste afspraak inplannen met de
coach van de organisatie.
3
, Inhoud
VOORWOORD ................................................................................................................................................... 2
SAMENVATTING ............................................................................................................................................... 3
INLEIDING .......................................................................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 1: ACHTERGRONDGEGEVENS EN PERSONALIA VAN DE CLIËNT EN DIAGNOSTICUS 6
HOOFDSTUK 2: AANMELDING VAN DE CLIËNT .......................................................................................... 7
2.1 REDEN VAN AANMELDING ........................................................................................................................... 7
2.2 HET AANMELDINGSTRAJECT........................................................................................................................ 7
2.3 DE FORMELE POSITIE VAN DE BETROKKENEN ............................................................................................... 7
2.4 DE VERWACHTINGEN VAN CLIËNT EN DIAGNOSTICUS .................................................................................... 7
2.5 HET VERVOLGTRAJECT............................................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 3: KLACHTENANALYSE (VERHELDERENDE ANALYSE) .................................................... 8
3.1 PROBLEMEN EN KLACHTEN ......................................................................................................................... 8
3.2 ORDENING VAN DE KLACHTEN EN HULPVRAGEN ........................................................................................... 8
3.3 DE GEVOLGEN VAN DE KLACHTEN VOOR HET DAGELIJKSE FUNCTIONEREN ..................................................... 8
3.4 REFLECTIE DIAGNOSTICUS ......................................................................................................................... 8
HOOFDSTUK 4: DIAGNOSTISCH SCENARIO ................................................................................................ 9
4.1 DIAGNOSTISCHE HULPVRAGEN.................................................................................................................... 9
4.2 VOORLOPIGE THEORIE ............................................................................................................................... 9
4.3 HYPOTHESEN ............................................................................................................................................ 9
HOOFDSTUK 5: PROBLEEMANALYSE (ONDERKENNENDE ANALYSE) .................................................10
5.1 DE SPECIFIEKE NEGATIEVE EN POSITIEVE GEDRAGINGEN (PROBLEEMINVENTARISATIE) ................................ 10
5.2 INFORMATIE UIT CLASSIFICATIESYSTEMEN ................................................................................................. 10
5.3 MEETINSTRUMENTEN ............................................................................................................................... 11
5.4 HYPOTHESE 1: ER IS SPRAKE VAN EEN BURN-OUT (ODK) .......................................................................... 11
HOOFDSTUK 6: VERKLARINGSANALYSE (VERKLARENDE ANALYSE) .................................................12
HOOFDSTUK 7: INDICATIEANALYSE (INDICERENDE DIAGNOSE) ..........................................................13
7.1 DE ORGANISATIEGERICHTE INTERVENTIE ................................................................................................... 13
7.2 PERSOONLIJKE INTERVENTIES .................................................................................................................. 13
7.3 VOOR- EN NADELEN VAN ELKE INTERVENTIE .............................................................................................. 13
7.4 ADVIES INTERVENTIE ................................................................................................................................ 14
LITERATUURLIJST .........................................................................................................................................15
BIJLAGE A: HET DIAGNOSTISCH PROCES ................................................................................................17
BIJLAGE B: VRAGENLIJST VOOR INTERVIEW CLIËNT ............................................................................18
BIJLAGE C: DE UTRECHTSE BURN-OUT SCHAAL A (UBOS-A) ..............................................................19
BIJLAGE D: PRESTATIE MOTIVATIE TEST (PMT) ......................................................................................20
BIJLAGE E: DE UTRECHTSE COPING LIJST (UCL93) ...............................................................................21
BIJLAGE F: DE AGENDA ...............................................................................................................................22
COMMENTAAR EXAMINATOR ......................................................................................................................23
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Digio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.