Deze samenvatting bevat hoofdstuk 1 tot en met 6 van het boek: 'de aanpak van interactief beleid'. Als je deze samenvatting download voor het vak overheid en omgeving van de NCOI, raad ik je aan om de bundel overheid en omgeving van me te kopen. Daar zit ook een samenvatting van hoofdstuk 1 tot en ...
Inhoudsopgave
Samenvatting: De aanpak van interactief beleid.....................................................................................1
Hoofdstuk 1: Naar een doordachte aanpak van interactief beleid...........................................................2
1.1: In welke situatie welke interactieve beleidsaanpak?....................................................................2
1.2: Contouren van een afwegingskader voor interactief beleid..........................................................2
1.3: Wat is er nieuw aan interactief beleid en waar komt het vandaan?..............................................3
1.4: Ervaringen tot nu toe.................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 2: De beleidssituatie.............................................................................................................. 6
2.1: De beleidssituatie is geen statisch gegeven.................................................................................6
2.2: Inhoudelijke beleidsproblematiek.................................................................................................6
2.3: Actoren......................................................................................................................................... 6
2.4: Doelstellingen van de interactieve aanpak...................................................................................7
2.5: Voorwaarden voor interactief beleid.............................................................................................8
Hoofdstuk 3: Interactieve en niet-interactieve bestuursstijlen...............................................................10
3.1: Interactief beleid en inspraak..................................................................................................... 10
3.2: Bestuursstijlen............................................................................................................................ 10
3.3: Interactief beleid en democratie................................................................................................. 11
3.4: Interactief beleid en het politiek primaat.....................................................................................12
3.5: Interactief beleid en dualisme..................................................................................................... 13
Hoofdstuk 4: In welke beleidssituatie welke.......................................................................................... 14
4.1: Koppeling tussen bestuursstijl en beleidssituatie.......................................................................14
4.2: Uitwerking van de kernvoorwaarden voor interactief beleid per bestuursstijl.............................14
4.2.1: De beleidssituatie bij de faciliterende bestuursstijl...............................................................14
4.2.2: De beleidssituatie bij de samenwerkende bestuursstijl........................................................14
4.2.3: De beleidssituatie bij de delegerende bestuursstijl..............................................................15
4.2.4: De beleidssituatie bij de participatieve bestuursstijl.............................................................16
4.2.5: De beleidssituatie bij de consultatieve bestuursstijl.............................................................17
4.2.6: De beleidssituatie bij de open autoritaire bestuursstijl.........................................................17
4.2.7: De beleidssituatie bij de gesloten autoritaire bestuursstijl....................................................18
4.3: Verschillende bestuursstijlen tegelijkertijd..................................................................................18
4.4: Verschillende bestuursstijlen na elkaar......................................................................................18
Hoofdstuk 5: Plan van aanpak van interactief beleid............................................................................20
5.1: Van wie is de aanpak van interactief beleid?.............................................................................20
5.2: De contouren van een plan van aanpak (van interactief beleid).................................................20
5.3: Politiek-bestuurlijke inkadering................................................................................................... 20
5.4: Structurering van de inhoudelijke beleidsontwikkeling...............................................................21
5.5: Structurering van de interactie................................................................................................... 21
5.5.1: Het ontwerp van een communicatiestrategie.......................................................................22
5.5.2: Het plannen van de operationele communicatie..................................................................23
, 5.5.3: Spelregels voor de interactie............................................................................................... 24
5.6: Koppeling tussen de inhoudelijke beleidsontwikkeling en interactie...........................................24
5.7: Organisatie en management...................................................................................................... 24
5.8: Interactief beleid en de overheidsorganisatie.............................................................................25
5.8.1: Nieuwe invloeden op de beleidsvorming.............................................................................25
5.8.2: Een nieuwe werkwijze......................................................................................................... 25
5.9: Flankerend beleid....................................................................................................................... 26
Hoofdstuk 6: Welke interactieve aanpak in welke situatie?..................................................................27
6.1: Planmatige aanpak bij open en onvoorspelbare beleidsprocessen............................................27
6.2: Dilemma's.................................................................................................................................. 27
6.3: Vuistregels: 'Welke (interactieve) aanpak in welke situatie?'......................................................27
6.3.1: Elf algemene vuistregels...................................................................................................... 27
6.3.2: De communicatiestrategie volgt de doelstelling van interactief beleid.................................28
6.3.3: Kijk naar de voorwaarden en stel je interactieve proces hierop in.......................................30
6.4: Voorbeelden van de aanpak afgestemd op de beleidssituatie...................................................30
Hoofdstuk 1: Naar een doordachte aanpak van interactief beleid
1.1: In welke situatie welke interactieve beleidsaanpak?
Bij termen als interactief beleid, publieksparticipatie, burgerparticipatie, open planvorming of
coproductie wordt er gesproken over een vorm van beleidsvorming waarbij belanghebbenden actief
betrokken worden. Daarbij is het wel van belang dat iedereen dezelfde perceptie heeft van
belanghebbenden. Is dit enkel de burger, of moet dit nader gespecificeerd worden in termen van
burger, bedrijven en of andere stakeholders?
Belangrijkste bestanddelen voor een uniforme toepassing van interactief beleid zijn:
de manier waarop interactief beleid gedefinieerd wordt;
doelen en voorwaarden;
bestuursstijlenladder waarin gradaties van niet-interactieve en interactieve stijlen uiteengezet
worden;
een werkwijze voor interactief beleid;
een afwegingskader om te kiezen voor een bepaalde aanpak.
Het doel van interactief beleid is dat een overheid burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties
en/of andere overheden zo vroeg mogelijk bij de totstandkoming van beleid betrekt in zowel de
voorbereiding, bepaling, de uitvoering en/of de evaluatie daarvan. Het doel van interactief beleid kan
variëren van het verbreden van kennis en inzicht ten behoeve van het beleid tot procesverbetering of
het creëren van draagvlak of steun voor het beleid tot het verbeteren van de democratie.
Een praktisch probleem is de vraag in welke situatie welke methode van interactief beleid geschikt is.
Per situatie moet er worden gekeken naar unieke en relevante eigenschappen van de
beleidsomgeving om te bepalen welke vorm van interactief beleid gewenst is.
1.2: Contouren van een afwegingskader voor interactief beleid
Voor het maken van de keuze voor een methode van interactieve beleidsvorming is een
afwegingskader ontwikkeld als hulpmiddel voor een geordende manier van het participatieve
beleidsvormingsproces. Zo'n afwegingskader staat ook wel bekend als 'procesarchitectuur'. Op basis
van de problematiek, doelstelling en actoren kunnen bepaalde keuzes worden gemaakt. Aan de hand
van de uitkomsten van de analyse kan voor een bepaalde bestuursstijl worden gekozen. De
uitkomsten van het interactieve beleidsvormingsproces kunnen ook weer bepalend zijn voor de wijze
waarom er gebruik wordt gemaakt van interactieve beleidsvorming. Vandaar dat er in het
afwegingskader hieronder ook weer een pijl van de interactieve aanpak teruggaat naar de
, beleidssituatie. Iedereen die gebruik wil maken van interactieve beleidsvorming kan deze aanpak in de
praktijk toepassen.
1.3: Wat is er nieuw aan interactief beleid en waar komt het vandaan?
Interactief beleid is niet nieuw en het feit dat het 'interactief' is geeft simpelweg weer dat er sprake is
van tweerichtingsverkeer in de beleidsvorming. De trend van de laatste jaren is dat de overheid zich
minder opstelt als het centrum van de macht. Burgers en bedrijven worden steeds vaker gevraagd om
te kijken wat ze zelf kunnen doen in het oplossen van maatschappelijke problemen en hoe de
overheid daarin kan ondersteunen. Pröpper en Ter Braak (1996) zien dit als een positieve
ontwikkeling. Problemen van burgers en bedrijven worden vaak op het bordje van de overheid
gegooid en vervolgens laten burgers en bedrijven op een negatieve manier van zich horen als er
zaken besloten worden waar ze niet achter staan. Op die manier worden politieke bestuurders steeds
vaker de kop van jut in de besluitvorming.
Pas sinds de afgelopen decennia kan de politieke cultuur in Nederland echt als een overlegcultuur
worden getypeerd. Daar waar in het begin besluitvorming zich kenmerkte door besloten overleg van
de politieke elites van de katholieke, protestants-christelijke, socialistische en liberale zuilen verschuift
de cultuur zich vanaf 1930 meer en meer naar een overlegcultuur. Steeds meer wordt het overleg
gezocht met belangenorganisaties. Begin jaren negentig blijkt de economie van Nederland er ten
opzichte van andere landen goed voor te staan en wordt de overlegcultuur onder de naam
'poldermodel' geïntroduceerd. Ook de media heeft een belangrijk invloed op de verbreding van het
maatschappelijke debat.
De democratiseringsgolf van het interactieve beleid beantwoordde aan de roep van mondige burgers
om meer inspraak, maar ook aan de behoefte van de overheid sinds de jaren tachtig aan meer
betrokkenheid en verantwoordelijkheid van burgers. Halverwege de jaren zeventig komt aan de
gedachte van de verzorgingsstaat een einde doordat de overvraagde overheid niet in staat is om
mensen van de 'wieg tot het graf' te onderhouden. Vanaf de jaren tachtig ontstaat het idee dat er wel
degelijk sprake kan zijn van een actieve overheid, maar dat de samenwerking van publieke en private
partijen daarbij onontbeerlijk is. Vanuit de 'Ketenbenadering' van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat wordt bij de totstandkoming van beleid alle betrokken partijen (zowel publieke en
private)vanaf het begin betrokken.
Toen de verzorgingsstaat op kwam werd specialistisch beleid vormgegeven binnen de zogeheten
'beleidskokers'. Het probleem was echter dat er ook veel maatschappelijke vraagstukken waren die
niet bij één van de beleidskokers ondergebracht konden worden. Aanvankelijk zocht de overheid de
oplossing van de problemen intern door toepassing van integratie en coördinatie. Vanaf de jaren
zeventig zocht men meer de verbinding door de verbinding van beleidssectoren in een facetplanning
waarna de facetten zich weer tot sectoren verzelfstandigen.
In 1980 bepleitte de Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst (commissie-Vonhoff) de centrale integratie
en coördinatie in formele interdepartementale overlegstructuren met een besloten karakter. Er zijn
echter ook tegengeluiden dat er juist ad-hoc en informeel tussen departementen samengewerkt moet
worden. Door zaken als doelgroepenbeleid en een gebiedsgerichte aanpak wordt meer een meer van
buiten naar binnen gedacht. Op deze manier wordt middels een meer vraaggerichte aanpak vanuit de
doelgroep gedacht in plaats van het specialisme. De 'lerende samenleving' is steeds meer het
uitgangspunt. Het toegenomen opleidingsniveau maakt het ook lucratief voor de overheid om in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller believer1988. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.