Zeer uitgebreide samenvatting en aantekeningen van het vak inleiding in de Psychologie. Gegarandeerd een voldoende. De hoofdstukken 1,4,5,6,7,8 en 9 zijn samengevat
Wat houdt Anchoring heuristiek (anchoring bias) in?
Answer: Een cognitieve denkfout die uitlegt dat mensen onbewust te veel waarde hechten aan het eerste stukje informatie wat ze krijgen ten opzichte van de rest van de informatie.
8.
Means-end analysis (decompositie)
Answer: Het maken van kleine subdoelen om zo bij het grote einddoel te komen.
9.
Welke 3 soorten cognitieve en persoonlijkheid karaktereigenschappen zijn er nodig voor creativiteit?
Answer: -expertise in domein
-intrinsieke motivatie
-creatieve vaardigheden
10.
Geef een voorbeeld van Mnemonic strategie
Answer: - Ezelsbruggetjes
- Loci methode
Content preview
zaterdag 5 september 2020 14:41
H1, introductie
Psychologie = wetenschap over gedrag en mentale processen (voorkomen, verbeteren, behandelen of
verklaren van gedrag/mentale processen).
Deelgebieden in de psychologie: Bio/neuro psychologie, bestudeert het brein
• Biologische psychologie (physiological) = bestudeert het brein en het lichaam, hoe zij het gedrag en
mentale processen beïnvloeden en andersom.
• Cognitieve psychologie (experimental) = bestudeert de mentale processen zoals perceptie, leren,
geheugen denken of creativiteit etc. Hieronder valt ook engineering psychologie (human), hoe
technologie gebruikt wordt en hoe je erop reageert.
• Ontwikkelingspsychologie = bestudeert gedrag en de mentale processen hoe deze veranderen tijdens
de levenscyclus en wat de gevolgen zijn. Cognitieve psychologie, bestudeert mentale processen
• Persoonlijkheidspsychologie = bestudeert karaktereigenschappen zoals openheid, sociaalheid en hoe die
samenhangen met psychische problemen.
• Onderwijspsychologie = bestuderen hoe mensen leren, teaching en hoe het onderwijs het best kan
worden vormgegeven (klassikaal of online). Schoolpsychologen; nemen IQ testen af, diagnosticeren
leerproblemen of maken nieuwe schoolprogramma's.
• Sociale psychologie = bestuderen hoe mensen (individueel een in groepen) elkaars gedrag en mentale
proces beïnvloeden en hoe we over andere mensen denken.
• Organisatie/industriepsychologie = bestudeert de efficiëntie, productiviteit en de tevredenheid van
werknemers & werkgevers en hoe dat vergroot kan worden. Motivatie, groepsgevoel of procedures.
• Quantitative psychologie (kwantitatief) = het ontwikkelen en gebruiken van statistische tools om date te Ontwikkelingspsychologie, bestudeert gedrag
analyseren (SPSS). en mentale processen van jong naar oud.
• Sport psychologie = onderzoeken de relatie tussen de performance en psychologische kenmerken zoals
motivatie of emotie.
• Forensisch psycholoog = een combinatie van psychologie en de wet. Voorbeelden: assisteren bij de
selectie van de jury, beoordelen van de mentale competentie van de verdachte.
• Omgevingspsychologen = bestudeert de effecten van de omgeving op iemands gedrag en mentale
proces. Voorbeelden: een groene buurt of interieur van een shopping mall.
Persoonlijkheidspsychologie, bestudeert de karaktereigenschappen
Klinische & begeleidende (counseling), community en gezondheid psychologie (vaak een master
psychologie)
• Klinische & begeleidende (counseling) psychologie = bestudeert mentale problemen en kijkt hoe ze dit
kunnen oplossen. Ze bekijken bijvoorbeeld naar de genetische kant en de omgeving die onderdeel zijn
van het vormen van een stoornis.
• Community psychologie (gemeenschap) = proberen om psychologische services ook aan mensen te
geven aan mensen die dat nodig hebben (daklozen) en ze proberen om psychologische stoornissen
(depressie) te voorkomen door bijv. cursussen te geven, beter onderwijs te geven zodat ze niet het
criminele circuit ingaan. Ze werken ook met buurten samen om daar de omgeving beter te maken,
zetten zich in voor de zwakkere.
• Gezondheidspsychologie = bestudeert gedrag en mentale processen op gezondheid en ziekte en
andersom. Ze kijken bijv. de relatie tussen roken en kanker, maar ook wat een ziekte doet met de Klinische / counseling psychologie, bestuderen stoornissen en de
mentale processen, zoals een depressie. therapie ervan.
Psychologen werken vaak samen met andere gebieden zoals; computer, neuro of economische wetenschap.
Sociale psychologie, bestudeert hoe mensen elkaars
gedrag en mentale proces beïnvloeden (individueel en Community/gemeenschap psychologie, geven psychologische
groepen). ondersteuning aan mensen die het zelf niet kunnen aanvragen.
Organisatie psychologie, bestuderen vd efficiëntie,
tevredenheid en productiviteit van werknemers
De basis van psychologie:
• Het empirisme (filosofische stroming) was belangrijk voor de eerste ontwikkeling van de wetenschappelijke psychologie: het proces van verwerven van kennis komt door
ervaring en observatie.
• De basis van de moderne psychologie is gelegd door Wilhelm Wundt (1879)
Stromingen
Stroming Bedenker Wat? Methode
Gestalt psychologie Max Wertheimer dat je geen losse elementen waarneemt, maar dat je de losse elementen groepeert en
als geheel ziet: het geheel is meer dan de som der losse delen.
Psychoanalyse Sigmund Freud Stoornis die voorkomt uit het onderbewuste, wensen waar je zelf niks van weet.
Onbewuste wensen, gedrag komt door dingen uit haar jeugd.
Functionalisme William James Onderzoeken hoe de geest werkt door een organisme in staat te stellen zich aan te
passen aan de omgeving. De functie van het bewustzijn
Behaviorisme John B. Watson Al het gedrag is aangeleerd; klassieke en operante conditionering. Je komt blanco op de Waarneembaar gedrag/omgeving
Skinner wereld en alles is aangeleerd door de omgeving. Ze bestuderen alleen waarneembaar
gedrag.
Structuralisme Edward Titcher Onderzoeken van het bewustzijn, bepalen vd structuur van het bewustzijn. Introspectie
(opgeleid door
H1^J introductie Pagina 1
, (opgeleid door
Wilhelm Wundt)
Vroeger waren wetenschappers onderdeel van een bepaalde stroming zoals;
behaviourist. Tegenwoordig bekijken ze de wetenschap vanuit een 'benadering'
(approach).
Biologische benadering
- Biologische benadering = benadering vanuit een biologisch proces, bestuderen de
psychologische effecten (en stoornissen) van hormonen, genen en de activiteit van
het zenuwstelsel (hersenen). Bijvoorbeeld herinneringen, in welke gebieden dit
wordt opgeslagen.
- Evolutionaire benadering = benadering vanuit een evolutionair proces, vandaag de
dag word ons gedrag en mentale proces beïnvloed door evolutie, door natuurlijke Evolutionaire benadering
selectie ( gene die zich het best kan aanpassen, overleeft).
- Psychodynamische benadering = so naar Freud, benadering dat ons gedrag en
mentale proces reflecteert naar onze onbewuste psychische struggles. Deze
'driften' laten eigenlijk zien dat er 'binnen' onrust is (agressie of angst)
- Gedrag benadering (behaviorisme) = gaat om het 'observeerbare' gedrag en hoe
dat gedrag is aangeleerd door beloningen of straffen. Als mensen een stoornis
hebben (angst, drugs gebruik) kijken ze vaak naar de person's learning history.
Cognitieve- behaviorisme kijkt niet alleen naar het gedrag dat wordt aangeleerd
Gedrag benadering
door straffen en belonen, maar ook naar de invloeden vd omgeving (agressieve
familie, of hoe zij reageren op bijv. meningsverschillen).
- Cognitieve benadering = bekijken hoe het brein informatie opneemt, waar ze deze
info laat, hoe dit verwerkt wordt en welk gedrag hierbij hoort. Het bekijken van
mentale processen en hoe dit gedrag beïnvloed.
- Menselijke benadering (phenomenological) = bekijkt naar de unieke karakter (je
eigen perceptie vd wereld) en hoe zij denken en zich gedragen.
Bij cognitieve psychologie gaat het erom dat gedachten en acties gelden voor alle
mensen, maar bij menselijke benadering gaat het om die persoons gedachten en
acties. Cognitieve benadering
Psychologen nemen de invloed van cultuur en andere sociaal -culturele aspecten (socioculturele
factoren = sociale identiteit en andere achtergrond factoren) zoals gender, etniciteit en sociale
klasse, steeds meer mee in de vorming van het menselijk gedrag en mentale processen.
Cultuur = opeenstapeling van waarden, regels van gedrag, vormen van uiting, religieuze
overtuigingen, keuzes en gemeenschappelijke omgeving/taal hebben.
Individualistische cultuur Collectivistische cultuur Multicultuur
Hechten meer waarde aan persoonlijke Hechten meer waarde aan groepscultuur. Je familie is Land met verschillende subculturen, met verschillende etniciteit binnen
doelen/prestaties dan aan heel belangrijk, eenzaamheid komt hier niet vaak voor. 1 land. Bijv Amerika, Afrikaans Amerikaans, Spaans Amerikaans etc.
groepsdoelen/prestaties
Japan
West-Europa
Mensen hebben vaak niet door hoe bepalend hun cultuur kan zijn, totdat ze in aanraking komen met
een andere cultuur. Bijv. de duim betekent hier oké, maar dat is niet netjes in Nigeria.
H1^J introductie Pagina 2
, H4, sensatie en perceptie
dinsdag 22 september 2020 15:24
Stimulus Sensation Interpretatie Perception
Hoe intenser de Stimuli detecteren Basisprincipes perceptie
stimulus Sensorische systemen Herkennen van onze wereld.
Hoe makkelijker te Verwerken vd
waarnemen stimulus/begrijpen ervan.
Interpretatie, geven van
betekenis aan iets
Stimulus Transductie Sensatie Perceptie
Je zintuigen verzamelen informatie over de wereld zoals: geluid, licht, temperatuur, geuren en smaak.
Mensen gebruiken vooral hun visie, gehoor en hun skin sense, dieren maken vaak meer gebruik van geuren
en smaak.
Het verwerken vd informatie gaat in meerdere stappen:
1. Accessory structures = modify the incoming environmental stimuli. Je oog of je oor waar de stimuli
binnenkomt.
2. Transduction = het omzetten van de stimuli in een neuroon (neural activity)
3. Transductie vindt plaats in de neural receptor (sensory receptors). Sensory receptors reageren het best
naar changes in energy. Als de stimuli constant hetzelfde blijft dan krijg je sensory adaption (afnemende
respons op een onveranderlijke stimulus). Neem bijvoorbeeld het tikken van een klok, de stimuli blijft
constant, op een gegeven moment hoor je de klok niet meer tikken.
4. De sensorische zenuwen geven de informatie door naar het centrale zenuwstelsel (ruggengraat en
hersenen) wat vervolgens in je Thalalmus terechtkomt
Encoding vertaalt de fysieke eigenschappen van een stimulus, zoals de vorm en de intensiteit, in een patroon
van neurale activiteit dat staat voor die fysieke eigenschappen
Specific energy doctrine = stimulatie van een bepaalde sensorische zenuw (dus de zenuw van een zintuig)
codes geeft voor dat gevoel en het maakt daarbij niet uit hoe de stimulatie plaats vind. Dus als je op je oog
drukt, zullen die zenuwcellen de donkere vlekken doorgeven.
Absolute threshold = de minimum intensiteit van een stimulus dat nodig is om te waarnemen 50% vd tijd, het
laagste level. De kans is 50% dat de je de kleinste stimuli waarneemt. De menselijke waarneming varieert
hierin, de 1 heeft betere ogen dan de ander.
Waarom de absolute threshold verschilt komt door 2 dingen:
- Noise = het spontaan willekeurig afvuren van zenuwcellen dat optreedt omdat het zenuwstelsel altijd actief
is
- Response bias/ response criterion = je zegt dat je iets hebt waargenomen, maar eigenlijk is dat niet zo
(willingness to respond a stimulus). Motivatie en verwachtingen spelen hierin een rol. Dit leidt tot over - of
onderrapportage
- Signal detection theory = een wiskundig model dat bepaald of iemand wel geen beslissing neemt om te
reageren op een stimulus, dit hangt af van sensitiviteit en response bias.
- Sensitiviteit = hoe gevoelig je bent om een bepaalde stimuli waar te nemen.
Wet van Weber = Het ‘juist waarneembare verschil’ staat in proportionele verhouding tot de intensiteit van
de stimulans. (harder volume → zacht (groot verschil, zachter volume nog zachter? → kleiner verschil). Het
juist waarneembare verschil (verschildrempel) staat in proportionele verhouding tot/ is recht evenredig met
de intensiteit van de stimulus.= een wet die stelt dat het kleinste detecteerbare verschil in stimulus energie
(net- opmerkbaar verschil) een constante fractie van de intensiteit van de stimulus is.
- Just- Noticable difference JND (difference threshold) = kleinst waarneembare verschil in de intensiteit vd
stimulus. Op het plaatje hiernaast is het verschil heel groot, dus je kan het nog zien.
Verschillen tussen zintuigen (proeven moeilijker dan zien) en individuele (leeftijd ook, ouderen horen geen
hoge piep meer)
Perceptie
Perceptie bestaat uit automatische processen en complexere processen
Automatische processen
Figuur en achtergrond: figure, meaningful part; ground, achtergrond.
Figure ground discrimination = het vermogen om een visuele scène zo te organiseren dat deze betekenisvolle figuren
bevat tegen een minder relevante ondergrond. Je kijkt naar het figuur en niet echt naar de achtergrond
Groeperen; Gestalt Psychologie: waarneming van objecten in onze omgeving:
- Geen optelsom individuele kenmerken
- Organisatie van het geheel door hersenen
- Geheel meer dan som der delen
• Proximity: objecten die dichtbij elkaar staan, die zien we als een groepje
• Similarity: elementen dat hetzelfde zijn in size, kleur, oriëntatie of textuur; zien we als een groep.
• Continuity: er is wel een onderbreking, maar zien dat als 1 doorlopende beweging
• Closure: je vult de lege gaten op, er zijn open stukken maar je hersenen maken er 1 geheel van. Proximityy
• Simplicity: we hebben de neiging kenmerken van een stimulus te groeperen op een manier die de
eenvoudigste interpretatie van de wereld oplevert Similarity
H4^J sensatie en perceptie Pagina 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pascallevandenberge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.