Een complete maar beknopte samenvatting van alle hoorcolleges van blok 1.1 Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
31-08-2020
Hoorcollege 1. Introductie
Een opvoedstijl is een combinatie van twee opvoeddimensies:
Controle: regels en grenzen, reactie op problematisch gedrag (schreeuwen, schelden,
uitleg). Bij veel controle voedt men autoritair of autoritatief op. Bij weinig controle is
men permissief of verwaarlozend.
Warmte: aandacht en steun (knuffel/compliment). Bij veel warmte voedt men
autoritatief of permissief op. Bij weinig warmte is men autoritair of verwaarlozend.
De autoritatieve opvoedstijl (zowel controle als warmte) is het meest effectief.
Kinderopvang met een hoge kwaliteit leidt tot een betere taalontwikkeling bij kinderen.
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is een ontwikkelingsstoornis. Dit gaat over
kinderen (vooral jongens) die moeite hebben met concentreren en stilzitten. Leeftijd is
hierbij van belang -> lastig meten.
Het moderne gezin wordt gekenmerkt door: grotere betrokkenheid van vaders, grotere
opvoedingsonzekerheid en meer aandacht voor autonomie van het kind. Er is meer
individualisering -> meer eigen verantwoordelijkheid voor het kind en minder controle. Er is
een switch van bevelshuishouden naar onderhandelingshuishouden geweest.
Gehechtheid is de aangeboren neiging van kinderen om nabijheid of contact te zoeken met
ouders, vooral bij angst, ziekte of moeheid. Kinderen zijn ‘voorgeprogrammeerd’ om te
zoeken naar bescherming. De kwaliteit van de vroege relaties hebben grote impact op een
gezonde ontwikkeling.
07-09-2020
Hoorcollege 2. Kindermishandeling
Kindermishandeling is onder te delen in verschillende vormen:
Fysieke kindermishandeling: slaan -> ook de ‘pedagogische tik’ is verboden;
Psychische kindermishandeling: vernederen, buitengesloten worden -> ernstigere
gevolgen dan bij fysieke kindermishandeling;
Emotionele verwaarlozing: kind krijgt niet de zorg die hij/zij nodig heeft;
Seksueel misbruik;
Partnergeweld: als ouder structureel ruzie maken.
In de geschiedenis was de aanpak van kindermishandeling minimaal. Toen in 1962 het
Battered Child Syndroom (kinderen overleden door kindermishandeling) werd aangetoond,
werd kindermishandeling serieus genomen. Vertrouwensartsen waren de eerste aanpak ->
adviespunt kindermishandeling -> ‘veilig thuis’. Bij veilig thuis kan mishandeling gemeld
worden. Dit gebeurt vooral door de politie.
Volgens deskundigen worden zo’n 90.000 tot 127.000 kinderen mishandeld -> 3% bevolking.
Ook zijn 100.000 kinderen getuige van relationeel geweld. Volgens onderzoek bij kinderen
blijkt 27% van de basisschoolleerlingen en 12% van de middelbare scholieren mishandeling
te ondervinden. ¼ van de volwassenen heeft ooit te maken gehad met kindermishandeling.
, 1.1 C Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen
Jaarlijks overlijden ongeveer 40 kinderen als gevolg van kindermishandeling en 50 kinderen
ervaren hersenletsel. Daarnaast wordt 1/3 gevallen van moord en doodslag veroorzaakt
door huiselijk geweld -> 51% van de vermoorde vrouwen is vermoord door haar (ex) partner.
Dating violence gaat over onderzoek tussen jongeren tussen 14 en 17 jaar. 1/5 van de
tienermeisjes is lichamelijk of seksueel misbruikt door hun vriendje. Meer dan 50% geeft aan
dat zij en haar partner fysiek agressief waren. Bovendien blijkt de kans 22 keer zo groot om
slachtoffer te worden van dating violence als je te maken hebt gehad met huiselijk geweld.
De gevolgen van kindermishandeling zijn groot -> klachten op korte en lange termijn. De
ACE-studie laat zien dat kindermishandeling op lange termijn enorm veel gevolgen heeft. Als
men meer van 4 jeugdtrauma’s (ACE’s) had meegemaakt, was de kans op problemen in de
gezondheid groter -> vroeger overlijden.
Het onderzoeksprogramma kindermishandeling doet longitudinaal onderzoek om te kijken
naar het stoppen van de intergenerationele overdracht van geweld -> hoe gaat het op de
lange termijn met deze kinderen.
Als er sprake is van een onveilige situatie voor de ontwikkeling van de kinderen kan de raad
van de kinderbescherming onderzoek doen naar of de ouders wel voor de kinderen kunnen
zorgen. Als dit niet zo is kan een kinderbeschermingsmaatregel ingevoerd worden.
Er is sprake van gedeeltelijke intergenerationele overdracht van geweld. 1/3 slachtoffers
pleegt later zelf weer geweld binnen het gezin, 1/6 pleegt later geweld tegen anderen en 1/8
pleegt later seksueel geweld. Geweld leidt dus niet per definitie tot herhaling -> 1/6
doorbreekt dus de cirkel.
Bandura’s leertheorie zegt dat agressie aangeleerd gedrag is. Kinderen leren via observatie
en imitatie van anderen. Het leren is een interactie tussen de omgeving, persoonlijke
factoren en het gedrag van de lerende. De agressie onder studenten die getuige zijn geweest
van partnergeweld is ruim twee keer zo hoog.
Een hechtingsstoornis ontstaat bij kinderen die te maken hebben gehad met mishandeling.
In 47% van de gezinnen is sprake van een onveilige hechting. Hier zijn drie soorten van:
Onveilig vermijdende gehecht: consequentie insensitieve ouders;
Onveilig afwerend gehecht: inconsequent responsieve ouders;
Gedesorganiseerd gehecht (bij mishandeling). De hechtingsfiguur is dan bron van
veiligheid en angst -> er is vanuit het kind toenadering en vermijding van de ouder.
Emotionele veiligheid houdt in dat kinderen zich in een stabiele omgeving bevinden waarin
liefde voelbaar is en waar gehandeld wordt volgens bepaalde principes. Emotionele
onveiligheid (51% van de gezinnen) kan aangetoond worden door de reactie van het kind op
conflicten van ouders. Als deze reactie terugkomt in situaties is er sprake van een patroon.
Als kinderen heftige ruzies thuis hebben meegemaakt (echtscheiding, geweld), kan dat erg
traumatiserend zijn -> trauma theorie. Deze klachten worden verklaard door emotionele
instabiliteit/reactiviteit en opvoedingsstress van de ouders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riccigeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.