Gezien de snel veranderende maatschappij en de rol die technologie daarin speelt, moeten
studenten op een andere manier opgeleid worden. Technologische ontwikkelingen kunnen
routinematige taken van mensen overnemen, wat de meer complexe cognitieve taken voor hen
overlaat. Dit leidt ertoe dat niet alleen kennis, maar vooral ook complexe vaardigheden een plek
moeten krijgen in het curriculum. Denk daarbij aan het probleem oplossend vermogen, het
vermogen tot logische redenering, besluitvaardigheid, flexibiliteit en creativiteit. Ook is het
belangrijk dat studenten leren zelf richting te geven aan hun leerproces; een leven lang leren.
TEN STEPS TO COMPLEX LEARNING (MERRIËNBOER & KIRSCHNER, 2018) H 1-2
FIRST PRINCIPLES OF INSTRUCTION (MERRILL, 2002)
De vraag naar het trainen van complexe vaardigheden en een leven-lang-leren-houding zorgt in het
onderwijs voor het inzetten van methoden zoals projectmatig werken, samenwerkend leren,
competentiegericht leren, etc. Hiermee wordt getracht studenten adaptieve kennis en vaardigheden
te laten ontwikkelen. Van deze methoden is echter niet bewezen of zij daadwerkelijk leiden tot de
gevraagde ontwikkeling van complexe vaardigheden en de transfer ervan naar de dagelijkse praktijk.
Het 4C/ID-model (four-component instructional design) is een theoretisch model, evenals bijvoorbeeld
de ‘eerste principes voor instructie’ (Merril, 2012) en een ‘constructivistische leeromgeving’ (Jonassen,
1997). Het model beschrijft vier componenten, met daarbinnen tien ontwerpstappen, en is gebaseerd
op authentieke taken. Het model is ontwikkeld om onderwijs voor complex leren te ontwerpen.
1 Een nieuwe benadering van instructie
1.1 Complex leren
Complex leren = het geïntegreerd toepassen en coördineren van kennis, vaardigheden en
houdingsaspecten van een vaardigheid. Bovendien moet de student zelf de vertaalslag of transfer
maken van hetgeen geleerd is (bijv. op school) naar de dagelijkse praktijk of naar (toekomstig)werk.
Aan het 4C/ID-model liggen een aantal instructieproblemen ten
grondslag. In de praktijk zien we verschillende moeilijkheden
rondom het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden.
Voorbeelden hiervan zijn dat leerlingen het verband tussen de
leerstof van verschillende vakken en de toepasbaarheid van deze
kennis en vaardigheden in de dagelijkse praktijk niet of nauwelijks
zien. Daarnaast zijn leerlingen vaak moeizaam te motiveren. Voor
hen zijn de opdrachten lang niet altijd betekenisvol.
,Een aantal oorzaken voor de geschetste moeilijkheden of problemen valt te herleiden naar de manier
waarop lesstof wordt aangeboden, vaardigheden worden aangeleerd en het curriculum is
vormgegeven. Het onderwijs bestaat namelijk vaak uit allemaal aparte vakken die elk hun eigen
programma volgen. Veel kennis en vaardigheden worden middels losse opdrachten/invuloefeningen
onderwezen. Er wordt weinig gewerkt aan betekenisvolle (authentieke) taken, waarbij vaardigheden
en kennis geïntegreerd en in samenhang aangeboden worden.
1.2 Twee verschillende benaderingen van het onderwijs
De traditionele benadering van onderwijs wordt beschreven als atomistic design approach. Hierbij
worden complexe beroepstaken vereenvoudigd door ze in onderdelen op te splitsen (en los van elkaar
te doceren). Als de elementen waaruit een bepaalde beroepstaak bestaat nauw met elkaar in
interactie staan, werkt het niet om de taak op te delen in kennis en vaardigheden (oefeningen). Er
moet naar het geheel gekeken worden, omdat de relaties tussen de elementen een belangrijke rol
spelen (de kennisonderdelen staan voortdurend met elkaar in wisselwerking). Het geheel is dus meer
dan de som van alle benodigde kennis en vaardigheden.
Een holistic design approach werkt dan beter. Deze benadering houdt in dat een complex probleem
principieel als geheel aangeleerd wordt. Complexe taken worden niet in deeltaken opgedeeld, maar in
zijn geheel vereenvoudigd zodat leerlingen vanaf het begin met volledige, zinvolle beroepstaken
geconfronteerd worden.
In de onderstaande tabel worden de problemen van de atomistic approach benoemd. Daarbij wordt
ook aangegeven welke ontwerpprincipes ingezet kunnen worden om dit te voorkomen en op welke
wijze dit geoperationaliseerd is in een onderwijsontwerp volgens het 4C/ID-model.
Gevolgen (problemen) Oplossing Operationalisering in het 4C/ID-model
Compartimentalisatie Integratie van Hele, betekenisvolle taken aanbieden waarbij kennis,
Kennis, vaardigheden en inhoudelijke kennis, vaardigheden en houdingsaspecten geïntegreerd geoefend
attitudes worden los van (perceptuele en worden.
elkaar gedoceerd. Dit psychomotorische)
verhindert integratie en vaardigheden en
ontwikkeling van attitudes.
competenties.
Fragmentatie Ontwikkelen van Hele taak aanbieden waarbij de coördinatie van (bijna) alle
Opsplitsing van een coördinerende samenstellende vaardigheden wordt geoefend.
vakgebied in kleine, vaardigheden die nodig Starten met relatief eenvoudige leertaken en complexiteit
incomplete en geïsoleerde zijn om kennis in de langzaam laten toenemen (in taakklassen). Aan het begin van
onderdelen die bestudeerd praktijk te brengen. iedere taakklasse ondersteuning aanbieden ten behoeve van
moeten worden. coördinatie die afneemt in opvolgende leertaken in dezelfde
taakklasse.
Transferprobleem Variabiliteit Leertaken laten variëren op oppervlaktekenmerken en
Er wordt te weinig aandacht Differentiatie structuurkenmerken.
besteed aan algemene en Onderscheid maken tussen ondersteunende en procedurele
abstracte kennis en informatie.
vaardigheden. Schemaconstructie bevorderen ten behoeve van het aanleren
van niet-routinevaardigheden.
Schema-automatisering bevorderen ten behoeve van het
aanleren van routinevaardigheden.
,Traditionele, systematisch opgebouwde leveren slechts zeer specifieke, toegepaste kennis op een klein
gebied op. Het is beter om inhoudelijk minder efficiënt opgebouwde practica te verzorgen binnen het
vakgebied en een aantal zeer verschillende opdrachten te geven (in wisselende volgorde). Dit kost
meer tijd dan een systematische aanpak en de leerling wordt eerder in verwarring gebracht dan iets
geleerd. Op deze manier ontwikkelt hij echter wél de vaardigheden om zelf met het kennisgebied om
te gaan: hij is dan namelijk gedwongen om abstracte uitgangspunten te zoeken voor het oplossen van
chaotisch aangeboden concrete problemen: hetzelfde wat hij in de praktijk zal moeten doen!
De holistische benadering richt zich op het aanleren van vaardigheden om met complexiteit om
te gaan. Dit gebeurt meestal via modeling (het presenteren van in complexiteit oplopende
praktijkvoorbeelden, enerzijds zo authentiek mogelijk, anderzijds zodanig vormgegeven dat de
student er optimaal van zal leren).
1.3 Vier componenten en tien stappen
Het 4C/ID-model bestaat uit vier componenten; (1) leertaken, (2) ondersteunende informatie, (3)
procedurele informatie en (4) deeltaken-practica.
4 componenten Tien stappen
Leertaken De kern van het onderwijsprogramma 1. Ontwikkeling en ordening van inhoudelijke leertaken
bestaat uit een serie van in complexiteit
opklimmende, op authentieke beroepsactiviteiten Eventueel voorafgegaan door:
gebaseerde, lestaken. 2. Ontwikkeling van testmethoden
3. Ontwikkeling van een visie op de volgorde van leertaken
Ondersteunende informatie Informatie en 4. Ontwikkeling van ondersteunend materiaal
cognitieve vaardigheden die de beroepsbeoefenaar
nodig heeft om maatwerk te leveren in steeds Eventueel voorafgegaan door:
wisselende situaties. 5. Analyse van cognitieve strategieën
6. Analyse van mentale processen
Procedurele informatie Informatie die de 7. Ontwikkeling van procedurele informatie
beroepsbeoefenaar nodig heeft met betrekking tot
regelmatig terugkerende praktijkwerkzaamheden Eventueel voorafgegaan door:
(gestandaardiseerde procedures en handelingen). 8. Analyse van cognitieve regels
9. Analyse van benodigde kennis bij het toepassen van deze
procedures
Deeltaken-practica Aparte 10. Ontwikkeling van practica
automatiseringspractica om handelingen en
procedures te automatiseren (i.v.m. efficiëntie en
risicobeperking).
2 Vier componenten
2.1 Het trainen van ‘blauwdrukken’
Uitgangspunt in het 4C/ID model is dat onderwijsplannen voor complex leren vier basiscomponenten
behoren te bevatten, zoals hierboven in de tabel weergegeven. Omdat deze opzet ook wel
“blueprint” wordt genoemd, noemt de schrijver ze de vier blueprint-componenten:
, Leertaken
Leertaken zijn gevarieerde, praktische opdrachten met als doel de integratie van vaardigheden, kennis
en attitude middels inductie (het ontwikkelen van cognitieve schema’s door bewuste abstractie en
generalisering vanuit concrete leerervaringen). Het ‘inductieve leren’ vindt alleen plaats als de leerling
telkens wordt aangesproken op gebruik van de voor hem maximaal beschikbare kennis, vaardigheden
en attitudes.
De leertaken bieden een betekenisvolle ervaring van volledige werktaken en zijn bij voorkeur
gebaseerd op authentieke beroepswerkzaamheden. Ze zijn gegroepeerd in ‘taakklassen’ (groepen
leertaken die onderling niet verschillen in complexiteit, maar wel in alle andere aspecten). Deze
taakklassen zijn vervolgens geordend naar opklimmende complexiteit. De ondersteuning en
begeleiding binnen elke taakklasse is gebaseerd op scaffolding (in eerste instantie zijn ondersteuning
en begeleiding maximaal, maar ze worden systematisch afgebouwd naar het eind van de klasse).
Ondersteunende informatie
Ondersteunende informatie heeft betrekking op algemene cognitieve, praktische en emotionele
aspecten van het oplossen van problemen in de beroepspraktijk. De informatie ondersteunt het leren
en uitvoeren van niet-routinematige aspecten van leertaken. Ook verduidelijkt de informatie hoe
problemen op een bepaald terrein moeten worden benaderd (cognitieve strategieën) en hoe dit
terrein is gestructureerd (mentale modellen).
De informatie is per taakklasse gespecificeerd en altijd beschikbaar voor leerlingen. Het is gericht op
elaboratie (het aanknopen van nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes aan bestaande cognitieve
schema’s).
Procedurele informatie
Procedurele informatie is belangrijk bij het aanleren en uitvoeren van routinematige aspecten van
leertaken. Het doel is voornamelijk de ‘compilatie’ van kennis; het vormen van geautomatiseerde
schema’s die leerlingen in staat stellen om bepaalde taakaspecten snel, foutloos en zonder bewuste
controle uit te voeren. Middels deze informatie wordt exact (stap voor stap) uitgelegd hoe de
routinematige handelingen moeten worden verricht. De informatie wordt gegeven op het moment dat
de student hem nodig heeft bij het uitvoeren van de leertaak.
Deeltaak practica
Er worden (extra) oefeningen aangeboden om de automatisering van geselecteerde
routinehandelingen en/of procedures te bevorderen. Het doel is voornamelijk versterking van
geautomatiseerde schema’s middels herhaling en langdurige oefening. De oefeningen starten pas
wanneer het verband tussen de routinematige handelingen en de rest van de taak duidelijk gemaakt
is aan de leerling; dus nadat de routine-aspecten zijn geïntroduceerd in de context van de hele taak.
Hieronder is schematisch weergegeven hoe deze tien stappen leiden tot een blauwdruk voor een
onderwijsontwerp voor complex leren. Er zijn een aantal voorbeelden gegeven van hoe leerprocessen
gestimuleerd worden door onderwijs dat is ontworpen volgens het 4C/ID-model.
Leerprocessen Wordt gestimuleerd in het 4C/ID-model door…
Integratie van kennis, vaardigheden Het aanbieden van hele taken.
en attituden
Coördinatie van de samenstellende Het aanbieden van hele taken.
vaardigheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jocelijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.