Overzicht van de stoornissen
Hier heb ik alle stoornissen (per hoorcollege) kort samengevat
+ korte samenvatting van het artikel: herstelgerichte zorg.
,Hoorcollege 1: Afwijkend gedrag
Criteria voor abnormaliteit:
1. Uitzonderlijk: relatieve maatstaf, die aanduidt dat gedrag zelden voorkomt. Dat is op zich niet
voldoende om abnormaliteit aan te duiden
2. Sociaal afwijkend: gedrag dat afwijkt van de geldende sociale normen kan wijzen op
abnormaliteit. Cultuur- en tijdsspecifiek.
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: perceptie die geen realistische representatie
van de werkelijkheid lijkt te zijn. Dingen waarnemen die anderen niet waarnemen is daar een
indicatie van.
4. Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: persoonlijk lijden als gevolg van problematische
emoties als angst en depressie kan afwijkend zijn. Ook afwezigheid van adequate emoties kan
onderdeel zijn.
5. Ongepast of contraproductief gedrag: gedrag dat geen bevreding, maar onprettige gevoelens
oproept, wordt gezien als afwijkend. Ook gedrag dat persoon beperkt in functioneren,
bijvoorbeeld vermijden van bepaalde situaties, kan hiertoe gerekend worden.
6. Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor betrokkene of anderen.
N.B.: ‘Normaal’ gedrag is zeer context- en cultuurspecifiek.
(Mogelijke) behandelingen:
• Gedragstherapie
o Systematische desensitisatie.
o Exposure in vivo (geleidelijke blootstelling).
o Modeling.
o Token Economy.
• Cognitieve Therapie
o Rationeel Emotieve Therapie
o Cognitieve Therapie van Beck
o Cognitieve Gedragstherapie
• Biologisch georiënteerde therapievormen
o Medicatie:
▪ Angstremmers (anxiolytica): bv. de ‘pammetjes’.
▪ Antipsychotica (neuroleptica): typische en atypische. Bv. clozapine (Leponex) of
haloperidol (Haldol).
▪ Antidepressiva: bv. fluoxetine (Prozac) of imipramine (Tofranil).
▪ Stemmingsstabilisatoren: bv. lithium of valproaat (Depakene).
▪ Stimulerende middelen: bv. methylfenidaat (Ritalin).
o Ook: Electro-Convulsieve Therapie, transcraniële magnetische stimulatie, lichttherapie,
Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR).
Hoorcollege 2: Hechtingsstoornis
Gehechtheid
- Affectieve band die iemand tot stand brengt tussen zichzelf en specifieke ander, en die hen
over tijd en ruimte met elkaar verbindt.
- Er zijn 3 typen gehechtheid:
, 1. Veilige gehechtheid
• Ouders moeten sensitief en responsief zijn, en zich continu en regelmatig gedragen
voor een veilige hechting.
o Sensitief: ontvankelijk voor behoeften van het kind.
o Responsief: juist en direct reageren op signalen.
o Continuïteit: gedrag van ouders is voorspelbaar voor het kind.
• Bij een veilige gehechtheid:
o Laten de kinderen zich makkelijk troosten bij terugkeer van verzorger
o En gaan snel weer spelen en exploreren.
• Wijst op een goede balans tussen contact zoeken en zelfstandig op onderzoek
uitgaan.
• Opvoedingsstijl: sensitief en responsief, betrouwbaar en voorspelbaar.
2. Onveilige gehechtheid
• Er zijn 2 subtypen:
a. Vermijdend
- kinderen gaan enthousiast op onderzoek uit en reageren niet op
terugkerende opvoeder. Ogenschijnlijk niet gestrest, maar fysiologisch
weldegelijk.
- Opvoedingsstijl: consequent insensitief. Kind weet dus dat het niet voor
troost bij de opvoeder terecht kan en richt zich op zichzelf en omgeving.
b. Ambivalent of afwerend:
- Kinderen onderzoeken omgeving juist te weinig. Klampen zich vast of
reageren boos bij terugkomst opvoeder. Moeilijk te troosten.
- Opvoedingsstijl: inconsequent. Soms responsief, soms niet. Soms (te)veel
aandacht, soms te weinig. Onvoorspelbaar voor het kind.
3. Gedesorganiseerde of gedesoriënteerde gehechtheid
• Onvoorspelbaar hoe kinderen met dit gehechtheidstype reageren.
• Lijken helemaal geen strategie te hebben.
• Gedrag lijkt doelloos en tegenstrijdig.
• Komt onder ongeveer 15% van alle kinderen voor, maar bij 86% van risicogroepen
(verwaarlozing, misbruik en mishandeling).
• Opvoedingsstijl: onvoorspelbaar en angstaanjagend. Kind weet niet waar het aan toe
is en heeft daar geen oplossing voor.
• Onveilige en gedesorganiseerde gehechtheid is een risicofactor voor toekomstige
psychische stoornissen. Twee specifieke hechtingsstoornissen in DSM-5:
a. Reactieve hechtingsstoornis:
- Kinderen met deze stoornis zijn emotioneel teruggetrokken en wijst troost
af.
- Symptomen op 2-jarige leeftijd:
▪ Gebrek aan sociale of emotionele reacties naar anderen;
▪ Beperkt in positieve gevoelens;
▪ Periodes van onverklaarbare geïrriteerdheid, verdriet of angst in niet-
bedreigende interacties met volwassen opvoeders.
- Symptomen op latere leeftijd:
▪ vaak agressief t.o.v. anderen;
▪ zelfbeschadigend;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acp18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.