Samenvatting van het hele boek Cariësleasies Van Strijp et al. en van de colleges cariologie theorie jaar 2 ACTA mondzorgkunde. Inclusief Ivoren Kruis adviezen samengevat.
Dankzij deze samenvatting een mooie 8 kunnen halen.
Cariologie theorie jaar 2
– Samenvatting
Cariëslaesies
MONDZORGKUNDE AMSTERDAM
LAURA LOIS DEKKER
Een gecombineerde samenvatting van de colleges Cariologie -
Hogeschool Inholland en het boek Cariëslaesies van A.J.P. van Strijp, J.P.
van Amerongen, H.J. de Kloet, C. van Loveren, Ch. Penning, F.J.M. Roeters,
A. Verhoef (2014 – ISBN 9789085621300)
,Inhoudsopgave
College 1 ........................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 Tandcariës ............................................................................................................ 2
Hoofdstuk 2 Detectie en diagnose............................................................................................. 7
Hoofdstuk 3 Indicatie en behandeling ..................................................................................... 11
College 2 ......................................................................................................................... 16
Hoofdstuk 4 Prepareren voor composiet ................................................................................. 16
Hoofdstuk 6 Hechting aan tandweefsel en restauratiematerialen ............................................ 18
6.1 Indeling van adhesiefsystemen ............................................................................................................. 18
6.2 Keuze adhesiefsysteem ......................................................................................................................... 19
6.3 Onderzoek naar adhesiefsystemen ....................................................................................................... 20
6.4 Hechting aan restauratiematerialen ...................................................................................................... 24
6.5 Hechting overige tandkleurige restauratiematerialen aan tandweefsel ............................................... 24
College 3 ......................................................................................................................... 25
Microbiologie ......................................................................................................................... 25
College 4 ......................................................................................................................... 39
Hoofdstuk 7 Composietrestauraties ........................................................................................ 39
College 5 ......................................................................................................................... 48
Hoofdstuk 9 Fissuurlakbehandeling ........................................................................................ 48
Hoofdstuk 10 Glasionomeercement en compomeer ................................................................ 50
College 6 ......................................................................................................................... 57
Hoofdstuk 11 Amalgaam ........................................................................................................ 57
Hoofdstuk 12 Behandelen in een vochtvrije omgeving............................................................. 58
Hoofdstuk 5 Beschermen van geëxponeerd dentine ................................................................ 59
Hoofdstuk 8 Verfraaien van frontelementen met composiet ................................................... 61
College 7 ......................................................................................................................... 62
Ivoren kruis adviezen.............................................................................................................. 62
Cariëspreventie............................................................................................................................................ 62
Preventieve fissuurcariës ............................................................................................................................. 62
Droge mond ................................................................................................................................................. 62
Preventie van wortelcariës .......................................................................................................................... 63
Stappenplan Gewoon Gaaf .......................................................................................................................... 63
1
,College 1
Hoofdstuk 1 Tandcariës
Terminologie
Cariës is een ziekte waarbij de harde tandweefsels worden gedemineraliseerd → leidt tot caviteiten.
Cariës is een lokaal, dynamisch proces waarbij naast demineralisatie ook remineralisatie optreedt
aan het tandoppervlak. Wanneer het demineralisatieproces de overhand heeft → cariëslaesie. Gaat
dit proces verder, dan ontstaat er een caviteit. Cariëslaesies blijven actief op plaatsen waar plaque
zich gedurende lange tijd kan ontwikkelen.
Het cariësproces kan worden gestopt door dagelijkse verwijdering van plaque en door aanwezige
fluoride. Bij het ouder worden van plaque treedt er een ecologische verschuiving op → plaque wordt
schadelijker.
- Witte vlekcariës
Cariës in glazuur dat als eerste zichtbaar is als een witte vlek. Door verandering in de brekingsindex.
- Glazuurcariës/ glazuurlaesie
Cariës beperkt tot glazuur.
- Wortelcariës
Laesie bevindt zich in het cement van de wortel/ wortel dentine.
- Dentinecariës
Cariësproces is uitgebreid in de diepte en betrekt het dentine.
- Caviteit
Wanneer de oppervlakte van het glazuur instort.
- Primaire cariës
Alle bovenstaande cariëslaesies.
- Secundaire cariës
Altijd gelokaliseerd direct naast of onder een restauratie.
- Restcariës
Cariës die is achtergebleven toen de restauratie werd gelegd. Dit kan komen door niet adequaat
verwijderen of bewust achterlaten bij een IPO (= indirecte pulpa-overkapping).
- Zuigflescariës
Cariës door frequent gebruik van een zuigfles.
- Verborgen cariës
Moeilijk waarneembare cariës in de diepte van fissuren.
- Actieve cariës
Wanneer er op termijn progressie van de laesie is waar te nemen.
- Inactieve cariës
Wanneer het proces tot stilstand is gekomen/ bedwongen.
DMFT/ DMFS- getal
Dit is de som van alle cariëslaesies die ooit in het gebit zijn ontstaan.
D Decayed (gecaviteerd)
M Missing (geëxtraheerd door cariës)
F Filled (gerestaureerd)
T Teeth (aantal tanden)
S Surfaces (aantal vlakken)
Soms wordt onder decayed ook niet gecaviteerde cariës meegerekend. D1 staat dan voor niet
gecaviteerde glazuurcariës. D2 voor wel gecaviteerde glazuurlaesies. D3 voor dentinelaesies. Bij het
tijdelijke gebit is het de dmft/dmfs-score.
2
,Predilictieplaatsen
I Caviteiten die in putjes of fissuren beginnen.
II Caviteiten in approximale vlakken van (pre)molaren.
III Caviteiten in aprroximale vlakken van snij- of hoektanden beginnen waarvoor het
verwijderen en restaureren van de incisale hoek niet noodzakelijk is.
IV Caviteiten in aprroximale vlakken van snij- of hoektanden beginnen waarvoor het
verwijderen en restaureren van de incisale hoek noodzakelijk is.
V Caviteiten in het gingivale derde deel van de vestibulaire of
linguale vlakken beginnen.
Etiologie – Tandplaque (biofilm)
Tandplaque bestaat uit:
1. Bacteriën (voor 70%)
2. Bacteriële producten
3. Speekseleiwitten
4. Uit de voeding opgeloste stoffen
5. Plaquevloeistof waarin opgelost mineralen zoals calcium en fosfaat
De samenstelling van plaque is afhankelijk van het voedingsgedrag, de locatie en de mondhygiëne.
Demineralisatie gebeurt onder invloed van zuren. Deze komen vrij/worden geproduceerd door
micro-organismen bij het vergisten van suikers. Deze zuurvorming speelt zich af in tandplaque.
Een cariogene tandplaque wordt daarom getypeerd doordat er daarbij relatief veel zuur wordt
gevormd (=acidogeen), bacteriën goed tegen zuur bestand zijn (= aciduur), een overmaat van suiker
kan worden opgeslagen als reservevoedsel (= IPS) en er veel plaquevolume wordt opgebouwd (=
EPS).
→ Bacteriën die aan deze processen kunnen bijdragen zijn in cariogene plaque toegenomen:
mutans-streptokokken (zijn vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van cariës) en lactobacillen
(een micro-organisme dat ontwikkelt in een carieuze omgeving).
Het is gemakkelijker om via speeksel het aantal lactobacillen en mutans-streptokokken te tellen dan
via de plaque. Alleen lage uitkomsten of de afwezigheid van mutans-streptokokken wijzen op lage
cariësactiviteit. Andersom niet, hoge uitkomsten hoeven niet altijd te wijzen op hoge cariësactiviteit.
Grote aantallen mutans-streptokokken en lactobacillen zijn waarschijnlijk het gevolg van frequente
suikerinname en daaruit voorvloeiende perioden met een lage pH in de plaque. Drastische afname
inname suiker geeft dan ook een afname lactobacillen en mutans-streptokokken.
Etiologie – Tanden
Tanden bestaan uit hydroxyapatiet, een calciumfosfaatmineraal dat demineraliseert wanneer de
omgevings-pH lager wordt dan circa 5.5 (geen fluoride) of 5.0 (dagelijks fluoride). Bij herstel van de
omgevings-pH kunnen opgelost calcium en fosfaat weer neerslaan op overgebleven minerale
kristallen (= remineralisatie). Bij genoeg tijd kan de opgelopen demineralisatie schade worden
opgeheven.
Dentine is kwetsbaarder dan glazuur door de structurele verschillen (poreuzer van structuur en
groter kristaloppervlak) en door verontreinigingen in het kristalrooster.
Etiologie – Dieet
1. Frequentie is belangrijker dan hoeveelheid
2. De verlaging van pH (zuuruitstoot) duurt ong. 30 min (langer bij minder speekselsecretie).
3. De plakkerigheid is een belangrijke factor voor de cariogeniteit van voedsel.
Bij dagelijks gebruik van fluoride is geen duidelijk verband meer tussen het suikergebruik en
voorkomen van cariës.
3
, → Ivoren Kruis Basisadvies, voeding:
• Maximaal 7x per dag iets eten of drinken dat suiker bevat. Dit zijn 3 hoofdmaaltijden (ontbijt,
lunch, avondeten) en maximaal 4 tussendoortjes per dag. Vuistregel: Na eten of drinken
minstens 2 uur niks meer nemen.
• Eén uur voor het tandenpoetsen geen zure producten eten of drinken.
• Geen voeding of dranken na het laatste tandenpoetsen of mee naar bed nemen.
→ Ivoren Kruis Aanvullend advies, voeding:
• Geef individueel voedingsadvies, eventueel aan de hand van een door de patiënt
bijgehouden voedingsdagboek.
• Overweeg verwijzing naar een diëtist
Etiologie – Tijd
Indien er genoeg tijd is voor remineralisatie kan de aandoening cariës teniet worden gedaan.
Daarnaast ontwikkelt cariës niet van de ene op de andere dag, er is dus genoeg tijd voor monitoring
en preventie.
Etiologie – Fluoride
Fluoride beschermd glazuur effectiever wanneer het tijdens en na de zuuraanvallen aanwezig is in de
omringende vloeistof dan wanneer het is ingebouwd in het glazuurrooster. Fluoride remt de
demineralisatie d.m.v. precipiteren (= neerslaan) van opgeloste calcium en fosfaat. De precipitatie
vindt voor een belangrijk deel plaats in het oppervlak van het glazuur, dit zorgt ervoor dat zuren
minder goed in het glazuur kunnen doordringen.
Een gebrek aan fluoride geeft een toename in cariësrisico.
De fluorideretentie (= het vasthouden) in de mond is plaatsgebonden. Meest aanwezig in het
bovenfront en vestibulair van de ondermolaren.
Weinig/geen fluoride transport tussen links-rechts en boven-onder elementen. Dus goed spreiden.
→ Ivoren Kruis Basisadvies, fluoride:
• 0 en 1 jaar
Vanaf het doorbreken van de eerste tand 1x per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta
(500-750 ppm fluoride)
• 2, 3 en 4 jaar
2x per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta (500-750 ppm fluoride)
• 5 jaar en ouder
2 x per dag poetsen met fluoridetandpasta (1000-1500 ppm fluoride). Dit kan junior-, kinder-
of een tandpasta voor volwassenen zijn.
• Voor alle leeftijden
Raadpleeg voor alle andere vormen van fluoridegebruik de tandarts of mondhygienist.
→ Ivoren Kruis Aanvullend advies, fluoride:
• Andere applicatiemethoden
- Fluoridetandpasta aanbrengen met de vinger.
- Poetsen combineren met fluoridespoelen.
• Extra fluoridemaatregelen
- Een sterker geconcentreerde fluoridetandpasta.
- Fluoridefrequentie verhogen (max. 4x per dag), bijvoorbeeld door: Extra tandenpoetsen of
spoelen met een fluoride-oplossing.
- Professionele fluoridetoepassing (fluoridelak, -vloeistof, -gel)
→ Toxisch bij: 10 kg (1 jaar): 100 gr 500ppm, 50 gr 1000ppm, 35 gr 1500ppm
20 kg (5 jaar): 200 gr 500ppm, 100 gr 1000ppm, 70 gr 1500ppm
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraloisdekker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.05. You're not tied to anything after your purchase.