Samenvatting van alle stof van strafrecht inclusief aantekeningen van de hoorcolleges en werkcolleges. Ik heb voor dit tentamen een 9,8 gekregen! Samenvatting van het boek Praktisch straf(proces)recht.
Doelen strafrecht:
Het strafrecht is het deel van het publiekrecht waarbij bepaalde handelingen strafbaar worden
gesteld
Ordening van de samenleving: afdwingen van gehoorzaamheid burgers door bedreiging met
straf bij overtreding normen
Vergelding
Bescherming samenleving
Resocialisatie
Uitgangspunten strafrecht:
Legaliteitsbeginsel (art. 1 lid 1 Sr.), de gedraging is pas strafbaar als het in de wet terug te
vinden is.
Verbod bestraffing met terugwerkende kracht (art. 1 Sv.)
Niet 2x bestraft voor hetzelfde feit (ne bis in idem).
Hoofdstuk 1 het strafbare feit
Er wordt van een strafbaar feit gesproken indien het om een menselijke gedraging gaat, die valt
binnen een delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan schuld te wijten is.
Er zijn vier voorwaarden om van een strafbaar feit te kunnen spreken:
1. Het gaat om een menselijke gedraging.
2. De gedraging valt binnen een delictsomschrijving.
3. De gedraging is wederrechtelijk.
4. De gedraging is aan schuld te wijten.
Een menselijke gedraging kan bestaan uit een doen of nalaten. Volgens het Wetboek van het
Strafrecht betekent dit dat een persoon een gewilde spierbeweging heeft uitgeoefend.
Als iemand een ongeluk veroorzaakt maar er niks aan kon doen, omdat diegene geen spierkracht kon
uitoefenen. Dus heeft diegene geen strafbaar feit gedaan.
Iemand kan ook een strafbaar feit plegen als diegene geen spierkracht heeft uitgeoefend, maar
spierkracht wel had kunnen uitoefenen. Het feit dat hij dit niet heeft gedaan, maakt hem strafbaar.
Een menselijke gedraging kan derhalve ook bestaan uit een nalaten. Hierbij is doorslaggevend dat de
verdachte een spierbeweging had kunnen maken, maar dit niet heeft gedaan.
Niet alleen natuurlijke personen kunnen een gedraging verrichten. Ook rechtspersonen kunnen een
strafbaar feit plegen. Dit noemen we functioneel daderschap.
In een delictsomschrijving staat welke gedragingen strafbaar zijn. Een delictsomschrijving moet altijd
wettelijk zijn vastgesteld. Dit volgt uit artikel 1 Sr. hier staat dat een feit pas strafbaar is als er
voorafgaand aan de gedragingen een wettelijke strafbepaling is geformuleerd. Dit is het
legaliteitsbeginsel.
Als de menselijke gedraging niet onder de delictsomschrijving is te brengen, dan kan er nooit sprake
zijn van een strafbaar feit.
Wederrechtelijk. Hiermee wordt bedoeld ‘in strijd met het recht’. Wanneer de verdachte met zijn
menselijke gedraging een delictsomschrijving vervult, handelt hij automatisch in strijd met het recht.
Iemand kan een gedraging plegen die valt onder een delictsomschrijving, maar waarvan het
handelen niet wederrechtelijk is. Dit omdat diegene zich kan beroepen op een
rechtvaardigingsgrond.
,Een menselijke gedraging moet aan schuld te wijten zijn. De verdachte moet een verwijt kunnen
gemaakt. Met andere woorden, een gedraging moet hem kunnen worden toegerekend. Er is sprake
van verwijtbaarheid als de verdachte anders had kunnen handelen, maar dit niet heeft gedaan.
Het komt ook voor dat iemand een delictsomschrijving vervult, maar dat hem geen verwijt kan
worden gemaakt. In zo’n geval is er geen sprake van schuld en is van een strafbaar feit geen sprake.
Een verdachte die een beroep doet om op een omstandigheid die ertoe moet leiden dat de
verdachte geen verwijt kan worden gemaakt, heet een schulduitsluitingsgrond. Een succesvol beroep
hierop betekent dat de verdachte geen schuld heeft en hij dus geen strafbaar feit heeft gepleegd.
Bestanddelen zijn de voorwaarden. Iets waaraan moet zijn voldaan voordat je gestraft kan worden.
De bestanddelen staan altijd in een tenlastelegging opgenomen en moeten door een rechter
bewezen worden verklaard. De zinsnede als wordt schuldig van, of de straffen, vallen niet onder de
delictsomschrijving, omdat het geen voorwaarden zijn van een straf. De onderdelen waaruit een
delictsomschrijving bestaat zij de bestanddelen.
Elementen zijn wederrechtelijkheid en schuld. Dit zijn niet altijd elementen. Maar er moet altijd aan
wederrechtelijkheid en schuld voldaan zijn. Dus als wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid (schuld)
letterlijk in de delictsomschrijving staan dan zijn het geen elementen. Als het er niet letterlijk in staat
dan zijn het elementen. Elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
Wil iemand veroordeeld worden moet er worden voldaan aan de delictsomschrijving (bestanddelen)
en moet er worden voldaan aan de elementen.
Verschil misdrijf en overtreding:
Misdrijven vind je in Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht.
Misdrijven zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de overtreder ervan zwaar(der) gestraft moet
worden. Op misdrijf staat dan ook altijd een gevangenisstraf.
Misdrijven behoren onder de bevoegdheid van de rechtbank.
Overtredingen vind je in Boek 3 van het Wetboek van Strafrecht.
Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft gemeend dat de strafbedreiging wat minder
mag zijn. Voor overtredingen krijgt de dader alleen een geldboete of hechtenis.
Overtredingen behoren onder de bevoegdheid van de kantonrechter.
Formele delicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Het gaat bij dit type
delicten om de handeling en niet om het gevolg. De activiteit wordt strafbaar gesteld en het
eventuele gevolg is niet van belang.
Voorbeeld: art 310 Sr: diefstal. Strafbaar is het wegnemen van een goed.
Materiele delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg juist strafbaar. De manier waarop het
gevolg intreedt is niet van belang.
Voorbeeld: doodslag. De wetgever heeft niet omschreven hoe iemand van het leven moet worden
beroofd, maar enkel strafbaar is als iemand wordt gedood.
Er zijn een groot categorie delicten waarvan het niet duidelijk is of het een formeel delict is of
materieel delict.
Commissiedelicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Voorbeeld, mishandelen,
stelen, andermans spullen vernielen, iemand doden.
Omissiedelicten zijn delicten die juist het nalaten strafbaar stellen. Voorbeeld, het nalaten om hulp te
verlenen aan iemand die in levensgevaar verkeert. Bij omissiedelicten moet in de delictsomschrijving
wel altijd goed omschreven staan welk nalaten aan wie moet worden toegerekend.
, Een bepaald gedraging dat strafbaar is, is een gronddelict. Het gekwalificeerd delict is een delict dat
ernstiger is dan het gronddelict. Het gaat nog steeds om hetzelfde soort delict, er is dan alleen een
extra bestanddeel toegevoegd. Een gekwalificeerd delict kent dan ook een zwaardere strafbedreiging
dan het gronddelict.
Een geprivilegieerd delict is eigenlijk het tegenovergestelde van een gekwalificeerd delict. Ten
opzichte van het gronddelict, is het geprivilegieerd delict een lichtere variant met een lagere
strafbedreiging. Het is, net als gekwalificeerd delict, een variatie op het gronddelict. Voorbeeld van
geprivilegieerd delict is kinderdoodslag.
Hoofdstuk 2 wederrechtelijkheid
De wetgever heeft er voor gekozen om in sommige delictsomschrijvingen het bestanddeel
wederrechtelijk op te nemen.
In sommige gevallen heeft het bestanddeel wederrechtelijk een andere betekenis dan het element
wederrechtelijk.
Bovendien wordt op deze manier voorkomen dat volkomen rechtmatig gedrag zou vallen onder de
strafwet.
De eerste betekenis van het bestanddeel wederrechtelijk wordt opgevat als ‘zonder toestemming
van de rechthebbende’. In deze betekenis handelt de verdachte zonder eigen recht. Hierbij kan ook
een publiekrechtelijke bevoegdheid bedoeld worden. Deze betekenis wordt de leer van Remmelink
genoemd. Dus een bestanddeel wederrechtelijkheid betekent ‘zonder toestemming van de
rechthebbende’ en/of ‘zonder eigen publiekrechtelijk recht’.
De tweede betekenis van een bestanddeel wederrechtelijkheid heeft dezelfde betekenis als het
element wederrechtelijkheid. ‘In strijd met het recht’.
Waarom is het belangrijk om te weten welke betekenis het bestanddeel wederrechtelijk in een
delictsomschrijving heeft?
Het kan zo zijn dat het hanteren van de ene betekenis de verdachte vrijuit gaat, terwijl als de andere
betekenis gebruikt zou worden de verdachte veroordeeld zal worden. Overigens is het vaak zo dat in
een proces-verbaal van aangifte beide betekenissen van wederrechtelijkheid worden opgenomen en
uitgewerkt.
Materieel strafrecht is het Wetboek van Strafrecht.
Formeel strafrecht is het strafprocesrecht staat in het Wetboek van Strafvordering.
Hoofdstuk 3 opzet
Opzet is een bestanddeel in het strafrecht dat vaak voorkomt. Juridisch gezien heeft opzet een
andere betekenis: er kan ook sprake zijn van opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft gehad.
De betekenis van opzet in het dagelijks leven sluit aan bij wat in het strafrecht boos opzet wordt
genoemd. Er is sprake van boos opzet wanneer de verdachte willens en wetens de strafwet heeft
overtreden. De verdachte wist dat hij de wet overtrad en hij heeft dat ook gewild. Van boos opzet
kan alleen sprake zijn als de verdachte weet dat wat hij doet strafbaar is. Het kan echter lastig zijn om
te bewijzen dat een verdachte wist dat zijn gedrag strafbaar was.
Als iemand gewend is om problemen op een ‘verkeerde’ manier op te lossen, en deze denkt dat zijn
handelen volkomen rechtvaardig is, is er geen sprake van boos opzet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanderwindendonna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.