Samenvatting van alle stof voor bestuursrecht inclusief aantekeningen van werkcolleges en de hoorcolleges. Ik heb voor dit tentamen een 9,3 gehaald! Samenvatting van het boek Praktisch bestuursrecht.
Naast elkaar treden het college en GS op als organen van de overheid, ofwel het openbaar bestuur.
(In dit boek) wanneer het gaat om het uitvoeren van bestuurstaken wordt de term openbaar bestuur
gebruikt. Het openbaar bestuur treedt in verschillende hoedanigheden en op verschillende manieren
op en behartigt daarbij het algemeen belang.
Overheid = openbaar bestuur.
Het openbaar bestuur dient de samenleving zo te besturen dat burgers en organisaties daar op een
fatsoenlijke manier met en naast elkaar kunnen leven, wonen, werken en recreëren. Het algemeen
belang is dus eigenlijk datgene wat in ieders belang zou moeten zijn.
Het openbaar bestuur mag bij het behartigen van het algemeen belang bepaalde dingen doen
waarvoor de belangen van één of meer burgers worden getroffen. Daartegenover staat dat die
burgers mogelijkheden hebben om zich te beschermen tegen het optreden van het openbaar
bestuur. Dat is waarop het bestuursrecht kort gezegd betrekking op heeft: het juridisch functioneren
van het openbaar bestuur en zijn relatie tot de burger.
Het openbaar bestuur is een abstract begrip. Het handelen van het openbaar bestuur gebeurt
namelijk door een persoon of een groep personen in de hoedanigheid van een bestuursorgaan.
Dus bestuursorganen treden op als openbaar bestuur, bij de taken die zij uitvoeren, en daarbij het
algemeen belang behartigen.
Het bestuursrecht bevat regels, ook wel rechtsnormen genoemd, met betrekking tot:
De organisatie van het openbaar bestuur;
Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen;
De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
die bestuursbevoegdheden;
Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan;
De juridische bescherming voor de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
5 hoofdlijnen figuur 1.1
Het openbaar bestuur kan reguleren, stimuleren, faciliteren, maar ook verbieden of beperken en het
doel dat op tal van terreinen zoals het onderwijs, gezondheidszorg, belasting etc. Dit uit zich
bijvoorbeeld in het verlenen van subsidies of studiebeurzen, toekennen van uitkeringen, verstrekken
van rijbewijs etc. Dit resulteert meestal in aanspraken of (financiële) verplichtingen van burgers
jegens het openbaar bestuur.
Bestuursrecht is publiekrecht. Al kan het openbaar bestuur, hoewel soms onder voorwaarden,
gebruikmaken van de mogelijkheden uit het privaatrecht.
Legaliteitsbeginsel en specialiteitsbeginsel
Alleen organen met regelgevende bevoegdheid kunnen wetten uitvaardigen. Het openbaar bestuur
voert die wetten uit, maar is ook zelf daaraan gebonden. Het openbaar bestuur mag daarom alleen
als openbaar bestuur optreden als dit is vastgelegd in een wet. Deze zogenoemde wetmatigheid van
bestuur wordt het legaliteitsbeginsel genoemd.
,Het openbaar bestuur mag alleen inbreuk maken op de rechten en vrijheden van een burger als de
wet dit toestaat. Voorbeeld: belastingaanslag.
Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb).
Als behartiger van het algemeen belang moet het openbaar bestuur dit belang afwegen tegen de
belangen van de individuele burgers. Het specialiteitsbeginsel beperkt die afweging tot het kader van
de belangen waarvoor een speciale wet is bedoeld.
Dus voor het optreden van het openbaar bestuur is een grondslag in de wet nodig
(legaliteitsbeginsel) en bij het afwegen van de belangen moet het openbaar bestuur binnen het kader
blijven van de toepasselijke wet (specialiteitsbeginsel).
Artikel 8 Grondwet is een uiting van het legaliteitsbeginsel.
Bronnen van bestuursrecht
Voor het bestuursrecht zijn drie rechtsbronnen van belang:
Wet- en regelgeving en verdragen;
Jurisprudentie;
Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Aan de basis van elk bestuursoptreden moet steeds een wet in formele of materiele zin liggen. Het is
ondoenlijk voor de formele wetgever om alle ingewikkelde processen in de maatschappij tot in detail
te reguleren. Het openbaar bestuur is daarom verdeeld in verschillende lagen die elk op hun beurt
bestuursrechtelijke regels kunnen vaststellen. Daarbij mag een lagere regeling niet in strijd zijn met
een hogere.
Let op: verdragen, beleidsregels en vergunningvoorschriften behoren niet tot de wet- en regelgeving.
Hiërarchisch bestuursrechtelijke normenstelsel:
Verdrag Staat der Nederlanden
Wet- en regelgeving
EU-verordening en EU-richtlijn Europees Parlement/Raad/Commissie
Grondwet Formele wetgever
Wet in formele zin Formele wetgever
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Regering
Ministeriele regeling Minister
Provinciale verordening Provinciale Staten
Gemeentelijke verordening/ Gemeenteraad/waterschapsbestuur
waterschapsverordening
Geen wet- en regelgeving
Beleidsregels en vergunningvoorschriften Op alle niveaus van het openbaar bestuur
Het Europese bestuursrecht wordt deels uitgevoerd door het openbaar bestuur in Nederland en
deels door organen van de EU aan wie de Nederlandse staat bestuurstaken heeft afgestaan.
Beleidsregels zijn eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van
het openbaar bestuur dat ze heeft vastgesteld of waarvoor ze zijn bedoeld.
Vergunningvoorschriften zijn normen die gelden in het individuele geval, namelijk voor degene aan
wie de vergunning is verleend. Vergunningvoorschriften kunnen bestaan uit rechtsnormen afkomstig
van wetten en lagere regelingen en uit regels die het bestuursorgaan dat de vergunning verleent,
voorschrijft.
, Het systeem van het verlenen van een omgevingsvergunning geeft tevens een illustratie van wat
gelede normstelling wordt genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat normen voor een bepaald geval
(mede) worden bepaald door normen in verschillende regelingen die dikwijls in een hiërarchische
verhouding tot elkaar staan. Gelede normstelling komt in het bestuursrecht veel voor en ontstaat
doordat de diverse organen van het openbaar bestuur elk op hun eigen niveau normen kunnen of
moeten stellen.
Het bestuursorgaan dat de aanvraag om een vergunning moet beoordelen zal bij het nemen van een
besluit dus goed rekening moeten houden met de toepasselijke normen in de diverse regelingen. De
verschillende normen in al deze regelingen bepalen mede hoe het besluit van het college er in
voorbeeld 1.2 (omgevingsvergunning) uiteindelijk uit zal zien.
Het algemene bestuursrecht bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van
toepassing zijn. Dit is alles in de Awb!
Het bijzonder bestuursrecht bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden
waarop het openbaar bestuur actief is.
Ordenende overheidstaken, zoals politie en ruimtelijke ordening.
Verzorgende overheidstaken, zoals onderwijs, socialezekerheidsrecht, milieurecht en
vreemdelingenrecht.
Coördinatiewetgeving: bepalingen die gelden voor alle regelingen op een bepaald terrein van het
bestuursrecht. In een coördinatiewet worden bepalingen die in alle regelingen op een bepaald
gebied van het bestuursrecht voorkomen, bij elkaar gebracht.
Voorbeelden: sociale zekerheid, belastingen, omgevingsvergunning en fysieke leefomgeving.
De coördinatiewetgeving blijft echter beperkt tot een bijzonder gebied van het bestuursrecht.
Awb is belangrijkste wet uit het bestuursrecht. De basis voor de Awb is gelegen in artikel 107 lid 2
Gw, dat aan de wetgever de opdracht geeft om een wet te maken met algemene regels van het
bestuursrecht, met als doel:
Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving;
De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving;
Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak;
Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor regeling
in een bijzondere wet.
De Awb is een aanbouwwet die in vier fasen (tranches) tot stand is gebracht door er steeds meer
inhoudelijke onderdelen aan toe te voegen.
De indeling van de Awb toont al een van haar belangrijkste kenmerken: de gelaagde structuur.
Daarmee wordt bedoeld dat de wet is opgebouwd uit verschillende lagen, waarbij telkens eerst de
algemene bepalingen worden genoemd en daarna de bepalingen voor de meer bijzondere gevallen.
Algemene regels die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en in beginsel op elke uitoefening
van overheidstaken.
Let op: regel uit Awb in strijd met regel uit wet bijzonder bestuursrecht? Bijzondere wet gaat voor!
De regels van het algemeen bestuursrecht zijn in beginsel steeds van toepassing op die van het
bijzonder bestuursrecht, tenzij de bijzondere wet noodzakelijkerwijs hiervan afwijkt.
In de Awb zijn echter (nog) niet alle gemeenschappelijke regels opgenomen. Ook brengt de dynamiek
van het bestuursrecht met zich mee dat er steeds nieuwe algemene regels worden ontwikkeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanderwindendonna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.