Notities van alle lessen biochemie van prof Roossens. Praktisch op basis van de opnames elke zin letterlijk uitgetypt, zou dus in combinatie met de slides voldoende moeten zijn om het vak te begrijpen en ervoor te slagen.
1.2
Nucleinezuren vinden ook hun oorsprong in AZ, die hebben N atomen in hun structuur.
2.1
DNA, RNA, meest voor de hand liggende plaats waar je die nucleotiden gaat terugvinden.
Echter niet de enige plaats.
2.2
Al die andere plaatsen al gezien. Onder de vorm van ATP. Purinemolecules die tussenkomen
bij de vorming van ATP en ADP. Zonder ATP functioneren wij niet, dus ook daar is de
aanwezigheid van die nucleinezuren essentieel. Energierijke elektronendragers, NADH en
NADPH, bevatten purines. Voor signaaltranductie, belangrijkste manier om lichaam te laten
antwoorden op insuline en glucagon, cAMP, ook purines in tussen. In methyleringsreacties,
ook de input van nucleotiden nodig.
3.1
Bij RNA en DNA zullen die nucleinezuren tussenkomen, en aantal purines en pyrimidines die
daar voorkomen zullen niet gelijk zijn. Bij RNA heb je uracil en bij DNA thymine. Als we kijken
naar de helix, zien we dat we daar een suiker aan moeten hangen, dat we een nucleoside
krijgen, en dat we daar ook nog een fosfaatgroep aan moeten hangen om die aan elkaar te
kunnen vastrijgen, pas dan spreken we over een nucleotide.
3.2
2 types van basen. Purines, de ingewikkelste structuur, pyrimidines, langste naam maar
eenvoudigste structuur. Van de pyrimidines heb je er 3, want bij DNA heb je thymine en bij
RNA uracil.
4.1
Reeds verteld. Als je met die basen iets wilt gaan doen, moet je daar meestal een
suikerstructuur op aanhechten, dan heb je een nucleoside, als je er dan ook een
fosfaatgroep op gaat zetten spreek je van een nucleotide. Het is pas wanneer je die base en
uw suiker en fosfaatgroep hebt dat je bv die DNA helix gaat kunnen aanmaken, want dit
stukje dat je telkens aan elkaar gaat rijgen, dat uw ruggengraat is, en uw basen steken er dan
uit.
4.2
Synthetische analogen van die basen, om in de geneeskunde te gebruiken, als bv
chemotherapeuticum die dat we zullen kunnen inbouwen in DNA en RNA strcutuur maar
door structurele afwijkingen de enzymactiviteit zullen blokkeren, waardoor uw DNA en RNA
synthese zal vastlopen. Producten niet kennen.
5.1
Gefosforyleerd suiker nodig zodat je die structuren aan elkaar kunt vasthechten.
, 6.1
Kunnen vertellen hoe je die base allemaal gaat aanmaken. Lichaam heeft twee opties:
beginnen van niks, basisbouwstenen nemen die je kan terugvinden de novo synthese of
uw lichaam kan vanuit de voeding bv nucleosiden vinden, of bv de basen, dat aangrijpen als
basisstructuur en daar nog de juiste elementen bij opzetten salvage. Elke salvage pathway
dat je doet heeft ook een specifiek enzym.
6.2
Weten hoe we de basen omzetten om van een ribose suiker te gaan naar een desoxyribose.
Deze hydroxylgroep zal moeten weggaan om te veranderen van een RNA naar een DNA
structuur. In de evolutie is alles begonnen met RNA. Lichaam heeft een enzym ontwikkelt dat
ervoor zorgt om de structuren dat je hier hebt aangemaakt om te zetten naar
desoxyvormen. Daar kun je ook uit afleiden, als je eerst uw RNA vormt, dat uw omvorming
naar thymine, een van de laatste stappen zal zijn.
7.1
Purines, eenvoudigste naam, de dubbele ringstructuren, adenine en guanine, zullen we
meestal de novo synthetiseren. Naast de de novo synthese ook de optie voor salvage
pathays, dit zullen meestal pathways zijn om basen uit voeding te extraheren en daar een
fosforibosegroep op te zetten, de andere optie is dat je nucleotides uit de voeding haalt en
die gaat fosforyleren. Ze staan hier in volgorde van belangrijkheid, wat het meeste voorkomt
staat vanboven. Waarom kiest lichaam voor een of ander? De novo is complex, verschillende
stappen voor nodig, salvage, meestal maar 1 stap, max 2, qua energieinvestering groot
verschil voor lichaam. Enige reden om salvage te kiezen, omdat dat energie bespaart.
7.2
Nucleinezuren vertrekken qua structuur vanuit verschillende AZ. Purines, als je dubbele ring
uit elkaar trekt, kan je elk atoom toewijzen naar een bepaald molecule, dan zie je dat daar
verschillende AZ bij tussenkomen. Grote verschil tussen purine en pyrimidine synthese: die
purines, als je die aanmaakt, vertrek je vanuit uw geactiveerde suiker, en neem je dat als
fundament om dubbele ring te gaan vasthechten, bij pyrimidines ga je uw zesring aanmaken
en ergens onderweg uw suiker aanplakken. Alles begint hier met de vorming van fosforibosyl
pyrofosfaat, dat is een geactiveerde ribose 5 fosfaat. Ribose 5 fosfaat, die haalt uw cel uit de
pentose fosfaatpathway. Waarom een heel goede startmolecule? 2 fosfaatgroepen, als je
die twee afsplitst, ga je naar een enzymatisch gunstige reactie gaat, je hydrolyseert die tot
twee anorganische fosfaten, die heel stabiel zijn, dus waar enorm veel energie bij vrijkomt.
8.1
Eerste stap, activatie van uw suiker waarbij je die fosfaatgroepen gaat aanhechten. Je maakt
een belangrijk intermediair. Gaat ook een reactie zijn dat je kunt reguleren, zonder
geactiveerde suiker kan uw lichaam niet beginnen om die purines aan te maken. Je hebt uw
bouwsteen om te starten aan uw purinebiosynthese. Dan gaan we beginnen om stapsgewijs
groepen aan te hechten. Eerste groep die we aanhechten is een glutamine. Van glutamine
naar glutamaat gaan we een aminogroep vrijstellen, die bouwen we in op de plaats waar die
fosfaatgroepen zullen vertrekken. Vanonder: de eerstvolgende reacties die we nu gaan zien
om die ring aan te maken volgens hetzelfde proces, altijd eerst activeren door een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katoendegroote. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.