Notities van alle lessen biochemie van prof Roossens. Praktisch op basis van de opnames elke zin letterlijk uitgetypt, zou dus in combinatie met de slides voldoende moeten zijn om het vak te begrijpen en ervoor te slagen.
Wanneer uw gluconeogenese vordert en vordert zal het aandeel van uw eiwitten groter en
groter worden, lever haalt eiwitten uit de spieren, we hebben ook essentiele spieren, die we
niet kunnen afbreken want we kunnen niet zonder. Dus op bepaald moment kan hersenen
zeggen van ja ik gebruik nog glucose uit de gluconeogenese, maar ik heb minder nodig, want
ik zal ook ketonen gebruiken, dat stelt ons lichaam in staat om de gluconeogenese, de flux
daardoor wat te vertragen waardoor de spiermassa langer gespaard zal blijven, en je zal
staat van vasten langer kunnen volhouden voor ook uw essentiele spieren afgebroken zullen
worden.
Waarom gaan uw hersenen zelf geen vetzuren afbreken? Hersenen zijn niet in staat om iets
anders te grebuiken dan ketonen of glucose door de bloed hersen barriere (?).
1.2
Vetzuuraanmaak hebben we in verschillende weefsels nodig, iedereen doet dat in beperkte
mate.
2.1
Je hebt opnieuw grote regulerende weefsels waar die synthese in grote hoeveelheden wordt
uitgevoerd.
In lever, nier, vetweefsel en lacterende borstklieren. Daar zal de flux doorheen de
vetzuursynthese het hoogste zijn. Uw lever zal opnieuw een regulerende rol spelen (net
zoals bij koolhydratenmetabolisme).
Vetweefsel is de plaats waar we triglyceriden stockeren. De de novo synthese van vetzuren,
daar zwaartepunt vooral in lever. In vetweefsel gaan we vetzuren uit circulatie opnemen en
veresteren met glycerol om de opslagvorm te maken. Acetylcoa is uw substraat, product is in
ons lichaam, in ons cytoplasme palmitaat, meest voorkomende vetzuur in ons lichaam, 16C,
geen onverzadigdheden (?), en is het eindpunt van de vetzuursynthese in cytoplasma.
2.2
Hoe maakt de lever vetzuren uit het niets?
Er is een regulerende stap. Acetylcoa onder de vorm van citraat wordt buiten de
mitochondrien in het cytoplasma gebracht waar de enzymen van de vetzuursynthese zich
zullen bevinden. Eerste omzetting van acetylcoa naar malonylcoa, ziet er van vorm niet veel
verschillende uit, alleen heb je een carboxylgroep gewonnen, daarom katalyse door
carboxylase. Net zoals het pyruvaat carboxylase (pyruvaat oxaloacetaat) en als
anaplerotische reactie van krebs cyclus, een paar essentiele cofactoren nodig om enzym te
doen werken, ABC enzyme, biotine, ATP en carboxylgroep nodig. Acetylcoa carboxyase
bestaat uit twee verschillende eenheden en een biotine drager. E1 deel zal carboxyl
overdragen op biotine. E2 zal de carboxylgroep overdragen acetylcoa. De reactie met
acetylcoa carboxylase is de belangrijkste reactie van de vetzuursynthese, hier wordt beslist
of er aan vetzuursynthese wordt gedaan of niet. Staat hier lineair voorgesteld, maar eigenlijk
is biotine een staart die zal slagen van E1 naar E2 en zo carboxylgroep overdraagt van biotine
naar uw substraat. Dit is een anabole reactie, dus zal ons lichaan energie kosten, hier zien we
al de eerste investering.
, 3.1
Enzymen nodig om vanuit dat malonylcoa vetzuren te maken, die zitten samen in een
enzymcomplex, bestaande uit verschillende onderdelen. Die twee enzymcomplexen zitten
steeds als een dimeer gecomplexeerd, dat heeft een gevolg voor het uitvoeren van zijn
functie. ACP, acylcarrierprotein, het eiwit dat uw vetzuurketen zal gaan dragen, daar heb je
er 2 van. Lijkt qua structuur zeer erg op coa, daarom bindt het de vetzuren zo goed, beide
opgebouwd uit pantotheenzuur. Als we een geactiveerd vetzuur hebben of een malonylcoa,
wippen we co enzym a eraf en zetten we een acetyl coa carboxylase erop. Je moet niet alle
namen kennen, maar weten dat het geheel een vetzuursynthase noemt.
3.2
Acetylcoa wordt weggeleid vanuit mitochondrien, wordt een carboxylgroep aan toevegoegd
en je krijgt malonylcoa.
Bij de eerste stap van uw vetzuursynthese hebben we een acetylcoa afzonderlijk nodig, we
hebben er 2 nodig, eentje dat we omzetten naar malonylcoa en eentje dat je onder zijn
geactiveerde coa vorm behoudt. Wat gaat er daarmee gebeuren? Zal binden aan uw eerste
ACP. Malonylcoa zal binden aan het tweede. Einddoel is om die keten te gaan verlengen, we
willen eindigen met palmitaat, geen onverzadigdheden. Eerste een carboxylgroep afsplitsen
en acetyl stuk van acetylcoa gaan vasthechten op malonylcoa. COCH2 zal binden aan COCH3
afhkomstig van acetylcoa en carboxylgroep die we erop hebben gezet zal er weer afgaan. Er
staan nog functionele groepen op die we niet willen binnen ons palmitaat.
4.1
We gaan eerst reduceren, dan water verwijderen en dan opnieuw reduceren. Dat is het
omgekeerde dan wat we bij de beta oxidatie hebben gedaan. Vetzuuroxidatie is volledig
analoog aan aanmaak vetzuren, alleen heb je bij het aanmaken een eerste cruciale stap die
zal verschillen met uw oxidatie. Reduceren, energierijke elektronen opnemen en ervoor
zorgen dat die dubbele binding verdwijnt, wordt een OH groep, we gaan water afsplitsen,
dat introduceert een dubbele binding, opnieuw reduceren, en die dubbele binding is weg,
waarbij we een begin van onze vetzuurketen gemaakt hebben. Dit is dus net zoals de beta
oxidatie ook een cyclisch proces. De volgende cycli ga je altijd malonylcoa toevoegen, dus
enkel in eerste reactie acetylcoa nodig. Malonylcoa zal uw ctp1 inhiberen.
4.2
Hetzelfde.
CO2 wordt afgesplitst en acetyl groep wordt achter uw malonylcoa opgezet, je krijgt een
verlenging.
Alles zal uiteindelijk opieuw beginnen door vasthechting van een nieuwe malonylcoa. De
energie dat we hierin investeren, elke malonylcoa die we maken daar moeten we ATP in
investeren, en elke keer dat we de cylcus laten doorgaan hebben we energierijke elektronen
nodig. NADPH komt tussen bij reductieve biosynthese. Van waar komt dat NADPH? Vanuit
een pathway van ons koolhydtraatmetabolisme, het pentose fosfaat pathway. Als we geen
actief koolhydraatetabolisme hebben, niet genoeg glucose 6 fosfaat om af te leiden naar de
pentose fosfaatpathway, dan hebben we geen NADPH genoeg om hier lipiden te gaan
aanmaken. In de weefsels eerder vermeld zul je een heel actieve pentose
monofosfaatpathway moeten hebben.
Altijd malonyl nodig omdat die structureel een goede leaving group heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katoendegroote. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.