Bij een fusie worden de activa en passiva van twee of meer vennootschappen duurzaam
bijeengebracht. Bij een splitsing worden de activa en passiva van een vennootschap duurzaam uit
elkaar gehaald en verspreid over twee of meer vennootschappen.
Bij een aandelenfusie draagt de verkrijgende vennootschap aandelen over aan de andere
vennootschap. Die andere vennootschap krijgt daardoor een indirect belang in de vennootschap die
hij voorheen had.
Bij een juridische fusie of splitsing heb je juridisch gezien te maken met een overgang van activa en
passiva onder algemene titel. Fiscaal gezien worden dit soort overgangen behandeld als een
vervreemding. Dit wordt als een vervreemding behandeld zodat er afgerekend moet worden over de
stille reserves.
Zowel bij de aandelenfusie als bij de juridische fusie of splitsing kun je te maken hebben met IB- en
met VPB-gevolgen. Een bedrijfsfusie leidt alleen tot VPB-gevolgen.
Voorbeeld aandelenfusie:
A en B willen ter versterking van de marktpositie de ondernemingen van X en Y BV fuseren. A en B
richten H BV op. Ter volstorting van het aandelenkapitaal brengen A en B de aandelen X BV
respectievelijk Y BV in H BV in. De werkelijke waarde van de aandelen X en Y BV is elk € 1.000.000
(verkrijgingsprijs € 200.000).
In de casus speelt het aanmerkelijkbelangregime. Als de aandelen worden overgedragen aan een
andere BV, dan wordt dit aangemerkt als een reguliere vervreemding. Hier moet AB-heffing over
worden betaald.
Fusie: fiscaal perspectief
Een fusie gaat vaak gepaard met belastingheffing (inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en
overdrachtsbelasting). Overdrachtsbelasting is verschuldigd als er vastgoed wordt overgedragen, maar
ook bij onroerende zaaklichamen. Dit zijn lichamen die zich alleen bezighouden met de exploitatie van
vastgoed. Bij zo’n lichaam is er niet alleen overdrachtsbelasting verschuldigd als het pand wordt
overgedragen, maar ook als de aandelen in de vennootschap worden overgedragen.
Bij een fusie tegen uitreiking van aandelen komen geen liquiditeiten vrij om belastingheffing te
voldoen. De fiscus vindt daarom ook dat de claim mag worden doorgeschoven, want er wordt immers
niets gerealiseerd.
2
, Fusierichtlijn
Belastingheffing kan bedrijfseconomisch wenselijke fusie belemmeren. Dit wil de fiscus niet, maar ook
de EU wil dit niet Fusierichtlijn. Hierin staat dat je te maken kunt krijgen met de Fusierichtlijn als
het gaat om een aandelenruil, inbreng van activa, splitsing of een juridische fusie waarbij
vennootschappen van twee of meer lidstaten zijn betrokken. Zuiver nationale situaties zijn
voorbehouden aan de lidstaten zelf. De Fusierichtlijn strekt zich alleen uit over grensoverschrijdende
situaties. De Fusierichtlijn kan echter wel indirect doorwerken in nationale situaties.
BNB 1998/32 (LEUR-BLOEM)
In dit arrest betrof het een zuiver nationale situatie. Die nationale situatie werd anders behandeld dan
een grensoverschrijdende situatie. Normalerwijs is dat geen probleem. Maar in casu had de
Nederlandse wetgever bij de vormgeving van de faciliteiten heel uitdrukkelijk aangesloten bij het
Europese recht. In dat geval kan het Europese recht wel doorwerken in de nationale situatie. Dus daar
waar de nationale wetgever iets heeft bepaald dat niet strookt met Europees recht en de nationale
wetgever heeft wel als doel gehad aan te sluiten bij het Europese recht, dan kan de Europese rechter
zich ook bevoegd achten over de casus te oordelen.
Doorschuifsystematiek
Algemeen
Er is geen belastingheffing bij bedrijfseconomisch wenselijke fusies, maar de belastingclaim moet wel
behouden blijven. Dit is opgelost door de doorschuifregeling. Zo’n regeling houdt in dat de fiscale
claims overgaan op:
• Het lichaam dat de activa-passiva verkrijgt. De fiscale claim blijft behouden doordat de
overnemer, bijvoorbeeld, een pand voor de boekwaarde op zijn fiscale balans zet. Zo neemt
de overnemer ook de stille reserves over waardoor er een VPB-latentie ontstaat. Op de
commerciële balans van de overnemer komt daarentegen wel de waarde in het economisch
verkeer te staan. OF
• Op de verkrijger van de uitgereikte aandelen in de overnemer.
Zo’n doorschuifregeling leidt dus niet tot afstel, maar tot uitstel van belastingheffing.
Aandeelhouder
Vier situaties:
1. Aandelenhouder: natuurlijk persoon aandelen behoren tot het ondernemingsvermogen.
Het is niet slim om de aandelen op je fiscale balans te zetten, want dan word je onderworpen
aan box 1-heffing progressief. Aandelen worden zelden aangemerkt als verplicht
ondernemingsvermogen, dus de aandeelhouder heeft de keuze.
2. Aandelenhouder: natuurlijk persoon aandelen behoren tot het privévermogen (belang >
5%). In dit geval is de aanmerkelijkbelanghouder onderworpen aan box 2-heffing.
3. Aandelenhouder: natuurlijk persoon aandelen behoren tot het privévermogen (belang <
5%). In dit geval is de aanmerkelijkbelanghouder onderworpen aan box 3-heffing.
4. Aandelenhouder: rechtspersoon.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.