ETHOLOGIE PAARD
Gedomesticeerde dieren
Als een dier een ethological needs chronisch niet kan uitvoeren, dan krijgt het problemen.
Het natuurlijk gedrag is voortgekomen uit een evolutionair proces en het is dus belangrijk dat
ze dit kunnen uitvoeren. In gevangenschap moeten de dieren dit gedrag ook kunnen
uitvoeren. Als ze dit niet kunnen doen, vertonen de dieren normaal gedrag in een abnormale
omgeving.
Het paard heeft een bijzondere plaats binnen de huisdieren. Er zijn de huisdieren en de
economische dieren. De paarden vallen ertussen, het is geen landbouwhuisdier en het
behoort niet tot de huisdieren. Het wordt een grondgebonden huisdier. Het paard is ook
prestatiegericht: locomotie, leervermogen en fysieke prestaties.
Het fenomeen doping komt dan ook alleen bij paarden voor.
Het is een economische sector omdat mensen er veel plezier van hebben. Mensen
verdienen ook hun brood ermee, maar het is niet zo economisch als de andere
landbouwhuisdieren.
Omdat het rijden met paarden allerlei wedstrijden en doelen bevat, dan is het vaak zo dat de
mensen hun eigen doelen niet meer apart kunnen zetten.
De dierenarts is er voor het paard. Paarden en ruiters worden geadviseerd. De
dierenartsen komen op voor het paard, en niet voor de economische en emotionele
behoefte van de ruiter.
Evolutie
Paarden zijn al heel lang op deze aarde.
Er is veel bekend over de evolutie van het paard omdat er enorm veel skeletten
gevonden zijn.
In het Eoceen (55 miljoen jaar geleden) liep het Eohippus (Hyracotherium) rond.
Het had 3 tenen voor en 4 tenen achter, het had de kiezen van de hedendaagse
varkens, het leefde in het bos (een onoverzichtelijke omgeving). Ze konden zachte
gewassen eten en niet harde grassen. Ze moesten snel kunnen bewegen en zich
kunnen wenden.
Ongeveer 30 miljoen jaar geleden ontstonden er allerlei grasvlaktes. Daar kwamen de
paarden terecht en ze hebben zichzelf verdeeld in een aantal soorten en zijn ze bijna
allemaal sociaal geworden.
4 miljoen jaar geleden is het genus Equus ontstaan. Paarden waren al veel langer op
de wereld voor, voordat de mens kwam. Het paard kan dan anatomisch ook niet
veel meer veranderen.
Kwart miljoen jaar geleden was er een splitsing van de equus en de Australopithecus
(wild paard).
6.000 jaar geleden is het paard zoals we het nu kennen gedomesticeerd, dat is relatief
laat.
De paarden zijn in de ijstijd allemaal uitgestorven in heel Amerika (noord en zuid).
Columbus heeft ze daar weer teruggebracht na het ontdekken van Amerika.
Nergens ter wereld zijn er echt wilde paarden meer, alle soorten zijn gedomesticeerd.
Het przewalski paard is een andere soort er zijn 13 mannelijke founder paarden met
allemaal hetzelfde Y-chromosoom. Ze hebben nu dus last van inteelt.
, Het paard is van oorsprong een solitair in de bossen levend dier. Het is geëvolueerd
naar een sociaal levend dier op de grasvlakte.
De kiesjes hebben zich ontwikkeld bij het gras eten.
De dieren zijn op hun middelste teen (middelvinger) gaan lopen, en de hoefschoen is
ontwikkeld tot een hoef. De griffelbeentjes zijn de restanten van de tenen.
De zwilwratten zijn restanten van de nagel en de spoor is dat ook. Ze hebben geen
functie meer, maar ze zaten ook niet in de weg.
De voorknie van het paard is de pols bij de mens.
Het schouderblad en de elleboog zitten in het lichaam, dus als ze hard gaan rennen
drukken die botten de longen plat uitademen. Ze hoeven hierdoor maar de helft van
de energie te gebruiken.
Het aantal botten zijn groter en langer geworden en een aantal botten zijn ook
verdwenen. In het wild waren de dieren tussen 120 en 140 cm groot (natuurlijke
grootte).
Het deel van het brein dat zich bezig houdt met afwegingen maken, en het
interpreteren van sensorische informatie (neo-cortex) is groter geworden.
Paarden hebben speciale kiezen gekregen die kwamen zodat ze gras konden eten
de hypsodonty.
In gras zit een stof dat heel hard kan zijn,wij mensen maken er glas van, en de tanden
moeten daar tegen bestand zijn.
De dieren hebben ook een verlenging van de nasale ruimte gekregen. Dit heeft te
maken met de afkoeling (slijmvlies met veel bloedvaten). Hoe groter je bent, hoe
moeilijker het is om af te koelen. Dit heeft geleidt tot vermindering en verkleining van
tanden en kiezen.
Ze zijn monogastrisch, hebben maar een kleine maag en ze kunnen dus niet
herkauwen. Ze kunnen zo maar een kleinere hoeveelheid waardevolle delen uit het
voedsel halen.
Herkauwers kunnen dit beter. Het voordeel is wel dat de dieren geen tijdlimiet hebben.
Ze halen er per hap minder uit, maar ze kunnen het langer volhouden. In minder goede
omstandigheden doen ze het beter, maar in optimale omstandigheden doen de
herkauwers het beter.
Ze hebben geen galblaas (normaal in galblaas gal voor vetafbraak). Permanent moet
er worden gegeten omdat gal voortdurend in het maagdarm kanaal terecht komt.
Hetzelfde geldt voor maagzuur. Om zuur te neutraliseren is er speeksel nodig. De
speekselklieren kunnen alleen maar werken op het moment dat ze kauwen. Ze
produceren dus niet voortdurend speeksel. Het voeren met porties past dus niet bij het
verteringssysteem.
Paarden hebben een blikveld dat bijna rondom gaat. Ze zien wel heel weinig van
boven, maar dat is niet erg want er zijn weinig predatoren van boven.
In de milt zitten rode bloedcellen opgeslagen, ze hebben een extra voorraad. Als paard
hard moet rennen, dan kan de milt in een keer allemaal rode bloedcellen in lichaam
stoppen waardoor ze lang snel kunnen rennen. Ze hebben geen echt
verdedigingsmechanisme, het rennen is het eigenlijke verdedigingsmechanisme en
hun hele goede zintuigen. Ze gaan vechten, en als dat niet kan bevriezen.
Paarden hebben een complexe sociale communicatie. Van solitair naar sociaal.
De humeri duwen de borstkas leeg bij een hoge snelheid bij galop. Dus bij een deel
van de ademhaling hoeven ze niet hun spieren te gebruiken. Tijdens het rennen is de
ademhaling dus efficiënt en hierdoor kunnen ze snel veel harder rennen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurenkoster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.