100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Over methode Heijkoop $5.39   Add to cart

Summary

Samenvatting Over methode Heijkoop

 58 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van het artikel over methode Heijkoop, anders kijken naar onbegrepen gedrag, geschreven door Heijkoop. Dit artikel moest gelezen worden voor de lessen LVB van de minor onbegrepen gedrag bij LVB en NAH.

Preview 2 out of 10  pages

  • October 8, 2020
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Heijkoop: vastgelopen hoofdstuk 4 & 7

Hoofdstuk 4: het probleemgedrag
Bij probleemgedrag is er meestal een gedragswijze die erg opvallend is. Hoewel er ook
sociale, emotionele en persoonsverstoringen zijn, komt het toch via probleemgedrag in
beeld. Het is een stukje reactiewijze waar je niet omheen kunt: het is lastig, het is pijnlijk, het
is schadelijk, en het eist alle aandacht op. Toch blijft het probleemgedrag maar een
onderdeel van de totale problematiek.

Probleemgedrag heet probleemgedrag omdat mensen er schade door lijden. Zowel de
vastgelopen persoon zelf als de mensen om hem heen lijden schade. Directe schade, door
lichamelijke pijn, of spullen die kapotgaan, indirecte schade, door angst, onzekerheid,
onmacht, woede en schuldgevoel.

Probleemgedrag kan zich bij mensen met een verstandelijke beperking op veel verschillende
manieren voordoen. Zichzelf slaan, schoppen, bijten, knijpen, hoofdbonken, etc. Al deze
vormen van probleemgedrag kunnen op verschillende manieren worden gegroepeerd. Een
veel voorkomende indeling is: agressie (schade berokkenen aan anderen door lichamelijke of
verbale acties); automutilatie of zelfverwonding (schade veroorzaken aan het eigen lichaam);
destructie (dingen kapot maken); dwang en terugtrekken; seksuele perversie.

Bij de observatie en analyse van probleemgedrag baseren we ons op vier ingangen:
l. De vorm, hoe ziet het eruit en hoe verloopt het?
2. De frequentie, hoe vaak komt het in een bepaalde situatie en/of periode voor?
3. De intensiteit; de kracht waarmee het gebeurt.
4. De mate van besmetting; in welke mate heeft het zijn totale doen en laten aangetast?

De vorm:
Het gaat er bij de beschrijving om dat er van stap tot stap wordt gevolgd wat er precies
gebeurt. Waar slaat de cliënt zich, op welke manier gebeurt dit, met welke hand, etc. Door
dat achter elkaar op te schrijven tekent zich op een gegeven moment een opvallend patroon
af, waardoor je ziet dat de handelingen een bepaalde, vaste, volgorde hebben. Beperk je niet
tot het probleemgedrag zelf: vraag je af of er een aanloop is naar het uiteindelijke
probleemgedrag.

Als we, dankzij de nauwkeurige beschrijving, het patroon van de handelingen kunnen
onderscheiden, vergroten we onze kans om de loop der gebeurtenissen te beïnvloeden. Hoe
vroeger we erbij zijn en hoe eerder we ingrijpen, hoe groter de kans dat het lukt om iemand
te laten stoppen zonder dat we daar erg zware maatregelen voor hoeven toe te passen. Als
iemand al een eind op weg is, kun je hem vaak alleen nog maar stoppen met extreme
ingrepen. Hoe verder hij in het 'patroon' verzeild is geraakt, hoe kleiner de kans dat we hem
nog kunnen beïnvloeden via de gewone omgangsvormen.

Als we het patroon kennen, en de aanzet naar probleemgedrag herkennen, hebben we kans
het gedrag te voorkomen. Zo werken we preventief in plaats van dat we pas ingrijpen als

, 'het' al gebeurd is. Op die manier kan het aanvankelijk ernstige probleemgedrag uiteindelijk
alleen nog maar bestaan uit wat restverschijnselen, uit de aanzet, zonder dat de volgende
stappen worden gezet.

Wie alleen naar het probleemgedrag kijkt, ziet niet wat eraan voorafgaat. De aanzet tot het
probleemgedrag blijkt zich vaker voor te doen dan het probleemgedrag zelf. De ene keer
wordt de aanzet wel door probleemgedrag gevolgd, de andere keer niet. Door grondig naar
de aanzet en de aanloop te kijken kun je erachter komen welke omstandigheden ervoor
zorgen dat de kans op probleemgedrag de ene keer groot is, en de andere keer klein. Op die
manier krijg je meer inzicht in de krachten die rondom het probleemgedrag spelen.

De frequentie:
Eenvoudig tellen hoe vaak een bepaald probleemgedrag plaatsvindt, is zo voor de hand
liggend dat je het gemakkelijk vergeet. Het kan een snelle bijdrage leveren bij het in kaart
brengen van wat er speelt. Door het aantal keren per tijdseenheid, zoals uur, dag, week te
vergelijken in verschillende periodes krijg je een overzicht van eventuele veranderingen. Of
er sprake is van blijvende veranderingen of van gewone variatie.

Door frequentie per tijdseenheid te koppelen aan situaties kun je een globaal zicht krijgen op
eventuele aanleidingen. Vaak wordt het aantal keren dat iemand zich overgeeft aan zijn
probleemgedrag als maat gebruikt om de ernst van de problematiek uit te drukken. Maar de
frequentie als enige maat is een betrekkelijk gegeven. Als het gedrag weinig voorkomt, wil
dat niet zeggen dat het niet ernstig is. De frequentie alleen zegt dus weinig over de ernst van
de problematiek.

De intensiteit:
Hetzelfde probleemgedrag bij een persoon kan een heel verschillende lading of kracht
hebben. De ene keer is het een slap gebaar, het andere moment een nauwelijks te stuiten
handeling. Tussen die twee uitersten zitten tal van varianten. Het gaat om verschillen in
intensiteit bij dezelfde persoon en bij hetzelfde gedrag, of dat nu slaan, schelden, weigeren
te eten of te spreken, of wat dan ook is.

Verschillen in intensiteit kun je aan minstens twee aspecten afleiden. De een is de kracht die
het heeft en de andere de mate waarin het iemands gedachte of beleving beheerst. Bij lage
intensiteit hebben de gebaren en handelingen minder kracht en minder snelheid. Het gedrag
en de gedachte eraan nemen ook geen centrale plaats in, in iemands aandacht. Is het gedrag
laag-intensief, dan gebeurt het terloops.

Als we de kracht en de snelheid, plus de plaats die het gedrag binnen iemands aandachtsveld
inneemt, combineren tot het begrip intensiteit, dan kunnen we verschillen in intensiteit
benoemen. Dat kan met een schaal van 1 tot 10, je ontwerpt dan een zogenoemde intentie-
meter.

Het helpt je om zelf genuanceerd te kijken en met elkaar in het team uit te wisselen hoe het
gedrag zich voordoet. Zo'n meter is de basis voor het te hanteren probleemgedrag.
Bovendien is het een maat voor hoe het met iemand gaat. Zo kun je bij gelijkblijvende
frequentie concluderen dat het een stuk beter gaat als je gelijktijdig merkt dat de intensiteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dorienusa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39  1x  sold
  • (0)
  Add to cart