Class notes
Hoorcollege 5 2020/2021
- Course
- Institution
Zeer uitgebreide hoorcollege aantekeningen van het vak Inkomstenbelasting voor het MKB
[Show more]
Seller
Follow
jordy27
Reviews received
Content preview
HC 5Vorige week hebben we het gehad over staken, dus liquidatie, reële overdracht en fictieve
overdracht van de onderneming. Vandaag gaan we het hebben over
personenvennootschappen. De fiscale problematiek zit hem in het toe- en uittreden van
firmanten.
In Nederland heb je een aantal vormen van samenwerkingsverbanden die in de heffing van
IB worden betrokken. Dat zijn de maatschap, VOF en besloten CV. De open CV wordt in de
heffing van vennootschapsbelasting betrokken. Wanneer een CV open of besloten is staat in
de algemene wet inzake rijksbelastingen.
Personenvennootschappen hebben geen rechtspersoonlijkheid, maar wel een civielrechtelijk
afgescheiden vermogen. De maten zijn in dat samenwerkingsverband tot op zekere hoogte
hoofdelijk aansprakelijk voor hun inleg. Dus de rechtshandelingen die een VOF verricht staan
op naam van de vennoten in de VOF. Dat geldt ook voor een arbeidscontract. Een van de
vennoten of de vennoten gezamenlijk sluiten dat arbeidscontract met de persoon in
loondienst.
Voor de fiscale kwalificatie is van belang dat je de activiteiten van de VOF bekijkt om te
beoordelen in welke bron de inkomsten uit die VOF in de heffing worden betrokken. Dus je
kijkt naar de activiteiten van die personenvennootschap. En op basis daarvan gaj e de
bronkwalificatie toepassen.
Als je kijkt naar bijv een vastgoed CV. Bernard junior participeert in een vastgoed CV. De
panden staan juridisch misschien op zijn naam, maar ze zijn van die CV. Er zitten allerlei
andere firmanten in die CV. Bernard heeft dus niet al die panden, maar hij participeert in een
CV waar al die pandjes in zitten. Is die CV een onderneming? Is dat niet ene belegging? Of
ben je zo groot dat je inmiddels een onderneming bent? Is die activiteit ene onderneming of
is dat nog steeds een beleggings cv.
Fiscale transparantie
Waar we het fiscaal hebben over hebben bij die samenwerkingsverbanden is dat we zeggen
dat zo’n samenwerkingsverband fiscaal transparant is. Dat betekent dat we dwars door de
entiteit heen kijken. Wat we fiscaal zien bij een personenvennootschap met 3 participanten.
Je negeert als het ware de personenvennootschap en je ziet drie ondernemers. Stel er is een
VOF met 3 tandartsen. Dan zien we fiscaal 3 tandartsen met alle drie 1/3 van de totale
onderneming. Als je een VOF hebt en die VOF drijft een onderneming, dan zijn alle
participanten op een of andere manier genieter van winst uit onderneming. Dat wil niet
zeggen dat ze alle drie ondernemer zijn ex art. 3.6 IB. Het kan best zijn dat er een
commandiet in zit, wat geen ondernemer is maar een medegerechtigde. Alle drie de
participanten hebben alle drie een eigen objectieve onderneming.
Die drie participanten zijn dan ook fiscaal autonoom. Als er in die VOF een pand zit wat
keuzevermogen is, dan heeft vennoot A 1/3 pand. Hij moet dan een keuze maken. Vennoot
A kan dan kiezen voor ondernemingsvermogen en vennoot B kiest voor privé. Ze zijn niet
aan elkaar gebonden voor wat betreft vermogensetiketteringsregels. Het zijn echt volledig
onafhankelijke ondernemers.
, Fiscale transparantie komt zowel in de IB voor als in de VPB. Je kan ook een VOF hebben
waarvan 3 BV’s participanten zijn. Je rekent bezittingen en schulden toe aan de
participanten.
Hoe doe je dat toerekenen dan? Want je hebt een VOF met 3 participanten die de
bezittingen en schulden moeten aangeven. Daar heeft de HR in een verleden al gezegd: Ieder
geeft zijn aandeel in de VOF aan conform zijn aandeel in de winst. Als de akte zegt dat
eenieder gerechtigd is tot 1/3e van de winst, dan geeft ieder van die vennoten jaarlijks 1/3 e
van de bezittingen, schulden, inkomsten en uitgaven etc aan. Is er 100K aan inkomsten, dan
voor iedere vennoot 33K aan inkomsten.
De gerechtigdheid tot het firmavermogen wordt fiscaal gelijk gesteld aan de
winstverhouding in de firma volgens de akte of afspraak;
Winstverhouding wordt op zakelijkheid getoetst door de inspecteur (vooral als
vennoten gelieerd zijn aan elkaar).
In de praktijk moet je goed opletten. In die firma contracten kan staan dat de winst in
onderling overleg wordt verdeeld. Dat kan ieder jaar weer anders zijn. Iedere keer dat de
winstverhouding anders is, dan heb je een gedeeltelijke staking. Daar gaan we volgende
week verder naar kijken. Je bent een stukje van de onderneming heen en weer aan het
schuiven met alle gevolgen van dien. Dat is een clausule die heel vaak gebruikt wordt, maar
wat fiscaal heel veel problemen geeft.
Hoe regel je dat dan wel? De VOF heeft een winst gemaakt. Vervolgens krijgt iedere vennoot
een vergoeding voor de arbeid die hij heeft verricht. Stel de VOF heeft 100K winst en iedere
vennoot krijgt 20K arbeidsbeloning. Als er daarna nog winst over is dan verdelen we dat
50/50 of in welke verhouding je dan ook maar kiest. Op die manier is verschil mogelijk. Je
moet nooit zomaar met de winstverhouding gaan sleutelen. Want dan krijg je allerlei
perikelen.
Bovendien moet die winstverdeling zakelijk zijn. Wat je ook wel eens had – met name in de
ziekenhuiswereld – dan was er een chirurg die samen met zijn vrouw een firma aanging. De
winstverdeling was dan . Die 20% was bij die chirurg in de hoogste tarieven belast. Bij
die echtgenote tegen de laagste tarieven belast. Dat is voordeliger. De man werkt dan als
chirurg en de vrouw werkt in de administratie. De inspecteur kan natuurlijk gaan checken of
die vrouw dan daadwerkelijk die administratie doet (door gewoon te bellen) en kan dan
toetsen op zakelijkheid. De winst moet dus zakelijk zijn. Het is dus niet mogelijk om op een
dergelijke manier de winst af te romen.
Verdeling van die winstverhouding is een reële overdracht van een reëel gedeelte van de
onderneming aan de andere vennoot. Dat is dus een gedeeltelijke staking, daar hebben we
het vorige week over gehad. Vorige week hebben we het namelijk gehad van verschillende
vormen van staking. Dat is fiscaal relevant, omdat je dan stakingswinst hebt. Vandaag gaan
we het begrip stakingswinst opknippen in twee delen, namelijk overdrachtswinst en
herwaarderingswinst als elementen van stakingswinst.
Stakingswinst is dus overdrachtswinst en herwaarderingswinst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jordy27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
53920 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now