100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europees Recht Verdiepend $7.55
Add to cart

Summary

Samenvatting Europees Recht Verdiepend

 196 views  31 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting bevat alle hoofdstukken conform modulebeschrijving van het boek 'Recht van de Europese Unie' van Ambtenbrink. Daarnaast bevat de samenvatting ook aantekeningen van alle hoorcolleges. Wetsartikelen en jurisprudentie zijn geel gemarkeerd.

Preview 4 out of 48  pages

  • No
  • Conform modulebeschrijving
  • October 9, 2020
  • 48
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Europees Recht Verdiepend - Bo Baars




Week 1 - Europese rechtsorde & rechtsbeginselen deel I
Hoofdstuk IV nr. 1 t/m 107 - blz. 163 t/m 218

Aantekeningen hoorcollege 1




Antwoord → (los in het tentamen altijd je vragen op met het PROC-model!)
Probleem: zou je rechten willen ontlenen aan de richtlijnen en zou dit kunnen?
Rechtsregel:
- De bepaling moet onvoorwaardelijk en voldoende duidelijk zijn → 7 dagen
bedenktijd voor consumentenkoop is voldoende duidelijk, dit moet worden
aangemerkt als een voldoende duidelijke bepaling, er is geen ruimte voor
interpretatie. Is het onvoorwaardelijk?
- Het moet gaan om een verticale verhouding → Het gaat hier om een
horizontale verhouding, Lebara heeft er niets mee te maken dat de
richtlijn niet is omgezet. je kan je er alleen op beroepen als de tegenpartij
wel een lidstaat is.
- Implementatietermijn is verstreken


1

,Overwegingen: Hier zou je dus geen rechten kunnen ontlenen aan de richtlijn omdat het hier
gaat om een horizontale situatie (twee particulieren).
Conclusie:
Arrest faccini dori.
Als je de schade toch vergoed wil krijgen zou je de staat aansprakelijk kunnen stellen (=
staatsaansprakelijkheid)

Centraal begrip: het autonome karakter van Europees recht.
Het is niet zomaar een samenwerking, het heeft een supranationaal karakter. De Europese
Unie is een autonoom onafhankelijk orgaan.

Van Gend & Loos (directe werking) → een nieuwe rechtsorde in het leven
geroepen, de staten hebben hun soevereiniteit overgedragen aan de Unie. Ze
hebben hun bevoegdheden overgedragen aan de Unie. De Unie gaat verder dan
een gewone samenwerking. Het is een autonome rechtsorde. Ook particulieren
kunnen aan het Unierecht rechten ontlenen, ze kunnen zich soms direct
beroepen op het Unierecht bij de nationale rechter.
Van Gend & Loos (particuliere onderneming) beroepte zich voor de Nederlandse rechter op
het Unierecht.

- VEU: kort verdrag, hierin staan de beginselen, de instellingen, de basis.
- VWEU: die werkt bovenstaand uit.
Deze verdragen noemen we het primaire recht.
Op basis van het primaire recht kunnen de instellingen secundair recht maken (vb:
verordeningen en richtlijnen).

Onze Nederlandse Grondwet bepaalt welk systeem wij hebben als het gaat om doorwerking
van het internationaal recht in het nationaal recht. In Nederland hebben wij een gematigd
monistisch systeem.
Dualistisch systeem → er moet een omzetting plaatsvinden. Een verdrag moet in
het nationale recht zijn omgezet voordat iemand er een beroep op kan doen.
In het Europees recht geldt dit verhaal niet! Het verdrag heeft zelf directe werking, hoeft niet
worden omgezet. Het geldt bijvoorbeeld wel bij het EVRM.

Voorrang en rechtstreekse werking
● EU recht werkt direct door in de nationale rechtsorde;
● In sommige gevallen kunnen individuen rechten ontlenen aan zowel primair als
secundair EU recht;
● Nationaal recht dient strijdig nationaal recht buiten toepassing te laten →
hoger beschermingsniveau is toegestaan. Dit staat los van onze
Grondwet! Art. 94 Gw heeft niets te maken met het Unierecht.
● Lex posterior derogat legi priori (nieuw recht gaat voor oud recht) is niet van
toepassing binnen het Unierecht (arrest COSTA/ENEL).
● Arrest Simmenthal → de nationale rechter is verplicht het EU recht integraal
toe te passen. Nationale bepaling moet dan opzij worden geschoven, r.o.
21.

Loyaliteitsbeginsel
● Je moet je loyaal gedragen als lidstaat. Maar geldt ook voor de instellingen.
● Art. 4 lid 3 VEU
○ Houdt ook verplichtingen in voor de lidstaten en instellingen;
○ Positieve verplichting → actief iets doen. Vb: een richtlijn omzetten in
nationaal recht.
○ Negatieve verplichting → iets niet doen. Vb: lidstaten mogen geen



2

, wetgeving maken wat in strijd is met Europees recht.
● Materieel loyaliteitsbeginsel: Spaanse aardbeien arrest.
We vertrouwen elkaar, doen ons best voor elkaar.

Attributiebeginsel (bevoegdheidstoedeling)
● Hoe weten we op welke terreinen de Unie bevoegd is?
○ Dit staat in het Verdrag. Bijvoorbeeld: richtlijnen opstellen over
consumentenbescherming.
● Er is een rechtsgrondslag voor elk Unie Optreden vereist (in Nederland:
legaliteitsbeginsel).
● Art. 4 en art. 5 VEU.
● Bevoegdheden uitoefenen: wetgeving maken.
● Rechtsgrondslag.
○ In art. 3 VEU staan de doelstellingen (basis) en wordt uitgewerkt in het
VWEU.
○ Een Europees leger kan nu nog niet worden besloten omdat er geen
bevoegdheid voor is, er is geen rechtsgrondslag voor, geen doelstelling.

Subsidiariteitsbeginsel
● Art. 5 lid 3 VEU
● Geldt alleen bij niet-exclusieve bevoegdheden. Exclusieve bevoegdheden heeft de
lidstaat niks te zeggen (Art. 3 VWEU).
● Subsidiariteit → de bevoegdheden moeten op het niveau worden
uitgeoefend waar het het beste kan worden uitgeoefend.
● Wat zouden redenen zijn om op het Unieniveau te regelen?
● Is er attributie? Ja? is het exclusief? Ja: Unie. Nee: gedeeld. Welk niveau heeft dan
de voorkeur (subsidiariteitstoets)

Rechtstreekse werking (directe werking)
● Toepassing door de nationale rechter (niet bij het Hof!)
● Verdragen, verordeningen en richtlijnen;
● Voorwaarden voor rechtstreekse werking: Indien de bepaling voldoende duidelijk en
onvoorwaardelijk is (Unie bepaling);
○ Het moet duidelijk zijn dat jij een recht hebt als burger (taalkundig)
○ Onvoorwaardelijk: er zijn geen nadere regels. Dit is je recht. Er hoeft geen
beleid meer te worden gemaakt.
○ Art. 34 VWEU is een voorbeeld van voldoende duidelijk en onvoorwaardelijke
bepaling.
○ Art. 167 VWEU is een voorbeeld die niet voldoende duidelijk en
onvoorwaardelijk is. Het is onvoldoende duidelijk, moeten nog veel acties
worden genomen.
○ Arrest Lutticke II → art. 110 VWEU heeft directe werking.

Primaire EU recht
● Verticale en horizontale werking
○ Horizontaal: burger & burger

Verordeningen
● Secundair recht
● Art. 288 VWEU: maatregelen van algemene strekking, verbindend in al hun
onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
● Omzettingsverbod: mogen niet omgezet worden naar nationaal recht. Als er een
verordening is geldt deze gewoon.
● Rechtstreekse werking mogelijk → particulieren kunnen ook rechten aan
een verordening ontlenen.


3

, ● Verticale en horizontale rechtstreekse werking mogelijk.
● Geldt voor elke lidstaat, niet omgezet in nationale wetgeving.
● AVG.

Rechtstreekse werking richtlijnen
● Art. 288 VWEU: verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat. Lidstaat mag
zelf vorm en middelen kiezen (=resultaatsverplichting). Je moet voldoen aan die
verplichting.
● Implementatieplicht.
● Toepassing is feitelijk nationaal recht.
● Probleem: te laat, inhoudelijk niet correct omgezet, implementatietermijn is
verstreken.
● Indien bepaling voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is en rechten
ontleend aan particulieren → verticale rechtstreekse werking mogelijk!
○ Echter geen omgekeerde rechtstreekse werking: Arrest Kolpinghuis.
○ Ook geen horizontale werking: Faccini Dori.




Vraag 1 → ?
Vraag 2 → D


1 & 2. Het autonome karakter van het Europese recht
Europees recht → de verdragen, de aan de verdragen gehechte protocollen, het
recht dat op grond daarvan tot stand is gebracht en de rechtspraak over de
verdragsbepalingen en het secundaire recht.
Het primaire Unierecht (de Verdragen) wordt door de lidstaten tot stand gebracht. In de
Raad vertegenwoordigde lidstaten zijn altijd betrokken bij de totstandkoming van secundair
Unierecht. Het staat de lidstaten niet vrij om te beslissen over de gevolgen van het recht
voor de rechtspositie van hun onderdanen (autonoom karakter van het Europees recht).



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bobaars. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.55  31x  sold
  • (0)
Add to cart
Added