Balanslezen week 1 blz 1 t/m 11
Surseance/ (vragen om uitstel) van betaling: een betalings- / liquiditeitsprobleem op
kortere termijn.
Faillissement: als je er op een redelijke termijn niet boven op kunt komen
Kun je beschouwen aan de hand van:
• De balans
• Inzicht in de betalingen, liquiditeiten overzicht
• Inzicht in de ontwikkeling van het eigen vermogen
3 regelingen vanuit de faillissementswet te onderscheiden:
1. Faillissement: van toepassing op natuurlijke personen en rechtspersonen,
ondernemers en niet-ondernemers en is gericht op het zoveel mogelijk
voldoen van alle schuldeisers
2. Surseance van betaling: van toepassing op ondernemers en is gericht op het
overbruggen van een tijdelijk liquiditeitsprobleem
3. WSNP (wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen): van
toepassing op natuurlijke personen, zowel ondernemers als niet-
ondernemers, en is gericht een schone lei te bewerkstelligen voor een
schuldenaar aan het eind van het traject.
Jaarrekening
Bestaat uit:
• Balans
• Resultatenrekening (winst en verlies)
• Liquiditeitenrekening
• Toelichting
Balans
Een balans is een overzicht van wat iemand op een bepaald moment in euro’s bezit
en hoe iemand dat allemaal heeft weten te financieren. Deze wordt op een bepaalde
datum opgemaakt en is dus een momentopname.
Links staan de bezittingen en de tegoeden, rechts de bekostiging.
Links worden ook wel de termen debet, activa kant gebruikt
Rechts staat het eigen vermogen en het vreemd vermogen.
Rechts worden ook wel de termen credit, passiva kant gebruikt
3 soorten balans (alleen te zien aan de beschrijving):
1. Fiscale balans: voldoet aan alle wettelijke voorschriften. Bedoelt voor de fiscus
(belastingdienst), uitgaan van het aankoopbedrag
2. Commerciële balans: bedoelt voor de buitenwereld (bank, werknemers,
aandeelhouders)
3. Liquidatiebalans: staat de vraag centraal wat de waarde zal zijn op het
moment dat de onderling zou worden geliquideerd, opgeheven.
De liquidatiebalans wordt gebruikt bij een faillissement.
Posten links op de balans
• Vaste activa: gaan langer dan 1 jaar mee.
• Vlottende activa; voorraden, debiteuren, overlopende/ transitorische posten
• Liquide middelen; bank, kas
, Op de fiscale balans verplicht de wetgever om uit te gaan van de oorspronkelijke
aanschafwaarde. Op de commerciële balans zou worden uitgegaan van de
ingeschatte taxatiewaarde. Op de liquidatiebalans zal uitgegaan worden van de
ingeschatte waarde als het verplicht ter koop moeten worden aangeboden.
De rode lijn die de wetgever eist bij alle balansposten, is dat uitgegaan wordt van de
aankoopwaarde, de nominale waarde. Dat heet het voorzichtigheidsbeginsel: je mag
jezelf niet rijk rekenen.
Vaste activa
Het is gebruikelijk dat een goed van de vaste activa minder waard word, dat wordt
verdeeld over de gebruikersjaren en heet afschrijven.
Vlottende activa
Debiteuren: mensen waarvan jij nog geld tegoed hebt.
Overlopende/ transitorische posten: hebben betrekking op financiële feiten waarbij
de betaling en het gebruik in verschillende periodes plaatsvinden.
Liquide middelen, maken deel uit van de vlottende activa
Banktegoeden
Kas
Posten rechts op de balans
• Eigen vermogen
• Vreemd vermogen
Eigen vermogen
Zelf: Je werk, schenking, erfenis, gewonnen staatslot
BV/ eenmanszaak: eigen inbreng, gemaakte winsten
Vreemd vermogen
Vaste activa: leningen langer dan een jaar
• Hypothecaire lening; gedeelte van huis betalen door geld te lenen bij een
hypotheekbank
• Banklening; ‘gewone’ bank, SNS, ING, RABO
• Onderhandse lening; partijen zelf leningsovereenkomsten hebben opgesteld
Vlottende activa: leningen korter dan een jaar
• Crediteuren: inkopen die nog niet betaald zijn.
• Overlopende posten: hebben betrekking op financiële feiten waarbij de betaling
en het gebruik in verschillende periodes plaatsvinden.
• Rekening-Courant; rood staan op de lopende rekening bij de bank
Bijzonderheden balans
1. Balans is altijd in evenwicht; als links iets veranderd, veranderd er rechts ook
iets.
2. Je kunt bijna nooit een rechtstreeks verband tussen een post links en post rechts;
je kan aan de balans niet zien waar de auto bijv. mee gefinancieerd is.
Uitzondering: hypothecaire lening en het huis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiemilius. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.