wet IB
wet IB 1964: Synthetisch karakter;
- inkomsten uit alle bronnen op één hoop
- daarover vervolgens één tarief
- uitzondering : AB
- Belastingvrije voet
- Had nog inkomsten uit vermogen
- Wet op vermogensbelasting
wet IB 2001: Analytisch karakter;
- - onderscheid naar aard van inkomsten –
- boxensysteem elke box heeft eigen regime
- vaststelling inkomsten x tarief
- inkomsten uit vermogen bestaan niet meer
- Heffingskorting
Art. 3.1: belastbaar inkomen uit W/W is het inkomen uit W/W verminderd met de te verrekenen
verliezen uit W/W (lid 1) Inkomen uit W/W (lid 2):
- belastbare winst uit onderneming
- belastbaar loon
- belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
- belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
- belastbare inkomsten uit eigen woning
- negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen
- negatieve persoonsgebonden aftrekposten
- -/- aftrek wegens geen of geringe EW-schuld
- -/- uitgaven voor inkomensvoorzieningen
- -/- persoonsgebonden aftrek
Bronnentheorie
Bronnentheorie= voordeel kan alleen tot het inkomen behoren indien het voortkomt uit een bron van
inkomen. De belastingwetgeving is in beginsel neutraal. bronnentheorie is vooral van toepassing voor
winst uit onderneming en inkomsten uit overige werkzaamheden.
Om tot een bron van inkomen te behoren gelden drie cumulatieve vereisten;
1) Deelname aan het economische verkeer = inkomensverwervelijke activiteiten in maatschappelijk
ruilverkeer privé sfeer?
2) Een subjectief voordeel beogen = kan ook in de toekomst zijn
Consul-generaalarrest= geen bron van inkomen als van te voren vaststaat dat de kosten de
baten blijvend zullen overtreffen
Piramidespelarrest= geen bron van inkomen indien het puur speculatief is
3) Het voordeel is objectief redelijkerwijs te verwachten
1
,Medische proefarrest heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de bronnentheorie; er was iemand die
medische proeven onderging en daarvoor een vergoeding kreeg. De rechtsvraag hier was of diegene
over zijn vergoeding inkomstenbelasting moest betalen. De HR stelde hier dat alleen het criterium
‘deelname aan het economische verkeer’ hier van belang was. In het latere nasi en bami arrest is de HR
hierop teruggekomen, daar is gezegd dat de andere aspecten ook mee gewogen moeten worden als het
onduidelijk is in wat voor sfeer de inkomsten zijn behaald.
Casus bronnentheorie:
1. Mary biedt tweedehands kinderwagens, buggy’s en andere artikelen voor baby’s en kinderen aan op
Marktplaats. Mary wikkelt de transacties geheel zelf af; van het e-mail- of telefoonverkeer tot en met het
verzenden van de goederen. criteria noteren en die aflopen. Vervolgens antwoord
Formuleren op de vraag.
- Deelname economisch verkeer= ja, er vinden transacties plaats en er wordt geld geruild tegen
kinderspullen
- Beogen voordeel= ja, ze weet dat ze door het verkopen winst zal behalen
- Redelijkerwijs te verwachten= ja, als je iets verkoopt is er geld te verwachten
als het incidenteel is valt het onder inkomsten uit overige werkzaamheden. Hieronder valt
marie. Vinden de transacties echter vaker plaats, dan wordt het wel belast in de winstsfeer.
Ook de rechter oordeelde dat er sprake was van resultaat uit overige werkzaamheden.
Voor marie zelf was het voordeliger geweest als het wel winst uit onderneming was geweest
omdat ze dan gebruik had kunnen maken van aftrekposten.
Uitwerking casus
Deze casus is ontleend aan ECLI:NL:RBSGR:2011:BU9060. Beoordeeld moet worden of sprake is van
ROW. Daar komen we pas aan toe op het moment dat vaststaat dat er geen sprake is van WUO (art. 2.14
Wet IB 2001). Van WUO kan bij afwezigheid van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid of een
zelfstandig uitgeoefend beroep geen sprake zijn. Voor ROW moet volgens de Rb Den Haag in de gegeven
uitspraak worden voldaan aan de volgende voorwaarden: Er moet sprake zijn van arbeid waarmee in het
economische verkeer (deelname aan het economische verkeer) voordeel wordt beoogd (voordeel
beogen) welk voordeel redelijkerwijs voorzienbaar is (voordeel redelijkerwijs te verwachten). Aan de
hand van deze criteria moeten de studenten beoordelen of sprake is van een bron van inkomen, ROW.
Een enkele transactie via marktplaats van eigen tweedehands spullen zal niet snel tot een bron van
inkomen leiden. Echter, honderden transacties van verzamelde of gekochte tweedehands spullen
waarmee tevens een behoorlijk voordeel wordt gerealiseerd (voordeel beogen en redelijkerwijs te
verwachten) zal waarschijnlijk wel tot ROW leiden. Het oordeel van de rechter in de gegeven uitspraak
was ROW.
2. Marloes heeft een behoorlijke moestuin bij haar vrijstaande woning. De groente en het fruit kunnen zij
en haar gezin niet allemaal opeten. Het overschot stalt Marloes uit aan de weg voor haar huis.
Voorbijgangers kunnen de groente en het fruit voor een klein bedrag meenemen. Het geld stoppen zij in
het daarvoor bestemde doosje.
- Deelname aan het economische verkeer= in principe niet, ze verbouwt het groente voor
haarzelf, het is niet gericht op het verwerven van inkomsten
- Subjectief beoogd voordeel= nee, ze wou groente voor zichzelf kweken, het overschot zelf was
niet beoogd en daarmee een voordeel behalen dus ook niet
2
, - Objectief te verwachten voordeel= nee, je kunt niet elk jaar voorspellen of je een overschot hebt
of niet.
De rechter oordeelde hier dat ze ook geen deel nam aan het economisch verkeer, het gaat om
inkomenstenbesteding en niet om inkomstenverwerving.
Uitwerking casus
Hoewel aan het economische verkeer (ruilverkeer) wordt deelgenomen, kan worden verdedigd dat geen
sprake is van een bron van inkomen, zoals ROW. Zelfde stappenplan als bij vraag a leidt sowieso tot de
conclusie geen WUO. Ook geen ROW omdat de groente niet verbouwd wordt voor de verkoop maar
voor eigen consumptie (inkomensbesteding). Een eventueel overschot wordt zonder extra
arbeidsinspanning verkocht. Gesteld kan worden dat met de moestuin geen voordeel wordt beoogd.
3. Chris is een gepensioneerd bedrijfsjurist. Na zijn pensionering is hij een juridisch adviesbureau gestart.
De gemiddelde omzet van Chris bedraagt ongeveer 5.000 euro per jaar. Hiervoor werkt Chris ongeveer
350 uur.
- Deelname aan het economisch verkeer= ja, hij verleent juridisch advies in ruil voor geld
- Subjectief beoogd voordeel= ja, je beoog met het verlenen van advies geld te ontvangen
- Objectief te verwachten voordeel= ja, je weet dat je geld zult ontvangen voor je gegeven advies
Waar moet de winst nu belast worden? Je moet nu gaan kijken of hij echt ondernemer is. Hij krijgt er een
beperkte vergoeding voor en spendeert er relatief weinig uren aan, daarom zou hij niet gekenmerkt
kunnen worden als ondernemer en valt het onder resultaat uit overige werkzaamheden.
Uitwerking casus
Gelet op de deelname aan het economische verkeer, het beoogde en redelijkerwijs te verwachten
voordeel, is sprake van een bron van inkomen. De vraag is of sprake is van WUO (zie hiervoor) of ROW
(zie hiervoor). Het onderscheidend criterium tussen WUO en ROW is de aanwezigheid van een duurzame
organisatie van kapitaal en arbeid. Voor de vraag of sprake is van een organisatie van kapitaal en arbeid
wordt naar de volgende criteria gekeken:
Duurzaamheid en omvang van de verrichte werkzaamheden;
De beschikbare tijd;
De winstverwachting;
Het debiteuren/ondernemersrisico;
De omvang van de bruto-inkomsten;
De omvang van de investeringen;
Het aantal opdrachtgevers;
De bekendheid naar buiten.
Gezien de lage omzet en tijdsbesteding zal normaliter sprake zijn van ROW.
4. Jamal is erg goed in wiskunde. Binnen enkele seconden weet hij het antwoord op de meest
ingewikkelde rekenopgaven. Hij besluit zijn talent eens nuttig in te zetten. Op een doordeweekse avond
gaat hij naar Holland Casino. Het geluk is aan zijn zijde. Hij wint met het spel blackjack 50.000 euro.
- Deelname aan het economisch verkeer= nee, hij gebruikt zijn rekenvaardigheid niet om er
vervolgens direct wat voor terug te krijgen.
- Subjectief beoogd voordeel= nee, blackjack is een geluksspel, dus het voordeel is niet perse
beoogd
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandeco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.