Onderwijseditie Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat, band 1
Deze (uitgebreide) samenvatting bevat per week de verplichte literatuur uit het boek 'Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat - Band 2' en de voorgeschreven artikelen. De voorgeschreven jurisprudentie wordt opgenomen in een andere samenvatting.
Rechtsbescherming tegen de overheid (R_RBTO)
All documents for this subject (13)
4
reviews
By: ahmetu-esen • 3 year ago
By: jasminetona • 3 year ago
By: sk159 • 3 year ago
By: frederiquecaris • 4 year ago
Seller
Follow
Chloekarlas
Reviews received
Content preview
RECHTSBESCHERMING
TEGEN DE OVERHEID
LITERATUUR
VU Minor Algemene Rechtspraktijk
Collegejaar 2020/2021
,Inhoudsopgave
Week 2. Inleiding en de bezwaarfase................................................................................................................2
2.1. Bestuursrechtelijke rechtsbescherming ...................................................................................................2
2.2. Systematiek van het bestuursprocesrecht ...............................................................................................5
2.3. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep .......................................................................................5
Week 3. De bezwaarschriftprocedure .............................................................................................................11
3.1. De bezwaarschriftprocedure................................................................................................................. 12
3.2. Bijzondere bepalingen over administratief beroep ................................................................................ 18
Week 4. Procederen bij de bestuursrechter ....................................................................................................19
4.1. Behandeling van het beroep in eerste aanleg ........................................................................................ 20
Week 5. Relativiteit ........................................................................................................................................27
5.1. Relativiteitsvereiste .............................................................................................................................. 27
5.2. Conclusie AG Widdershoven, 201402641/5/R1, 2 december 2015 ......................................................... 27
Week 6. Voorlopige voorziening en hoger beroep ..........................................................................................29
5.2. Voorlopige voorziening en kortsluiting .................................................................................................. 29
5.3. Hoger beroep ....................................................................................................................................... 32
Week 7A. Naar een responsief bestuursrecht .................................................................................................36
7A.1. Klaske de Jong, 'Geen sfinx te zien', NTB 2018..................................................................................... 36
7A.2. Professionele standaard bestuursrecht rechtbanken artikel 2.5........................................................... 38
7A.3. Verburg, Bestuursrechtspraak in balans, Bejegening, Beslechting en Bewijs. ....................................... 39
Week 7B. Effectieve geschillenbeslechting .....................................................................................................45
7B.1 Passeren van een schending van het recht, bestuurlijke lus, vernietiging, zelf voorzien en
gedektverklaring ......................................................................................................................................... 45
1
,Week 2. Inleiding en de bezwaarfase
2.1. Bestuursrechtelijke rechtsbescherming
De varianten waarin zich bestuursrechtelijke rechtsbescherming aandient, zijn:
§ door het bestuursorgaan zelf (bezwaar);
§ door een ander bestuursorgaan (administratief beroep); of
§ door een onafhankelijke rechter (rechtspraak).
Bestuursrechtspraak
Bestuursrechtspraak kan omschreven worden als rechtspraak over een rechtsgeschil waarbij ten
minste één van de partijen bij dit geding tot het openbaar bestuur behoort. Een bestuursrechter is
een gespecialiseerde rechter die met bestuursrechtspraak is belast (artikel 1:4 lid 1 Awb). Gedacht
kan worden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van
Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
In artikel 1:4 lid 3 Awb is een belangrijke beperking gesteld: een gerecht dat tot de rechterlijke
macht behoort, wordt enkel als bestuursrechter aangemerkt voor zover hoofdstuk 8 van de Awb of
de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) van toepassing of van
overeenkomstige toepassing is verklaard. De kantonrechter van de rechtbank neemt als
bestuursrechter kennis van beroepszaken tegen bepaalde sanctiebeschikkingen van de officier van
justitie (artikel 9 Wahv). In hoger beroep is in deze zaken het hof Arnhem-Leeuwarden competent
(artikel 14 Wahv), dat in dit verband ook als bestuursrechter moet worden aangemerkt.
Argumenten voor en tegen afzonderlijke bestuursrechtspraak
Aan het instellen van afzonderlijke bestuursrechtspraak kunnen verschillende argumenten ten
grondslag liggen.
Als argumenten voor het instellen van bestuursrechtspraak zijn genoemd:
§ Feit dat toetsing van besluiten ander procesrecht vergt dan beoordeling van vorderingen;
§ Prominente aanwezigheid van algemeen belang en belangen van derden in
bestuursrechtelijke geschillen;
§ Ongelijkheid tussen overheid en burgers, vereiste van laagdrempelige toegang tot rechter;
§ Complexiteit van bestuursrecht en noodzaak van rechterlijke specialisatie;
§ Burgerlijke rechter die statelijke machtenscheiding zou kunnen verstoren;
§ Ontwikkelingsargument: afzonderlijke bestuursrechtspraak zou kunnen bijdragen aan de
verdere ontwikkeling van het bestuursrecht doordat een bestuursrechter redeneert vanuit
het bestuursrechtelijk systeem en zich niet bedient van civielrechtelijke leerstukken.
Als argumenten tegen het instellen van bestuursrechtspraak zijn genoemd:
§ Gevaar van versnippering van rechtspraak;
§ Schaden van de rechtseenheid;
§ Ontstaan geïsoleerde rechtsculturen binnen gespecialiseerde bestuursrechtelijke instanties.
De vraag of een orgaan van de overheid een bestuursrechter is in de zin van artikel 1:4 Awb is in drie
opzichten van belang. Ten eerste voor de manier waarop de rechter benaderd moet worden. Beroep
op een bestuursrechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij bevoegde rechter
(artikel 6:4 lid 3 Awb). Daarnaast is het van belang voor het antwoord op de vraag of men verplicht is
om, alvorens beroep op de bevoegde bestuursrechter in te stellen, bezwaar te maken tegen het
bestreden besluit (artikel 7:1 lid 1 Awb). Als laatste is het van belang voor de competentieverdeling
tussen de bestuursrechter van de rechtbank en een andere bestuursrechter (artikel 8:6 lid 1 Awb).
2
, Bestuursrechtelijke rechtsgangen
Naar geldend recht kunnen er negen bestuursrechtelijke rechtsgangen worden onderscheiden. De
algemene bestuursrechtelijke rechtsgang staat open, tenzij er een bijzondere rechtsgang open staat.
Een bijzondere rechtsgang heeft altijd voorrang op de algemene.
1. De algemene bestuursrechtelijke rechtsingang
Alvorens beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij de bevoegde rechtbank (artikel
8:1 Awb), dient eerst bezwaar te worden gemaakt bij het bestuursorgaan dat het primaire
besluit heeft genomen (artikel 7:1 Awb). Vervolgens is voorzien in hoger beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De ABRvS fungeert als de algemene
hoger beroepsrechter (artikel 8:105 Awb).
Alle afwijkende bestuursrechtelijke rechtsgangen worden aangeduid als bijzonder. De volgende acht
bijzondere bestuursrechtelijke rechtsgangen kunnen worden onderscheiden:
2. Eerste aanleg en hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
Voor geschillen op grond van het ambtenaren-, sociale zekerheid en studiefinancieringsrecht
staat na de voorprocedure in eerste aanleg beroep open bij de bevoegde rechtbank. De
Centrale Raad van Beroep is in hoger beroep de bevoegde rechter (artikel 9 en 10 Bbr).
3. Eerste en enige aanleg bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
De Centrale Raad van Beroep is bevoegd om in eerste en enige aanleg recht te spreken in
geschillen omtrent besluiten op grond van specifieke wetten inzake pensioen en uitkeringen
voor oorlogsgetroffenen, alsmede wetten omtrent ambtenarenrecht (artikel 3 Bbr).
4. Eerste aanleg en hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
In het economische bestuursrecht geldt een afwijkende rechtsgang. De rechtbank Rotterdam
is bevoegd in eerste aanleg (artikel 7 Bbr). In hoger beroep fungeert het College van Beroep
voor het bedrijfsleven als rechter (artikel 11 Bbr). Het gaat hier om besluiten in de sfeer van
de mededingings- en telecommunicatiewetgeving.
5. Eerste en enige aanleg bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
In het economische bestuursrecht komt ook beroep in eerste en enige aanleg voor bij het
College van Beroep voor het bedrijfsleven (artikel 4 Bbr).
6. Eerste en enige aanleg bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS)
Tegen bepaalde besluiten in omgevingsrechtelijke sfeer, alsmede tegen een aantal specifieke
besluiten staat in eerste en enige aanleg beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State (artikel 2 Bbr).
7. Fiscale rechtsgang
Er is voorzien in bezwaar, eerste aanleg, hoger beroep en cassatie. Tegen een fiscaal besluit
als bedoeld in artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) is beroep mogelijk bij
beperkt aantal rechtbanken (artikel 8 lid 2 Bbr). Hoger beroep is mogelijk bij belastingkamer
van bevoegde gerechtshof (artikel 12 Bbr). Hoge Raad heeft een ruime cassatierechtsmacht
(artikel 28 Awr).
8. Vreemdelingrechtelijke rechtsgang
In eerste aanleg is in beginsel de rechtbank Den Haag bevoegd (artikel 6 Bbr). De Afdeling
vervult de functie van hoger beroepsrechter. Van algemeen hoger beroep is geen sprake
(artikel 84 Vreemdelingenwet 2000).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chloekarlas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.30. You're not tied to anything after your purchase.