100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basiskennis marketing $9.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Basiskennis marketing

 73 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Basiskennis marketing van Nima A

Preview 4 out of 58  pages

  • Yes
  • October 11, 2020
  • 58
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Marketing 2017

Hoofdstuk een Marketing:

Marketing is afgeleid van het Engelse woord ”to market”. Dit betekent: op de markt brengen.

Om een product succesvol op de markt te brengen, moet een bedrijf rekening houden met de
behoeften en wensen van de klant.
Dit is het uitgangspunt van de marketing: het marketingconcept. Bij alles wat een ondernemer doet,
zal hij de afnemer centraal stellen.

Marketing probeert antwoord te geven op vragen als:
-Welke behoefte zijn er;
-Hoe kunnen we hierin voorzien;
-Met welke producten kunnen we hierin voorzien;
-Welke mensen willen deze producten kopen;
-Welke prijs willen ze ervoor betalen;
-Hoe weten ze dat deze producten worden aangeboden en waar ze de producten kunnen kopen.

De drie voorwaarden die de CEO van lego gebruikte:
1-Willen kinderen dit als ze er een reclame voor zien;
2-Willen ze er meteen meer van hebben nadat ze het hebben gekregen;
3-En ten slotte: blijven ze ermee spelen.

Volgens de definitie is Marketing: Het bevredigen van de wensen en de behoefte van de afnemers.
De functie van Marketing is dan om op winstgevende wijze de wensen en de behoefte te bevredigen.

1.2 Marktbenaderingsconcepten,

We kunnen de volgende marktbenadering oriëntaties onderscheiden:
1-Productietoriëntatie;
2-Productoriëntatie;
3-Verkooporiëntatie;
4-Marketingoriëntatie;
5.Maatschappelijke oriëntatie.

1-Productieoriëntatie: Bij de productieoriëntatie is het uitgangspunt zo veel mogelijk te produceren
van producten tegen zo laag mogelijk kosten. Deze visie had de overhand tot ongeveer 1930, maar
ook nu zijn er bedrijven en organisaties die van dit productieconcept uitgaan.
2-Productoriëntatie: Een goed product verkoop zichzelf is het uitgangspunt bij het productconcept.
Deze productgeoriënteerde marktbenadering deed opgeld tot aan het begin van de jaren twintig van
de vorige eeuw.
3-Verkooporiëntatie: De schaarste aan producten maakt plaats voor een overvloed aan producten.
Om deze verkoop te stimuleren, werd de markt met behulp van reclame en een omvangrijk



1

,verkoopapparaat agressiever benaderd. Tussen 1930 en 1950 was verkooporiëntatie bij veel
ondernemingen het uitgangspunt.
4-Marketingsoriëntatie: in de vierde fase richt de ondernemer zich steeds meer op de markt. Een
visie die na 1950 bij veel organisaties wordt toegepast. Hierbij staan de wensen en verlangens van de
afnemers in het ondernemingsbeleid centraal. Hiertoe dient de ondernemer zo veel mogelijk kennis
te verkrijgen van die wensen en verlangens van de consumenten (consumer orientation), waartoe hij
onder meer gebruikt maakt van marktonderzoek.
5-Maatschappelijke oriëntatie: De laatste jaren houdt de ondernemer niet alleen rekening met de
belangen van de afnemer, maar ook met die van de hele maatschappij. Bescherming van het milieu
speelt hierbij een belangrijke rol. Ook speelt mee de veranderingen in de omgeving van de
onderneming. Denk bijvoorbeeld aan de concurrentie, de veranderende technologie, de groei van
het besteedbaar inkomen, kortom de omgevingsfactoren.

Een afnemer is een particulier of een organisatie die producten of diensten koopt of huurt. Er zijn
twee soorten afnemers: de finale afnemer en de industriële afnemer.
De finale afnemer koopt/gebruikt een product om zijn eigen behoefte te voorzien.
Een industriële afnemer koop goederen/diensten met het doel deze weer door te verkopen.
De service providers zijn voorbeelden van een industriële afnemer.
De marketing gericht op de industriële afnemer noemen we industriële marketing (business
marketing).
De marketing gericht op de consument noemen we consumentenmarketing (business to consumer:
B-to-C).
Zo richt Douwe Egbert zich behalve op de consument ook op bv Jumbo en Albert Hein. De marketing
die zich richt op de distribuanten noemen we handelsmarketing of trade marketing.
Potentiële afnemers zijn afnemers die overwegen een product te kopen.

Er zijn belangrijke verschillen tussen industriële marketing, ook wel business to business marketing
(B-to-B) genoemd, en consumentenmarketing:
-Ten eerste is er verschil in aantal en omvang van de afnemers. Het aantal consumenten is vele
malen groter dan het aantal industriële afnemers; de orders van industriële afnemers zijn echter veel
groter dan van consumenten.
-Ten tweede is er bij consumentenmarketing sprake van een verspreide geografische vraag, terwijl bij
industriële marketing de vraag geografisch georiënteerd kan zijn.
-Ten derde is er bij industriële afnemers vaak sprake van een langdurige relatie. Hoewel
consumenten ook vaak bij dezelfde winkels kopen, gaat dit op de industriële markt verder. Er kan
zelfs wederzijdse afhankelijkheid ontstaan als een leverancier als enige in staat is om een bepaalde
grondstof of half fabricaat te maken en hij maar één afnemer heeft.
-Ten vierde is er sprake van een afgeleide vraag, die ook nog eens sterk kan fluctueren. Consumenten
beslissen zelf of ze producten kopen; ze zijn autonoom, terwijl de vraag van bedrijven afhankelijk is
van de vraag naar hun producten. Naarmate er meer tussenschakels zijn, kan de vraag bij de
fabrikant door voorraadvorming of juist door verkoop uit voorraad sterk fluctueren.
-Ten vijfde is de aankoopbeslissing van consumenten vaak emotioneel, terwijl bedrijven veelal
rationele aankoopbeslissingen nemen. Bij de aankoop door bedrijven zijn vaak meerdere mensen
betrokken. Zo’n groep mensen wordt DMU genoemd ( een Decision Making Unit) en kan bestaan uit
een initiator, een beslisser, een gebruiker, een adviseur, een beïnvloeder en een gatekeeper. Een

2

,gatekeeperis diegene die over alle informatie van de leveranciers beschikt. Dat kan de inkoper zelf
zijn, maar dat hoeft niet altijd. Het kan zomaar iemand anders in de organisatie zijn die over deze
informatie beschikt, bijvoorbeeld een (directie)secretaresse.
-Ten zesde komt Reciprociteit ( Wederkerigheid ) nogal een voor. Hiervan is sprake als leverancier en
afnemer over en weer producten van elkaar afnemen.

Om markgericht te werken, kan de ondernemer gebruikmaken van vier marketinginstrumenten:
1-produkt
2-prijs
3-plaats PLUS 5-Personeel.
4-promotie 6-Presentatie.
De 4 P’s naar het idee van de Amerikaanse marketingdeskundige Neil Bordon.

Marketingmix: Dat de ondernemer moet de marketinginstrumenten goed op elkaar afstemmen.

Het promotiebeleid van een onderneming kent de volgende promotiemix:
-Persoonlijke verkoop
-Sales promotions
-Reclame
-Public Relations
-Sponsoring.

Als de marketingmix door de ondernemer goed wordt ingezet, zal dit leiden tot het realiseren van de
drie “ R’s “, namelijk Ruil, Relatie en Reputatie. De marketing gericht op het opbouwen, onderhouden
en commercialiseren van relaties, zodanig dat de doelstellingen van beide partijen worden
gerealiseerd, wordt relatiemarketing ( Relationship Marketing ) genoemd.

Interne omgevingsfactoren:

Interne omgevingsfactoren liggen binnen het bedrijf, binnen de individuele organisatie. Dit wordt
ook wel micro-omgeving genoemd.
Binnen het bedrijf spelen de volgende interne omgevingsfactoren een rol:
-de productiecapaciteit;
-de financiering;
-de marketingmix;
-het personeel.
Voor het management van een onderneming zijn dit beheersbare factoren.

Externe omgevingsfactoren:

Externe omgevingsfactoren kunnen worden onderscheiden in omgevingsfactoren op meso- en
macroniveau.
Bij factoren uit de meso-omgeving gaat het om externe, niet beheersbare factoren die vanuit de
markt of de brache (de bedrijfstak) het marketingbeleid kunnen beïnvloeden. Voorbeelden zijn: de
toeleveranciers, de concurrentie, de tussenhandel, de consument, het aanbod op de kapitaal- en

3

, arbeidsmarkt, de media, brancheorganisaties, de Kamer van Koophandel, de overheid, actiegroepen,
belangorganisaties en de publieke opinie.
Factoren uit de macro-omgeving zijn externe, niet-beheersbare invloeden vanuit de maatschappij.
Deze invloeden kunnen betrekking hebben op:
1.Economische omgevingsfactoren: Dit zijn alle factoren die het inkomen en de koopkracht van de
consument beïnvloeden. Voorbeelden zijn: besteedbaar inkomen, inkomen, inflatie, wisselkoers,
conjunctuur= samenstel van alle bewegingen die het economisch leven bepalen.
2.Demografische omgevingsfactoren: dit zijn alle factoren die de opbouw en de samenstelling van de
bevolking bepalen. Denk hierbij aan: aantal huishoudingen, leeftijd, geslacht, opleiding.
3.Politieke-juridische omgevingsfactoren: dit zijn alle maatregelen, wettenen voorschriften die het
doen en laten van een onderneming beïnvloeden. Bijvoorbeeld: politieke maatregelen, wettelijke
voorschriften, bestemmingsplannen.
4.Sociaal-culturele omgevingsfactoren: dit zijn alle ontwikkelingen uit de samenleving die het
koopgedrag van de afnemers bepalen, zoals nieuwe trends.
5.Technologische omgevingsfactoren: dit zijn alle technologische ontwikkelingen die van invloed zijn
op de marktpartijen. Voorbeelden zijn: nieuwe productiemethoden, internet en sociaal media. De
zelfrijdende auto is een mooi voorbeeld van een technologische ontwikkeling.
6. Maatschappelijke omgevingsfactoren: dit zijn alle stromingen en ideeën die vanuit de
maatschappij het ondernemingsbeleid beïnvloeden. Emancipatie- en milieubeweging, zijn
voorbeelden hiervan.

Een van die maatschappelijke omgevingsfactoren is duurzaamheid. Iets is duurzaam als het nu en in
de toekomst geen schade toebrengt aan de aarde, het milieu of aan andere mensen. Bedrijven die
bewust met duurzaamheid omgaan en dit in hun beleid ook hebben vastgelegd zijn bedrijven die
maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) of duurzaam ondernemen.

Een onderneming onderneemt maatschappelijke verantwoord als zij haar activiteiten richt op het
toevoegen van waarden aan zowel Planet (ecologische), People (sociaal) als Profit (economisch).

De ruimte die de consument gebruikt en de impact die dat heeft op de aarde wordt mondiale
voetafdruk genoemd.

Emissierechten= uitstoot (het recht geeft om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uit te stoten.

De marketing van goederen en diensten via het internet noemen we online marketing. Online is een
situatie waarbij verbinding is tussen computers. Dat kan op allerlei manieren:
-via computer;
-via kabel en modem;
-via tablet;
-via smartphone.

Internetmarketing, digitale marketing of e-marketing zijn synoniemen voor online marketing.

E-Commerce is het kopen en verkopen van producten of diensten door middel van elektronische
vormen van communicatie. E-commerce is een van de mogelijkheden binnen online marketing.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ronald63. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.16  3x  sold
  • (0)
  Add to cart