100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Intellectuele eigendom: design & branding Kort begrip van de 6 weken (inclusief alle bijbehorende jurisprudentie) $8.39   Add to cart

Summary

Samenvatting Intellectuele eigendom: design & branding Kort begrip van de 6 weken (inclusief alle bijbehorende jurisprudentie)

1 review
 90 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat de stof uit het boek Kort begrip waarbij na elke week ook een samenvatting van de bijbehorende jurisprudentie is ingegeven, inclusief de arresten die in het hoorcollege besproken zijn maar niet verplicht zijn.

Last document update: 4 year ago

Preview 3 out of 52  pages

  • No
  • Genoemde hoofdstukken uit de syllabus
  • October 12, 2020
  • October 13, 2020
  • 52
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jildertvanrhijn • 3 year ago

avatar-seller
WEEK 1


Hoofdstuk 1: Algemene inleiding

Intellectuele eigendom is overkoepelend begrip voor auteursrecht, octrooirecht,
merkenrecht, handelsnaamrecht, kwekersrecht en modellenrecht.

WIPO = wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom


Ratio van bescherming van de verschillende intellectuele eigendomsrechten is afhankelijk
van het desbetreffende recht:
- Bij octrooien en kwekersrechten gaat het om billijkheid en opportuniteit. Het wordt als
billijk ervaren dat aan iemand die een uitvinding doet een beloning wordt gegeven in de
vorm van een tijdelijke exclusieve positie. Anderzijds kunnen anderen er hun voordeel van
doen om de gepubliceerde uitvindingen te gebruiken bij de verdere ontwikkeling van de
technologie.

- Bij het auteursrecht en het modellenrecht staat eveneens de beloning door een exclusief
recht centraal.

- Bij merken en andere onderscheidingstekens staat de behoefte van bescherming van
goodwill centraal en tevens het belang van de vermijding van consumentenverwarring

Beperkingen
Het IE-recht geeft de houder ervan een exclusief recht, waarmee hij derden kan verbieden
bepaalde handelingen te verrichten. Er moet dan ook wel rekening worden gehouden dat
deze beperking voor derden niet te ver reikt.

Een belangrijke beperking uit het IE-recht is de ‘uitputting’ van het recht: nadat een
rechthebbende een product waarop een IE-recht rust in het verkeer heeft gebracht, kan hij
zich niet meer op basis van dat IE-recht verzetten tegen verdere verhandeling van het
desbetreffende product.

Er kan echter een uitzondering op beperkingen worden gemaakt door middel van de
driestappentoets.
Die stelt dat in (1) bijzondere gevallen een beperking van het recht is toegestaan, mits (2)
die beperking geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het voorwerp van het IE-
recht en (3) de wettige belangen van de rechthebbende niet op ongerechtvaardigde wijze
worden geschaad.

IE-rechten zijn een soort beloning voor de investering in geld/tijd/moeite en bieden daarom
een gedurende tijd een bepaalde periode bescherming tegen nabootsing door derden.
Enige uitzondering is het merkenrecht dat een andere functie vervult, namelijk producten
identificeren en communicatie tussen de marktdeelnemers mogelijk maken en dat kan

,daarom onbeperkt in tijd zijn. Maar indien een merk ongebruikt wordt, kan verval worden
ingeroepen.


A. Het non-discriminatiebeginsel

Art 18 VWEU -> binnen werkingssfeer van Unierecht is elke vorm van discriminatie o.g.v.
nationaliteit verboden. Voor het IE-recht betekent dit dat nationaliteitsvereisten in de
onderlinge verhouding tussen een lidstaat waar bescherming wordt gezocht en een
onderdaan van een andere lidstaat ongeldig zijn.

B. De verkeersvrijheden
Voor de meeste IE-rechten zijn de verkeersvrijheden niet meer rechtstreeks toepasbaar,
omdat zij door middel van richtlijnen zijn geharmoniseerd. Bij onderwerpen die uitputtend
geharmoniseerd zijn moet een nationale maatregel naar vaste rechtspraak immers niet meer
rechtstreeks aan de verkeersvrijheden getoetst worden, maar aan de betrokken richtlijn.

Art 36 VWEU bepaalt dat art 34 VWEU geen beletsel vormt voor beperking van het vrije
verkeer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van ‘industriele en commerciele
eigendom’. Hieronder vallen octrooirecht, merkenrecht, modellenrecht, kwekersrecht,
slaafse nabootsing en hoewel zij strikt genomen geen industriele eigendomsrechten zijn ook
het auteursrecht en naburige rechten.
Bij het inroepen van uitzonderingen op de verkeersvrijheden moet altijd rekening gehouden
worden met het evenredigheidsbeginsel. (geschikt + niet verder dan noodzakelijk is)

C. Het mededingingsrecht
Hoofdstuk XIII

D. Het afgeleide unierecht: harmonisatierichtlijnen en eenvormig uniebrede IE-recht
vorderingen

De meeste IE-rechten zijn geharmoniseerd door middel van richtlijnen. Deze richtlijnen
moeten conform 288 VWEU worden omgezet in interne wetgeving en werken dus niet
rechtstreeks.
De rechtstreekse werking bestaat echter wel, na het verstrijken van de omzettingstermijn, in
verhouding tot overheidslichamen. Deze rechtstreekse werking is gebaseerd op het feit dat
de richtlijn geadresseerd is aan de lidstaten en aan alle binnen die lidstaat met
overheidsgezag beklede entiteiten, en dat het aan de lidstaat zelf ligt dat hij niet of niet
correct heeft omgezet.

Verdragen
 Verdrag van Parijs (1883)  betrekking op vrijwel het gehele IE-terrein
Wordt beheerd door WIPO (1967)

 TRIPS-overeenkomst (1994)
- assimilatiebeginsel: lidstaat behandelt onderdanen van een andere lidstaten niet
minder gunstig dan zijn eigen onderdanen

, Hoofdstuk 11: Ongeoorloofde mededinging

Omvat het gehele complex van handelingen die strekken tot bevordering van de afzet van
een onderneming of tot vergroting van haar winsten en die in het normale handelsverkeer
ontoelaatbaar moeten worden geacht.
Dit recht probeert dit soort handelingen te bestrijden.

Ook het gebruik van andermans merk of nabootsen van model valt onder deze handelingen.

Het is onmogelijk om een uitputtend overzicht te geven van de handelingen die tot de
ongeoorloofde mededinging gerekend kunnen worden. Paar van deze kunnen wel worden
samengevat in categorieën:
1. parasiteren op de bedrijfsactiviteiten of -resultaten van een ander
2. het doen van aanbiedingen die misleiden omtrent de aard van het aangeboden of de
hoedanigheid van de aanbieder
3. het doen van schadende mededelingen omtrent de concurrent of diens waren of diensten
4. het belemmeren van de zaken van de concurrent
5. het afhandig maken van bedrijfsgeheimen, opdrachten of personeel van de concurrent of
het omkopen van het personeel
6. het ondermijnen van de verkooporganisatie van de concurrent
7. het zich verschaffen van een gunstige positie door schending van niet-rechtstreeks de
concurrent betreffende wettelijke voorschriften


1) parasiteren
= aanhaken, aanleunen, profiteren, nabootsen
Handelingen waarbij de een iets van de ander overneemt, hem in een bepaald opzicht
navolgt en hetgeen hij heeft overgenomen in zijn eigen onderneming gebruikt.

De bescherming van de slaafse nabootsing is onder andere vormgegeven in het Hyster Karry
Krane-arrest.
Als uitgangspunt dient te gelden de vrijheid om producten een zo groot mogelijke
deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven. Daarom is het niet verboden om te dien einde,
ten eigen voordele en mogelijk tot nadeel van een concurrent, van in diens producten
geopenbaarde resultaten van inspanning, inzicht en kennis gebruik te maken, zelfs wanneer
dit tot verwarring bij het publiek kan leiden.
Naboosting is alleen dan ongeoorloofd, indien men zonder aan de deugdelijkheid en
bruikbaarheid afbreuk te doen op bepaalde punten evengoed een andere weg had kunnen
inslaan en men door dit na te laten verwarring stichten.

Dus: op de nabootsende concurrent rust de verplichting om bij het nabootsen alles te doen
wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van zijn
product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door de gelijkheid van beide producten
gevaar voor verwarring ontstaat of vergroot wordt.
 dus alleen indien er op andere punten dan deugdelijkheid en bruikbaarheid verwarring
wordt veroorzaakt terwijl dat niet nodig is.
Directe verwarring = als het publiek de imitatie voor het origineel kan houden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisameltzer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.39  6x  sold
  • (1)
  Add to cart