100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Culturele Psychologie (UvT) $5.03   Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen Culturele Psychologie (UvT)

 58 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Opleiding: Bachelor Psychologie Tilburg University Cursus: Culturele psychologie 2020/2021 (jaar 2) Professor: Yvette Stráznický van Osch Gebaseerd op: Colleges en slides

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 35  pages

  • October 12, 2020
  • September 30, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege aantekeningen Culturele Psychologie
Vak: Culturele psychologie 2020/2021
Opleiding: Bachelor Psychologie Tilburg University
Hoorcollege 1
WEIRD
“Cultuur is een soort bril waardoor we kijken – een schema dat ons helpt om
informatie te evalueren en organiseren” (Stráznický van Osch)
Culturele psychologie is belangrijk, omdat het grootste deel van het psychologisch
onderzoek uitgevoerd wordt onder WEIRD steekproeven;
Western
Educated
Industrialized
Rich
Democratic
Namelijk 96 procent van de psychologische studies is uitgevoerd op 12 procent van
de wereldbevolking. 99 procent van de onderzoekers werkt aan een Westerse
universiteit (73 procent aan een Amerikaanse universiteit). Dit is dus niet erg
representatief voor de gehele wereldpopulatie.
IND-COL
Gerard Hofstede (1981) bestudeerde werk-gerelateerde waarden onder werknemers
en kwam zo op een van de meeste geciteerde frameworks voor classificatie van
culturele patronen op landsniveau. Zijn originele classificatie bestond uit 4 dimensies:
power distance, individualisme/collectivisme, masculinity/femininity, en incertainty
avoidance. Sinds 2010 zijn er twee bijgekomen: lange termijn oriëntatie en
indulgence.
Er was natuurlijk ook kritiek op zijn dimensies. Hofstede ziet individualisme als
samenlevingen waarin de banden met anderen los zijn; er wordt verwacht dat je op
jezelf en je directe familie let. Collectivisme is het tegenovergestelde, mensen
worden vanaf hun geboorte in sterke groepen geïntegreerd die hen een leven lang
beschermen in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. Deze dimensie geeft dus de
mate van interdependentie van de individuen van een maatschappij (de mate van
afhankelijk zijn van elkaar). (1) De items bij de IDV over deze dimensie geven niet
direct de mate van afhankelijkheid weer 🡪 je verwacht niet dat die vragen iets over
individualisme en collectivisme zeggen (lage face validity). (2) In veel verschillende
landen zien we significante verschillen tussen o.a. IND-COL, maar de verklaarde
varianties zijn extreem laag, ongeveer 2 procent. Dit houdt in dat maar 2 procent van
die verschillen te wijten is aan IND-COL. Die verschillen zijn significant doordat de
studies van Hofstede vaak gebruik maakten van hele grote steekproeven. Dit werd
onderzocht door Gerhart en Fang (2005). (3) Daarnaast had Matsumoto (1999) ook
een kritiekpunt. Vaak wordt in onderzoeken Amerika als het boegbeeld van
individualisme beschouwd en Japan als die van collectivisme. In zijn onderzoek uit
1999 bleken dat er 18 onderzoeken hiernaar gedaan waren, waarvan er 17 geen

, bewijs leverden voor deze aanname. Die lieten juist zien dat Japan ook
individualistisch is. En de andere overgebleven studie had weinig validiteit. Is die
data van Hofstede dan nog wel zo representatief?
Ook was er kritiek op de nieuwe dimensies, met name de dimensie van lange termijn
oriëntatie. Die dimensie is nogal moeilijk te beschrijven. Volgens Stráznický van Osch
zit het verschil tussen lange en korte termijn oriëntatie tussen dat mensen oftewel
vast willen houden aan het verleden en wat er nu is (dus niet open staan
verandering) of zien dat verandering goed is voor de toekomst. Wat wordt hier nu
precies mee bedoeld? Michael Minkov die eerst had bijgedragen aan de nieuwe
dimensies heeft daarna zelf veel kritiek geleverd op het gehele model. (1) Hij
betwijfelde of de data van Hofstede wel representatief was voor andere landen,
aangezien die alleen van IBM werknemers kwamen. (2) Hij wilde weten of deze
dimensies gerepliceerd konden worden; zou bij nieuwe data dezelfde patronen
ontstaan als bij Hofstede. (3) Hoe zit het met de interne validiteit, zijn de patronen
echt zo gecorreleerd? (4) Konden deze dimensies wel iets voorspellen?
Hij ondervond dat power distance eerder een onderdeel lijkt van de dimensie IND-
COL. Uncertainty avoidance bleek niet op een betrouwbare manier gemeten en het
voorspelt niet de zaken die het zou moeten voorspellen (zoals bv job security). Ook
MAS-FEM gedraagt zich niet zoals zou moeten. 🡪 De Hofstede dimensies zijn eigenlijk
niet bedoeld om individueel gedrag te voorspellen (Hofstede had de data op
landsniveau gepoold en dat is niet altijd op individuen toe te passen). Triandis (1996)
vond dat je moest kijken naar culturele syndromen en voegde bepaalde dimensies
van Hofstede samen op individueel niveau:

Horizontale Verticale
culturen culturen




Individualistische Horizontaal individualisme Verticaal individualisme
culturen Australië, Nieuw Zeeland, Verenigde Staten, Canada,
Zweden, Finland, Verenigd Koninkrijk en
Denemarken, IJsland en Frankrijk
Noorwegen



Collectivistische
Horizontaal collectivisme Verticaal collectivisme
culturen
Landelijke Latijns Amerika, China,
gemeenschappen in Japan, de Filipijnen,
Midden- Amerika en de Pakistan, Italië en Spanje
Israëlische Kibboets

,Hij maakte onderscheid tussen individualistische (onafhankelijk) en collectivistische
(afhankelijk) culturen, maar ook tussen horizontale (gelijk aan elkaar) en verticale
(verschillen in gelijkheid/macht).
Interdependent/independent
Markus en Kitayama maakten een belangrijk verschil met het onderscheid maken
tussen interdependent en independent self construal; het zelf zien als gescheiden (of
niet) van anderen. Het independent self construal, het zelf zien als gescheiden van
anderen en als uniek, komt volgens hen voornamelijk in het westen voor. Het
interdependent self construal definieert zichzelf als in relaties tot anderen.
Matsumoto (1999) had ook hier kritiek op. Hij zag dit verschil wel als een belangrijk
middel, maar er was weinig empirisch bewijs voor. De meeste onderzoeken nemen
aan dat de verschillen die ze tegenkomen door het zelf komen, zonder te meten. Het
self construal is een mediator tussen cultuur en cognitie, maar wordt zelf dus nooit
gemeten. Net zoals bij IND-COL worden deze termen vaak als dichotoom gezien en
niet als dimensies.
Tight/loose
Als laatste maakt Gelfand een onderscheid tussen tight en loose cultures. In tight
cultures zijn er erg sterke normen en een lage tolerantie voor afwijkend gedrag. In
loose cultures zijn er zwakke normen en een hoge tolerantie voor afwijkend gedrag.
Dit verschil in normen en tolerantie voor afwijkend gedrag komen door allerlei
ecologische en historische bedreigingen volgens Gelfand. Culturen die veel te maken
hebben gehad met bedreigingen en/of een moeilijke omgeving hebben om in te
overleven, zijn ze vaak een tight culture. Er is nog niet veel kritiek op dit onderscheid.
Henrich, Heine en Norenzayan (2010) onderzoeken in hun review artikel hoe
representatief WEIRD samples zijn voor andere populaties. De beschikbare literatuur
representeert niet de volledige menselijke diversiteit, maar is voornamelijk gebaseerd
op het onderzoek naar WEIRD mensen. Toch nemen onderzoekers aan dat hun data
universeel te generaliseren is.
De inhoud van hun review artikel wordt onder Kennisclip WEIRD besproken. De
inhoud laat zien dat WEIRD mensen moeilijke te generaliseren zijn voor andere
populaties door de vele verschillen en dat Amerikanen zelfs outliers van outliers zijn.
In hun onderzoek hebben ze wel de artikelen besproken die het meest bij hun
argument horen, waardoor hun bevindingen dat WEIRD mensen outliers zijn
overdreven zouden kunnen zijn. De aanname dat er weinig variatie is in het
menselijke ras zorgt ervoor dat er vrijwel alleen onderzoeken zijn met WEIRD
samples. Toch benadrukt hun review artikel dat er meer diverse onderzoeken nodig
zijn, omdat deze kleine subpopulatie geen goede representatie geeft van alle
populaties.
Kennisclip WEIRD
- Moderne, geïndustrialiseerde samenlevingen vs kleinschalige samenlevingen
In de Muller-Lyer illusie heb je twee pijlen van dezelfde lengte, maar bij één pijl
hebben ze de punt omgedraaid waardoor die langer lijkt. Dit gevoel van langer lijken,
wordt alleen ondervonden bij moderne samenlevingen. Afrikaanse bosjesmannen

, (San) hebben hier bv. geen last van. Dit zou komen doordat mensen in Westerse
samenlevingen gewend zijn aan hoekige vormen/huizen en dus perspectief
meenemen in hun oordeel: carpented world hypothesis.
In de dictator game wordt aan een speler gezegd dat hij 10 euro krijgt en hij mag dit
delen met een ander. Hij mag dat helemaal zelf bepalen en omdat de meeste
mensen neigen naar een eerlijke verdeling, geven ze vaak de helft aan speler 2 die
ze niet eens kennen. Dit patroon is vaak te zien in geïndustrialiseerde
samenlevingen. In kleinschalige samenlevingen is dit patroon minder duidelijk en
komt het ook voor dat er veel minder gegeven wordt. De redenering daarachter is dat
de ander blij moet zijn iets te krijgen anders hij had niks gehad.
- Westerse vs niet-Westerse geïndustrialiseerde samenlevingen
In het onderzoek van Asch zit je met een groep mensen en je moet antwoord geven
op de vraag welke van de drie lijntjes even lang is als het andere lijntje. Er is maar 1
proefpersoon en de rest hoort bij het onderzoek. Het antwoord is erg duidelijk maar
de anderen zeggen het verkeerde antwoord. De vraag is dan of de proefpersoon er
in mee gaat of toch het goede antwoord zegt en niet conformeert aan de groep. Bond
& Smith (1956) hebben hier onderzoek naar gedaan en kwamen erachter dat de
mate van conformiteit aan de datum ligt van het afnemen van de studie. Over tijd
gaan we namelijk minder conformeren en wordt het effect dus kleiner. Dit komt
doordat individualisme groter wordt.
- Amerikanen vs andere Westerse
Amerikanen zijn extreem individualistisch wat implicaties kan brengen bij onderzoek.
Omdat ze denken dat er weinig is wat invloed heeft op hun uitkomsten. Wat mooi kan
zijn: als ze iets bereikt hebben, zijn ze erg trots dat ze het helemaal zelf bereikt
hebben. Maar als ze falen, hebben ze dat ook aan zichzelf te wijten wat belangrijk
kan zijn met het behandelen van o.a. depressiviteit en onzekerheid.
- Opgeleide vs niet opgeleide Amerikanen
Leon Festinger deed onderzoek naar cognitieve dissonantie. Dit kan ook in een
ander paradigma, genaamd de post decisional spread. Een participant moet kiezen
tussen 2 producten. Er zijn twee condities: een van de producten is duidelijk beter of
de producten zijn van dezelfde kwaliteit. Daarna wordt gezegd dat ze een product
mogen houden en wordt weer gevraagd voor een beoordeling van de producten. Als
een product duidelijk beter was, veranderd de beoordeling niet echt. Waren de
producten van dezelfde kwaliteit, dan werd het gekozen product veel beter
beoordeeld dan het niet gekozen product. Heine en Lehman (1997) deden een soort
gelijk iets met het beoordelen van 10 CD’s. Daarna werden 2 CD’s die een
middelmatige score hadden gekregen aangeboden om mee te nemen als bedankje.
Er werd vervolgens weer gevraagd voor een beoordeling van de 2 CD’s. Het blijkt dat
Canadezen een veel grotere post-decisional spread hebben dan Japanners. Dit
verschil zit ook in het gedaan hebben van een opleiding. Diegene met een hogere
opleiding hebben ook een grotere post-decisional spread.
Kennisclip conceptualisatie cultuur
Kunnen we cultuur conceptualiseren? Voorspelt cultuur gedrag? Cultuur kan gezien
worden als een onafhankelijke variabele, een confound die toevallig gerelateerd is,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissauvt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.03  4x  sold
  • (0)
  Add to cart