Samenvatting Praktische Economie module 4 Heden, verleden en toekomst VWO bovenbouw. In deze overzichtelijke samenvatting worden alle hoofdstukken en paragrafen duidelijk beschreven. Met deze samenvatting is een voldoende halen een eitje!
Tijd heeft een waarde en heeft daarom een prijs: de rente. De rente is voor iedereen gelijk;
het is de algemene prijs van tijd. Het komt tot stand op de vermogensmarkt: de markt
waar vraag en aanbod van financieel kapitaal bij elkaar komen. De hoogte van de rente
wordt beïnvloed door de reporente (refirente): het rentepercentage waartegen banken geld
kunnen lenen bij de centrale bank.
Rente maakt ruilen over de tijd mogelijk. Sparen levert rente op: in ruil voor de tijd dat de
consument zijn geld op de bank zet, betaald de bank hem rente. Van dit geld kunnen andere
mensen weer lenen. Een consument die spaart, vervangt een aankoop van nu door een
consumptie in de toekomst. Dit verschuiven wordt intertemporele substitutie genoemd.
Consumptie in de huidige tijd wordt gesubstitueerd door een consumptie in de toekomst.
Maar iemand die spaart, loopt consumentensurplus mis. Het ongemak dat een consument
ondervindt als hij de consumptie uitstelt is de individuele prijs van tijd. Hier tegenover staat
de rente die hij krijgt. Iemand zal dan ook pas gaan sparen als de kosten van het sparen (de
individuele prijs van tijd) lager zijn dan de opbrengsten (de rente).
Een consument kan consumptie ook vervroegen: toekomstige consumptie wordt verschoven
naar het heden. De consument leent dan geld. Hier moet hij rente over betalen, dit is de prijs
die hij betaald voor het vervroegen van de consumptie.
Door inflatie daalt de koopkracht van geld. Het ontstaat door de groei van de
maatschappelijke geldhoeveelheid: hoe meer geld er in omloop komt, hoe hoger de prijzen
na verloop van tijd zullen zijn.
Als het ECB de rente verlaagt, kunnen de banken dit ook doen. Dit zorgt ervoor dat de
algemene prijs van tijd daalt waardoor meer mensen gaan lenen. De maatschappelijke
geldhoeveelheid stijgt en de vraag naar producten neemt toe, waardoor de prijzen gaan
stijgen. Het kost tijd voordat prijzen zijn aangepast aan de veranderde geldhoeveelheid,
daarom stijgt de inflatie pas later als de maatschappelijke geldhoeveelheid.
Het veranderen van de rente door de ECB is een voorbeeld van monetair beleid. Hiermee
proberen zij de economie te beïnvloeden. Met een verlaging van de rente wordt de
economische activiteit gestimuleerd, het kredietkanaal.
Een indexcijfer is een getal waarmee je een procentuele verandering ten opzichte van een
basisjaar kunt aflezen. Voor het basisjaar wordt de prijs omgezet naar 100, het
prijsindexcijfer voor het basisjaar. Om het prijsindexcijfer te vergelijken is er de formule:
prijsindexcijfer vergelijking jaar = prijs van het product in het vergelijkings jaar : prijs van het
product in het basisjaar x 100%.
Inflatie wordt berekend door:
- Het goederen mandje zijn de producten en diensten waar een gemiddeld gezin zijn
geld aan uitgeeft.
- Niet alle producten uit het goederen mandje zijn even belangrijk voor het algemene
prijspeil. Er wordt daarom rekening gehouden met de wegingsfactoren: de uitgave
aan een product of dienst als percentage van de totale uitgaven. Het worden ook wel
de bestedingsaandelen genoemd. Hoe groter de wegingsfactor, hoe meer het
product meetelt in het algemene prijspeil.
- Prijsindexcijfers van een bepaald product of productgroep worden partiële
prijsindexcijfers genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lievejansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.