Musculoskeletale kinesitherapie
2: Theorie van de heupregio
Inleiding
Het heupgewricht (art. coxae) wordt gevormd door het caput femoris en het acetabulum van os
coxae.
Dit gewricht staat in een functionele relatie met het sacro-iliacale gewricht, de symphysis pubica,
LWK, de knie, het onderbeen en de enkel en voetregio d.m.v. indirecte en directe verbindingen. Dit
zorgt ervoor dat deze regio’s ook in de beoordeling meegenomen moeten worden.
Heeft een belangrijke rol als mechanische schakel tussen de onderste en bovenste lichaamshelft.
In het bijzonder bij het uitvoeren van primaire functies zoals het overbrengen van krachten van de
romp op de onderste extremiteiten en omgekeerd en het plaatsen van de voet in de ruimte.
Het KP van de heup: endo > flexie/abductie > extensie
Stabiliteit vs mobiliteit
Heup is anatomisch en mechanisch te beschouwen als een art. spheroidea (kogelgewricht).
Verschil heup vs schouder:
Het deel van de kop dat omsloten wordt door de kom
Femurkop wordt voor een groot deel omsloten door de kom, de humeruskop slechts een klein
deel omsloten door het glenoid
Beiden hebben 3 vrijheidsgraden
Schoudergewricht heeft een grote mobiliteit terwijl de heup meer nood heeft aan stabiliteit
dankzij zijn gewichtsdragende functie. Deze stabiliteit gaat ten koste van beweeglijkheid.
Opmerking: De grotere stabiliteit in heup manifesteert zich in het weinig voorkomen van
dislocaties. Een deel van het verlies van mobiliteit wordt wel gecompenseerd
door bewegingen in de LWK.
De passieve elementen die instaan voor de stabiliteit van de heup
De configuratie van de femurkop en het acetabulum
Zwaartekracht
Spanningstoestand in de capsuloligamentaire structuren
De negatieve intra-articulaire druk
De actieve elementen die instaan voor de stabiliteit in de heup zijn de spiergroepen die zich rond
het heupgewricht bevinden.
,Aandoeningen in de heupregio
1 Gewrichtsaandoeningen
1.1 Coxartose
Eén van de meest voorkomende vormen van artrosen. De reden hiervoor is dat de heup een van de
belangrijkste gewichtsdragende gewrichten is.
Tijdens het proces van coxartrose
Langzaam verlies van gewrichtskraakbeen van het heupgewricht
Veranderingen in het subchondrale bot en aan gewrichtsranden (osteofytose)
Het is een veel voorkomende aandoening maar is vaak asymptomatisch aanwezig. Hierdoor betreft
het vaak een uitsluitend röntgenologisch onderzoek.
Er zijn 2 vormen van coxartrose
1. Primair coxartrose
Dit treedt op in een röntgenologisch qua bouw en stand normaal gewricht, zonder eerder
doorgemaakte ziektes of aandoeningen. Deze vorm kan ontstaan vanaf 40 jaar.
2. Secundair coxartrose
Dit is een gevolg van een afwijkende anatomie van het heupgewricht of van een al eerder
doorgemaakte ziekte van het heupgewricht. Deze vorm kan ontstaan vanaf 25 jaar.
Onderzoek toonde al verschillende risicofactoren voor artrose aan, nl.
Bepaalde genetische factoren
Artrose komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
Er zijn verschillende intrinsieke (vb. trauma in het verleden) en extrinsieke risicofactoren (vb.
overgewicht, zwaar beroep, topsport)
Over het algemeen is artrose een langzaam voortschrijdend proces waarbij perioden van relatieve
stabiliteit zonder veel symptomen worden afgewisseld met perioden waarin de aandoening actiever
is. Dit wil zeggen meer pijn en/of inflammatoire verschijnselen.
‘Flare’: een acute exacerbatie van de klachten en ontstekingsverschijnselen
1.1.1 Extra medische informatie
Er is vaak sprake van radiologische afwijkingen, maar deze afwijkingen houden slechts in geringe
mate verband met de klachten (pijn, stijfheid, en verminderde ROM). Aanvullend onderzoek voor het
stellen van een diagnose is in eerste lijn niet altijd zinvol. De kans op klinische symptomen neemt wel
toe met de omvang van de radiologische afwijkingen.
Er zijn verschillende graderingssystemen voor de mate van degeneratie, de meest gangbare is de
schaal van Kellgren en Lawrence:
1. Geen osteo-artrose
2. Verdacht van osteo-artrose
3. Milde osteo-artrose
4. Matige osteo-artrose
5. Ernstige osteo-artrose
, De complicaties die kunnen optreden zijn
Corpus liberum (of gewrichtsmuis van bot of kraakbeen)
Zorgt voor onverwachte steken in de lies en zorgt dat steunen op het been even niet meer
mogelijk is
Irritatie van de M. iliopsoas
Deze loopt nl. over het heupgewricht en heeft het trochanter minor als insertie
Acetabulumfractuur
Luxatie van de heup
Compressieneuropathieën
De reden dat dit kan gebeuren is door de tot verkorting neigende spieren (RF, IP, ADD, HS).
Zorgt voor branderige pijn in een vrij klein gebied in het bovenbeen. De zenuwen die het
meest frequent gecomprimeerd zijn, zijn de N. cutaneus femoris en N. obturatorius
Pijn en stijfheid in de lies en anterolaterale zijde heup
Soms bovenbeen of uitstralend naar onderbeen en knie
Niet uitzonderlijk: enkel klachten in knie
Startstijfheid, die na enkele minuten verdwijnt
Het voelen en horen van crepitaties
Waarschijnlijk door ruwe gewrichtsoppervlakken en
benige verdikkingen aan gewrixhtsranden die langs de
ligamenten strijken
In de eerste fase
Enkel pijn bij starten of langdurige belasting
Anamnese Pijn neemt toe naarmate dag vordert
In latere fasen
Pijn in rust en nachtelijke pijn
Problemen met dagelijks functioneren (ADL)
Als gevolg van pijn, stijfheid, BWB en/of
standsafwijkingen
ADL: trap- en lopen, gaan zitten, opstaan, sokken en
schoenen aantrekken
Participatieproblemen (werk/sport)
De stoornissen en beperkingen in activiteiten kunnen
hiervoor zorgen
Basisonderzoek KP heup: endo > flexie/abductie > extensie
Kenmerkend: sterke beperking van endo met een verhard,
benig eindgevoel welke een herkenbare pijn
kan uitlokken
Tegelijk: meestal ook flexiecontractuur
Max. extensie onmogelijk door BWB en/of pijn. Dit is
een belangrijk probleem omdat patiënt in zijn
Functie- gangpatroon vaak door hyperextensie LWK
onderzoek compenseert. Dit kan rugklachten geven
Tegelijk kan permanente flexiepositie knie optreden,
kan dus ook daar voor problemen zorgen
Kortom: patiënten met coxartrose hebben vaak antalgisch
mankend gangpatroon
Teken van Drehmann bij matige en ernstige coxartrose
De heupflexie zal gedwongen gepaard gaan met exo- en
abductiebeweging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorennissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.