Menselijk lichaam: Cellen -> Celkern -> Chromosoom
Genetica: Erfelijkheidsleer Genen: Stukjes DNA die een erfelijke code bevatten
Chromosoom: Drager van een deel van het DNA -> 23 soorten en elk is dubbel (46).
- Geslacht wordt bepaald
Polygenetische erfelijkheid: De meeste eigenschappen worden niet door één gen maar door
een combinatie van genen bepaald.
Artikel
Bio-ecologische systeemtheorie:
De bio-ecologische systeemtheorie is een hulpmiddel om invloeden op een individu vanuit
verschillende ‘systemen’ te benaderen.
Bij een classificatie en diagnostiek worden allerlei factoren die samenhangen met het
probleem in kaart gebracht. Er zijn altijd verschillende factoren die het gedrag beïnvloeden
vanuit biologische, psychische en sociale aspecten. Daarnaast kunnen geboortecomplicaties,
zelfcontrole en thuissituatie ook factoren zijn die het gedrag beïnvloeden.
Biologisch: erfelijk
Sociaal: emotioneel
Ecologisch verwijst naar het idee dat je een kind alleen in zijn natuurlijke omgeving goed
kunt bestuderen en niet in een kunstmatige psychologisch testsituatie die daar niet op lijkt.
Het bio-ecologische systeemmodel onderscheidt verschillende contexten in vormen van
cirkels waarin gedrag zich ontwikkelt.
In het midden staat de persoon zelf met zijn eigen, persoonlijke kenmerken. Daaromheen
staan de micro-, exo- en macrosysteem. Het geheel wordt omgeven door het
chronosysteem. Het chronosysteem is de hele ontwikkeling die een individu heeft
doorgemaakt qua tijd.
Het microsysteem:
- Vrienden, ouders, familie, leerkrachten, broers en zussen.
Het Mesosysteem:
- School, speelplein/speelplaats of park, thuis, buurt, ontspanningsmogelijkheden en
leerkrachten
Het ecosysteem:
- Speciale netwerk ouders, etnische gemeenschap, sportclub voor ouders, wereld van
het werk
Het macrosysteem:
- Religie/wereldbeeld, huisvestiging, onderwijssysteem, huwelijks en personenrecht,
economisch systeem, culturele normen en waarden.
Verschillende niveaus:
Microsysteem: Relaties die een kind heeft met zijn direct omgeving (familie, gezin, vrienden
leerkrachten) - face tot face relaties van minimaal twee personen die elkaar beïnvloeden.
- Motoren van de ontwikkeling van het kind.
Mesosysteem: Relaties tussen de verschillende microsystemen waarvan het kind deel
uitmaakt. (Ouders die met leerkrachten contact hebben.)
Ecosysteem: Verschillende maatschappelijke systemen die via meso- en microsystemen de
ontwikkeling van het kind beïnvloeden. (Op een indirecte manier.) – Vriendenkring van
ouders of docentenvergaderingen op school.
Macrosysteem: Wetten, instanties en de daarbij horende waarden en normen. (Leerplicht,
culturele, politieke en religieuze normen.)
Chonosysteem: lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling die mensen door de tijd
heen meemaken. Ze veranderen door invloeden van hun omgeving, maar bepaalde aspecten
blijven hetzelfde. Tijd betekent verandering, maar bepaalde dingen blijven hetzelfde.
Het bio-ecologisch systeemmodel kent een aantal uitgangspunten:
1. Oorzaak en gevolg zijn een cirkel: Een omgeving beïnvloedt een kind en omgekeerd.
2. Ontwikkeling vindt plaats op alle niveau: Niet alleen het kind in het centrum
ontwikkelt zich: alle systemen eromheen ontwikkelen zich ook.
3. Interpretatie verschilt per individu: Kinderen leven in sociale contexten zoals gezin,
buurt, vriendenkring, school. Hierin verschillen de kenmerken. (Een of twee
oudergezinnen.)
4. Kinderen geven actief vorm aan hun ontwikkeling: Hoe ouder kinderen worden, hoe
meer ze beseffen dat ze hun leven zelf kunnen beïnvloeden. Ze maken zelf keuzes.
5. Ouderen funtioneren als ‘bemiddelaars’: Voor jonge kinderen geldt dat de invloeden
van het ecosysteem en het macrosysteem via de ouders bij hen terechtkomen.
- Wanneer het gezin woont in een onveilige buurt en ouders worden hiervan gestrest.
6. Kinderen maken normen en waarden hun eigen: Oudere kinderen kunnen ook onder
invloed staan van ouders en opvoeders als deze niet aanwezig zijn, omdat ze zich de
normen en waarden hebben eigen gemaakt.
7. Verschillende factoren versterken elkaar: Verschillende factoren kunnen de
ontwikkeling van een kind beïnvloeden. Deze kunnen elkaar versterken of
verzwakken.
3
, ICF-Model:
De ICF is een classificatie waarmee het mogelijk is het functioneren van de mens en de
eventuele problemen die mensen daarbij ervaren te beschrijven. Bovendien kunnen de
factoren die op dat functioneren van invloed zijn ook worden vastgelegd.
Mensen kunnen fysieke en psychische problemen ervaren die het dagelijks leven
beïnvloeden. Factoren als pijn, beperkingen in mobiliteit en omgevingsfactoren kunnen
ertoe leiden dat deze mensen niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen of hun dagelijks
werk niet meer kunnen uitoefenen. Met de ICF kunnen zorgverleners aangeven wat het
probleem is en waar de zorg of behandeling zich op richt. Zorgverleners gebruiken de ICF bij
onder andere chronisch zieken, ouderen, mensen met een blijvende of tijdelijke stoornis,
beperking of participatieprobleem
Verschillende factoren kan het functioneren van mensen beïnvloeden:
Medische factoren: de ziekte, de aandoening of het letsel dat iemand heeft;
Persoonlijke factoren: bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, opleiding, persoonlijkheid,
bewegings- en voedingsgewoonten;
Externe factoren: iemands fysieke en sociale omgeving, bijvoorbeeld het huis waar
iemand woont, de aanwezigheid van hulpmiddelen, de werkomgeving, vrienden en
sociale normen.
Het ICF-model: Het beschrijven van het menselijk functioneren en de problemen die daarin
kunnen optreden + het welzijn van een persoon. De ICF is algemeen toepasbaar en kan op
elk persoon toegepast worden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Antonelladc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.