Week 1
Casa casus
Overeenkomst tot stand bij aanbod en aanvaarding → 6:217
Bij een schenkingsovereenkomst is niet wederkerig, niet beide partijen hoeven iets te doen.
Bij ruil en koop zijn er voor beide prestaties.
4 bronnen nietigheid/vernietigbaarheid contract:
1. wijze totstandkoming contract (wilsgebreken)
2. persoon van contractant (handelingsbekwaamheid)
3. vorm contract (schending vormvereiste → nietig 3:39)
4. inhoud/strekking contract (in strijd met goede zeden → nietig 3:40)
Voor alle rechtshandelingen geldt dat je het kan intrekken, art 3:37 lid 5. Bij herroeping is er
namelijk al een aanbod tot stand gekomen. Bij intrekking voorkom je dat er een aanbod tot
stand komt. a. De intrekking moet de persoon eerder dan de verklaring bereiken.
Wie eist, die bewijst zie art 150 RV.
Opgave 1
a. Publiekrecht ziet op de rechtsregels tussen overheid en burger (vb. strafrecht). Het
privaatrecht regelt tussen burgers onderling.
b. Privaatrecht, want de overheid koopt als een particuliere partij een auto, ook al wordt
het gebruikt voor overheidsdoeleinden.
Opgave 2
a. Artikel 9 van de Grondwet: recht om te demonstreren.
b. Klassiek grondrecht, want de overheid moet dit recht naleven.
c. In artikel 94 van de Grondwet staat dat bij tegenspraak tussen een verdrag en de
Nederlandse grondwet, het verdrag voor gaat. De tekst van het EVRM gaat dus voor.
Het moet gaan om een ieder verbindende bepaling = bepaling die een recht of plicht
voor burgers in het leven roept.
Opgave 3
a. Bij een prejudiciële beslissing wordt een vraag voorgelegd aan het Hof van Justitie
EU als interpretatie van de wet onduidelijk is, denk aan Europese verordeningen.
b. Nederlandse rechtbanken en gerechtshoven kunnen prejudiciële vragen stellen aan
de civiele kamer van de Hoge Raad met het verzoek om uitleg van een rechtsregel.
Opgave 4
a. De kantonrechter gaat over geschillen in arbeidsovereenkomsten. In casu is hier
sprake van, dus volgens art 93 RV sub c is kantonrechter absoluut bevoegd.
Volgens art 99 RV: bevoegd is de rechter waar de gedaagde woont (wie eist, die
reist). In dit geval is de relatieve rechter in Arnhem. → in art 100 RV heb je
een aanvullende voor arbeidslocatie.
b. art 93 sub a en c
,Opgave 5
- Aanbod is op 21 mei art 3:37 lid 3
- herroepping 6:219 mogelijk als er een termijn is afgesproken.
Brouwers kan ogv art 6:221 lid 1 het aanbod laten vervallen op 25 mei zolang hij dit bekend
maakt voordat Clemens het aanbod schriftelijk of mondeling aanvaard (dit is 26 mei). Er is
een juridische herroeping (art 3:37 lid 3) als dit eerder aankomt. Brouwers kan dus het beste
een mail sturen.
Opgave 6
a. Ogv art 6:219 lid 2 is herroeping mogelijk zolang het aanbod niet aanvaard is en
evenmin de mededeling houdende aanvaarding is verzonden. In dit geval kan er tot
13 november worden herroepen.
b. Overeenkomst komt tot stand op het moment dat de verklaring Kees heeft bereikt
(art 3:37 lid 3). In casu is dit op 15 november, ook al opent Kees het pas een dag
later, want dit komt door zijn eigen handeling en heeft het geen effect op de
totstandkoming.
Opgave 7
In beginsel is diegene die nog niet 18 is, tenzij gehuwd, is handelingsonbekwaam. De rest is
handelingsbekwaam.
Uitzonderingen voor <18 jaar: ( → vernietigbaar ogv art 3:32)
- art 1:234 lid 1 : toestemming van wettelijke vertegenwoordiger
- art 1:234 lid 3 : in maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van deze
leeftijd deze zelfstandig verrichten.
- art 1:235 : door handlichting is minderjarige bekwaam.
Iemand boven de 18 jaar kan handelingsonbekwaam zijn dmv curator (art 1:378)
Opgave 8
Op grond van art 3:44 lid 1 is een rechtshandeling die door bedreiging tot stand is gekomen,
vernietigbaar. Ruud kan hier dus gebruik van maken.
Ogv art 3:44 lid 5 kan Ruud niet vernietigen.
Opgave 9
a. Roy kan de overeenkomst niet ongedaan maken met een beroep op dwaling (6:228).
Er is sprake van verkopersdwaling. Het levert dus een vernietigingsgrond op, maar er
moet worden voldaan aan de voorwaarden (lid 1):
❏ Onjuiste voorstelling van zaken
❏ Causaliteit
❏ Categoriseer de dwaling : a, b, c
❏ Kenbaarheid = Wederpartij moet weten of kunnen weten dat eigenschap
essentieel zou zijn.
Check vervolgens lid 2 → HR Kantharos van Stevensweert → als het gaat
om verkopersdwaling dan verkoper gaat risico aan dat iets later meer
waard wordt.
Kan dus niet vernietigen.
b. Artikel 3:52 lid 1 sub c → wanneer verjaart het? 3 jaar naar dwaling
verjaart het. In art 3:55 lid 2 kan je vragen voor een termijn.
, Zoom casus
1. Vernietigbaar, want hij is minderjarig, dus toestemming nodig. Zie art 1:234 juncto art
3:32. Het heeft terugwerkende kracht.
2. Nietig, want het is in strijd met openbare orde. Zie art 3:40.
3. Vernietigbaar, want het is bedrog, zie art 3:44 lid 1 jo lid 3. Je moet voor bedrog
hardmaken dat het
❏ opzettelijk is
❏ onjuiste info
❏ causaal verband.
Bedrog is moeilijk te bewijzen, dus je kan beter vernietigen ogv dwaling art 6:228.
lid 1:
❏ Onjuiste voorstelling van zaken
❏ Causaliteit
❏ Categoriseer de dwaling : sub a, want verkeerde informatie gegeven.
❏ Kenbaarheid = Wederpartij moet weten of kunnen weten dat eigenschap
essentieel zou zijn.
Bij het checken van lid 2 is geen sprake.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meghankeijzer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.89. You're not tied to anything after your purchase.