Theorie over sociale ongelijkheid, theorie bestaat uit twee wetten en vier stellingen:
Eerste stelling: postulate mensen zijn van nature sociale wezens die samenleven in een
gemeenschap. Om te kunnen overleven heeft de mens andere mensen nodig, als individu
overleef je niet. Dit blijft volgens Lenski in alle maatschappijen zo, dus ook nu. Samenwerken
en samenleven is voor de mens belangrijk om te overleven.
Tweede stelling: mensen plaatsen eigen belangen boven de belangen van het andere volk.
Dit geldt ook voor het belang van je eigen groep (zie stelling 1). Mensen doen er alles aan om
de eigen groep en daarmee dus ook jezelf, voort te laten bestaan. Er is altijd sprake van een
onderliggend eigenbelang wanneer iemand iets doet voor een ander.
Door het combineren van de eerste twee stellingen kom je tot de eerste wet.
1. Eerste wet: in een samenleving zijn producten (alles wat wordt geproduceerd) dit wordt
verdeeld op basis van behoeften. Je gaat alles verdelen over je eigen groep (samenleving)
voor zover nodig is om te overleven. Hierdoor bestaat bijna geen ongelijkheid. Deze wet is
gebasseerd op overleven.
MAAR: meeste samenlevingen hebben méér dan nodig is om te overleven = surplus. Dit is
steeds groter geworden de laatste jaren door de toename van productie.
Als gevolg van de huidige maatschappij waarin de productie toeneemt ontstaan de derde en vierde
stellingen:
Derde stelling: mensen willen steeds meer/ mooiere/ betere goederen. Ze zijn niet meer
tevreden met wat ze hebben. Er bestaat een zucht naar status die onbegrensd is. De mens
streeft naar meer/ beter/ mooier.
Vierde stelling: door het streven naar meer/ beter/ mooier ontstaat strijd in de samenleving.
Dit hoeft niet gewelddadig te zijn, maar kan wel.
Hierdoor vormt zich de tweede wet.
2. Wat gebeurt met het surplus? Dit wordt verdeeld op basis van macht. Verdeling vindt dus
plaats op basis van behoeften en macht.
, Definitie van macht volgens Lenski = het gaat over mensen jouw eigen wil kunnen opleggen.
Door macht heb je recht op
een gedeelte van het surplus.
Dit leidt tot meer aanzien en
daardoor meer macht. Er is
dus sprake van een
cirkelverband. MAAR er zijn
ook andere factoren.
Bijvoorbeeld door aanzien
omdat je fysiek heel veel kan. Deze factoren laat Lenski buiten beschouwing.
Klasse = heeft te maken met ongelijkheid. Er is verschil in aanzien/ macht/ kunnen ect. Waardoor
verschillende klassen ontstaan.
Er komt steeds meer
ongelijkheid. Toch houdt dit op
bij de industriële revolutie. Er
komt meer productie waardoor
iedereen wat meer kan afstaan
en dus minder ongelijkheid ten
tijde van de industriële
revolutie. Economische
ongelijkheid en politieke
gelijkheid hangen heel erg
samen.
Trend naar meer politieke gelijkheid (Lenski):
Meer ideologieën die gefocust zijn op democratie waardoor ongelijkheid afneemt. Mensen
nemen minder genoegen met de ongelijkheid en komen hiertegen in protest.
Er zijn meer onderwijskansen voor iedereen waardoor de politieke gelijkheid stijgt. Politiek
participeren is alleen mogelijk wanneer je ook geïnformeerd bent. Je moet de politiek
begrijpen om te kunnen deelnemen.
Meer economische gelijkheid leidt tot meer politieke gelijkheid. Denk aan piramide van
Maslow, wanneer je de basisvoorzieningen hebt kan je je bezig houden met andere dingen
zoals politiek.
Oorlogen waren buiten het zicht van de andere burgers vroeger. Tegenwoordig worden
burgers vaak betrokken, zoals in steden/ vernietigingswapens ect. Mensen vinden dat het
gaat over hún levens en daarom willen meebeslissen in politieke beslissingen. Eigen
veiligheid beschermen.
Technologie veranderd
waardoor ook de economie veranderd (meer productie/ sneller). Waardoor de politiek veranderd.
Alles heeft connecties met elkaar. Er zijn natuurlijk andere invloeden die hierbij een rol spelen (X, Y,
Z).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudErasmusUniversiteitRotterdam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.