Dit is een samenvatting van H1: Parlementaire democratie van het boek Dilemma (4-6 VWO). Het bevat de belangrijkste punten van elke paragraaf (1 t/m 7). Ook zijn alle begrippen die bij de paragraaf horen uitgeschreven voor het gemak.
Hopelijk kan dit jou als potentiële koper helpen met het maken ...
H1.1 Wat als mensen er samen niet uitkomen?
Begrippen
Belang: Iets dat belangrijk wordt gevonden, omdat het voordeel oplevert.
Collectieve goederen: Goederen of diensten waar iedereen gebruik van kan maken en die niet
makkelijk individueel leverbaar zijn.
Collectieve-actieprobleem: Samenwerking om problemen op te lossen kan belemmerd worden door
de angst dat anderen profiteren van die collectieve oplossingen zonder daar zelf aan mee te werken.
Maatschappelijk probleem: Een probleem waarbij veel actoren betrokken zijn en waarover
meningsverschillen bestaan. Zo’n probleem vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.
Macht: Vermogen om het gedrag van andere mensen te beïnvloeden
Normen: Verwachtingen binnen een groep of samenleving over hoe mensen zich behoren te
gedragen. Deze verwachtingen zijn vaak geformuleerd als leef- of gedragsregels.
Overheid: Instantie die het soevereine gezag uitvoert.
Parlementaire democratie: Vorm van democratie waarbij burgers via gekozen
volksvertegenwoordigers in het parlement invloed hebben op wet- en regelgeving.
Politiek probleem: Een maatschappelijk probleem waarbij de overheid betrokken is, of waarvan
mensen vinden dat de overheid erbij betrokken moet zijn.
Systeemmodel van politieke besluitvorming: Een versimpelde weergave van hoe maatschappelijke
problemen worden omgezet in wet- en regelgeving.
Waarden: Idealen, principes of doelen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is en
daarom moet worden nagestreefd.
Samenvatting
Bij een maatschappelijk probleem gaat het om een probleem:
- Dat samenhangt met maatschappelijke veranderingen;
- Meerdere groepen mensen met belangen aangaat;
- Waarover verschil van mening bestaat over de oorzaak en aanpak;
- Dat vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.
Het vinden van een gemeenschappelijke oplossing, is vaak lastig. Oorzaken daarvan:
- Actoren hebben tegengestelde belangen;
- Er is sprake van een collectieve-actieprobleem;
- Actoren hebben verschillende waarden en normen.
Actoren → Mensen en instanties die invloed proberen uit te oefenen op de oplossing van een
maatschappelijk probleem.
De keuze voor het eigenbelang zorgt vaak voor een collectieve-actieprobleem. Er zijn hier twee
verklaringen voor te geven:
- Te weinig onderling vertrouwen in de bijdrage aan het algemeen belang;
- De kosten worden vaak gedeeld door de hele samenleving, individuen ervaren onvoldoende
beloning voor gedragsveranderingen.
Mensen hebben niet alleen verschillende belangen, maar ook verschillende waarden (principes of
doelen die mensen belangrijk vinden) en normen (leef- en gedragsregels die voortkomen uit
waarden).
Vanwege verschillende belangen, waarden, normen en het collectieve-actieprobleem, lukt het vaak
niet om tot een gezamenlijke oplossing te komen.
Als de overheid het maatschappelijk probleem oppakt, wordt het een politiek probleem. We spreken
van politiek als de overheid betrokken is, of als actoren vinden dat ze er betrokken bij moeten zijn.
1
,De overheid is het hoogste bevoegde gezag binnen een bepaald grondgebied. In Nederland is sprake
van een geslaagde overheid.
De overheid heeft macht → Zij kan mensen in hun gedrag beïnvloeden, zelfs met dwang. Het idee
hierachter is dat de overheid middelen nodig heeft om collectieve goederen te leveren.
Het systeemmodel van politieke besluitvorming kan je helpen om inzicht te krijgen in het vinden
van politieke oplossingen.
→ Invoerfase: Een maatschappelijk probleem vraagt om een politieke oplossing.
→ Omzetfase: Oplossingen worden bedacht in de vorm van nieuwe wet- en regelgeving.
→ Uitvoerfase: Het nieuwe beleid wordt uitgevoerd.
Poortwachters zijn belangrijke schakels tussen de samenleving en politiek.
Vanuit verschillende actoren vindt er weer een terugkoppeling plaats.
In Nederland hebben we een parlementaire democratie. Dat betekent dat we
volksvertegenwoordigers vragen om waarden en belangen af te wegen.
H1.2 Wat moet de overheid wel en niet doen?
Begrippen
Christelijke stroming: Politieke stroming binnen het confessionalisme. Christelijke waarden worden
binnen deze politieke stroming zo veel mogelijk vertaald in normen voor de samenleving.
Christendemocratie: Politieke stroming binnen het confessionalisme. Christendemocraten laten zich
bij het bedrijven van politiek inspireren door christelijke waarden.
Communisme: Politieke stroming binnen het socialisme. Communistische denkers streven naar een
klasseloze samenleving, waarin verschillen tussen arm en rijk zijn opgeheven.
Confessionalisme: Politieke ideologie die naastenliefde en gemeenschapszin centraal stelt. De
politieke stromingen die in Nederland tot het confessionalisme gerekend kunnen worden, gaan uit
van christelijke waarden.
Conservatief: Politieke dimensie die de nadruk legt op het behoud van traditionele waarden en
normen, met name ten aanzien van morele kwesties.
Ideologie: Een samenhangend geheel van voorstellingen en beginselen, waarmee een persoon of
groepering zijn positie en zijn beleid bepaalt en rechtvaardigt.
Klassiek liberalisme: Politieke stroming binnen het liberalisme. Klassiek liberale denkers pleiten voor
een minimalistische overheid. Zij gaan uit van negatieve vrijheid.
Kosmopolitisch: Politieke dimensie die de nadruk legt op de verbondenheid van Nederland met de
rest van de wereld.
Liberalisme: Politieke ideologie die de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid van het individu
centraal stelt en tegen een al te grote bemoeienis van de overheid is, met name op
sociaaleconomisch gebied.
Nationalistisch: Politieke dimensie die de nadruk legt op het beschermen van de Nederlandse
cultuur en samenleving tegen invloeden van buitenaf.
Progressief: Politieke dimensie die de nadruk legt op individuele keuzevrijheid, met name ten
aanzien van morele kwesties.
Sociaaldemocratie: Politieke stroming binnen het socialisme. Sociaaldemocratische denkers streven
naar gelijkheid en solidariteit. Zij streven naar een samenleving waarin economische groei aan allen
toekomt.
Sociaaleconomisch links: Politieke dimensie die de nadruk legt op een gelijkmatige
inkomensverdeling. De overheid heeft een herverdelende taak.
2
, Sociaaleconomisch rechts: Politieke dimensie die de nadruk legt op economische vrijheid en eigen
verantwoordelijkheid. Inkomensverschillen worden tot op zekere hoogte geaccepteerd. De rol van de
overheid is beperkt.
Sociaalliberalisme: Politieke stroming binnen het liberalisme. Sociaalliberale denkers gaan uit van
positieve vrijheid: zij zien de overheid als een groep burgers die ervoor zorgt dat individuen zich
kunnen ontwikkelen en ontplooien.
Socialisme: Politieke ideologie die gelijkheid en solidariteit centraal stelt. Socialisten merken op dat
de vrijemarkteconomie kan leiden tot onaanvaardbare economische ongelijkheid. De overheid heeft
de taak om welvaart te herverdelen.
Samenvatting
Letterlijk betekent ideologie de ‘leer’ van ‘de ideeën’. In Nederland bestaan traditioneel drie
ideologieën: Het liberalisme, het socialisme en het confessionalisme.
Liberalisme:
- Belangrijkste waarden: vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
- Mensen kunnen prima keuze maken, overheid moet de vrijheid niet in de weg zitten.
- Te hoge uitkeringen nemen het verantwoordelijkheidsgevoel weg. En verschillen in inkomen
is niet zo erg.
Er zijn twee verschillende politieke stromingen binnen het liberalisme
→ Klassiek liberalisme:
- Je bent vrij zonder bemoeienis van anderen → negatieve vrijheid
- Inbreuk op individuele rechten mag niet
→ Sociaalliberalisme:
- Je bent vrij met de mogelijkheid tot zelfontplooiing → positieve vrijheid
- Belastinginkomsten gebruiken voor voorzieningen (onderwijs, zorg)
Socialisme:
- Belangrijkste waarden: gelijkheid en solidariteit.
- Legt de nadruk op het beschermen van de zogenoemde ‘minderbedeelden’.
Er zijn twee verschillende politieke stromingen binnen het socialisme
→ Communisme:
- Streeft naar een klasseloze samenleving. Er zijn geen verschillen tussen arm en rijk.
- Productiemiddelen behoren aan de gemeenschap.
→ Sociaaldemocratie:
- Geen ingrijpende veranderingen in het politieke of economische systeem.
- Economische groei moet aan allen toekomen, ook arbeiders moeten profiteren.
Confessionalisme:
- Belangrijkste waarden: naastenliefde en gemeenschapszin.
- Het geloof voorop in het persoonlijke en maatschappelijke leven.
- Groeien op en leiden een leven binnen een netwerk (familie, vrienden)
Er zijn twee verschillende politieke stromingen binnen het confessionalisme
→ Christendemocratie:
- Hun handelen wordt geïnspireerd door de Bijbel.
→ Christelijk:
- De Bijbel is het uitgangspunt van hun (politieke) handelen.
- Christelijke waarden zoveel mogelijk vertaald in normen voor de samenleving.
De ideologische standpunten zijn tegenwoordig niet zo eenduidig meer.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Justin1303. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.