,Hoofdstuk 9 staatsrecht (via Hoofdlijnen Nederlands recht)
Wanneer spreken we van een staat?
- De aanwezigheid van een volksgemeenschap (natie)
- De volksgemeenschap bevindt zich op een afgegrensd gebied.
- Er is een orgaan dat de hoogste macht heeft.
Hoogste orgaan wordt ook wel het staatapparaat genoemd. Dit apparaat bezit soevereiniteit, dus de
macht naar binnen en naar buiten.
Montesqieu
Franse filosoof die drie machten onderscheidt:
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht
3. Rechterlijke macht.
Volgens Montesquieu moeten deze drie verschillende machten elkaar controleren en mag de macht
dus niet meer bij een kleine selecte groep van adelijken en geestelijken alleen liggen. Ook moeten de
machten gezamenlijk voorkomen dat een van de machten de bovenhand krijgt. E is dus sprake van
een horizontale spreiding.
Spreiding van de macht
Daarnaast is er sprake van decentralisatie. Er zijn lagere overheden die een deel van de macht
hebben meegekregen.
Territoriale spreiding Gemeente en provincies. Regelen hun eigen huishouding binnen een
bepaald gebied.
Functionele spreiding Hebben bevoegdheden gekregen voor een bepaald doel. Heeft geen
bepaalde grenzen.
Combinatie van territoriale spreiding en functionele spreiding heeft waterschap.
De staatsmacht berust dus niet alleen bij de centrale overheid, maar ook bij lagere overheden.
Nederland is een gedecentraliseerde staat, maar ook gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Eenheidsstaat:
- Bevoegdheden die in eerste instantie door lagere overheden worden uitgeoefend, kunnen altijd
door centrale overheid worden overgenomen.
- Hogere overheden oefenen controle uit op lagere overheden. De gemeente mag bijvoorbeeld geen
belastingen heffen zonder dat de provincie dit heeft goed gekeurd. Dit heeft preventieve toetsing.
- De Kroon heeft een spontante vernietigingsbevoegdheid. Dat wil zeggen dat de Kroon alle besluiten
die de gemeente of provincies nemen kan vernietigen.
(Spreiding in de vorm van decentralisatie wordt verticale spreiding genoemd.)
Organen van de centrale overheid
1. Staten-Generaal Bestaat uit de Eerste en Tweede kamer. Is hetzelfde als het parlement en is
democratisch gekozen.
Nederland is niet alleen een democratie, maar juist een parlementaire democratie. De centrale
macht ligt bij het parlement.
Democratie:
- Actief kiesrecht mogelijkheid om op anderen te stemmen
- Passief kiesrecht mogelijkheid dat mensen op jou kunnen stemmen
, 2. Tweede kamer Bestaat uit 150 leden. De leden worden om de 4 jaar gekozen.
Er zijn twee kiesstelsels:
1. Districtenstelsel:
- Worden kandidaten voor het parlement per district gekozen
- Bewoners meer binding met de kandidaat die wordt gekozen
-Niet altijd even eerlijk
2. Stelsels van evenredige vertegenwoordiging:
- Worden landelijk gekozen
- Gaat uit van een kiesdeler = totaal aantal uitgebrachte stemmen/ aantal verdelen zetels
- Is eerlijker, maar mensen hebben wel minder binding met een kandidaat/ politiek
3. Eerste kamer heten senatoren
- 75 zetels
- Om de 4 jaar gekozen: wij kiezen eerst de leden van de Provinciale Staten en vervolgens kiest de PS
de leden voor de Eerste kamer
4. Politieke partijen
- Juridisch gezien is een politieke partij een vereniging.
- Voor een bepaalde datum moeten de politieke partijen hun kandidatenlijsten indienen.
- Iemand kan ook via voorkeurstemmen in de Tweede kamer terecht komen.
- Een kamerlid neemt plaats in het parlement, dan beslist hij zonder last of ruggespraak van zijn
partij.
- Groep personen die in de Eerste of Tweede kamer zitten heten een fractie. Binnen elke fractie
wordt een fractievoorzitter aangewezen; meestal de lijsttrekker.
5. Regering
- Regering bestaat uit de Koning en de ministers.
- Kabinet bestaat ui de ministers en de staatssecretarissen.
6. Koning(in)
- Nederland is een monarchie, dus het staatshoofd wordt door middel van werving doorgegeven.
- De koning vervult een symbolische functie.
- Koning wijst de formateur of informateur aan.
7. Kabinet
- Bestaat uit alle ministers en staatssecretarissen
- Onder aanvoering van de minister-president
- Ministers vormen de ministerraad; die vergadert over het algemene regeringsbeleid. Gaan alleen de
minister naartoe.
- Demissionair kabinet Kabinet dat na de verkiezingen nog even standhoudt voordat er een nieuw
kabinet is gevormd. Ze mogen dan niet meer over ingewikkelde zaken beslissen.
- Na de verkiezingen wordt een informateur benoemd die de mogelijkheden bekijkt voor een nieuw
kabinet. Daarna wordt er een formateur gekozen die dit ook daadwerkelijk toepast.
- Hierna wordt er gezamenlijk met de formateur een nieuw regeerakkoord opgesteld.
- Vervolgens leest de minister-president een regeringsverklaring voor.
8. Minister
- Meestal verbonden met een departement (ministerie)
- Voorzitter ministerraad minister-president
- Minister zonder portefeuille heeft geen departement.
- Mark Rutte gaat over de algemene zaken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris-bouwhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.