100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting maatschappijwetenschappen vwo hoofdstuk 12: Politiek $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting maatschappijwetenschappen vwo hoofdstuk 12: Politiek

4 reviews
 265 views  2 purchases
  • Course
  • Level

Geschikte samenvatting voor het (school)examen voor VWO. Samenvatting van maatschappijwetenschappen hoofdstuk 12: Politiek, gemaakt aan de hand van het boek Seneca Maatschappijwetenschappen deel 3. Belangrijke begrippen zijn dikgedrukt in de samenvatting. Begrippen waarvan je de betekenis uit je ho...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 2 out of 9  pages

  • October 14, 2020
  • May 4, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

4  reviews

review-writer-avatar

By: 115967 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: vandermolenemma • 3 year ago

review-writer-avatar

By: janneschaafsma • 3 year ago

review-writer-avatar

By: maartjewieringa • 3 year ago

avatar-seller
Maatschappijwetenschappen hoofdstuk 12: Politiek
Op Prinsjesdag begint het nieuwe politieke jaar. Op deze dag leest onze koning de
Troonrede voor en de minister van Financiën presenteert de Miljoenennota. Alle plannen
voor het nieuwe politieke jaar worden bekend gemaakt.

Prinsjesdag is een politieke institutie. Het is een politieke institutie omdat er allerlei regels
over het gedrag van actoren bij Prinsjesdag horen. Een langdurig proces van staatsvorming
heeft er o.a. toe geleid dat ons staatshoofd de Troonrede voorleest. Na het voorlezen
kunnen politici op de Troonrede reageren. Dit zijn gedragsuitingen die volgens een vaste
volgorde verlopen. In de periode voor Prinsjesdag overleggen politieke partijen uit de
regering, werkgeverorganisaties en de vakbonden van werknemers. Deze groepen worden
betrokken bij de plannen van de regering, dit past weer bij de traditie van het poldermodel.
Het poldermodel is ook een politieke institutie. Het poldermodel houdt in dat werkgevers,
vakbonden en de overheid met elkaar aan tafel gaan zitten om te onderhandelen over
arbeidsvoorwaarden en lonen.

De Algemene Beschouwingen beginnen de dag na Prinsjesdag en zijn ook een politieke
institutie. Politici gaan dan in de Tweede Kamer debatteren over de plannen van het kabinet.
Onze politieke partijen hebben niet evenveel macht. Hoe meer zetels een partij heeft, hoe
meer macht ze heeft. Voor een grondwetswijziging heb je een grote meerderheid van de
partijen nodig die het ermee eens zijn. De meerderheid nodig hebben om een plan te
bereiken is ook een politieke institutie.

Alle partijen debatteren vanuit hun idee over hoe de ideale samenleving eruitziet, hun
ideologie. We hebben allemaal idealen en ideeën. Deze krijgen we via politieke socialisatie.
Dit lijkt op ‘gewone’ socialisatie maar bij politieke socialisatie draait het om besluitvorming,
om de politieke cultuur.

Dit heeft ook veel te maken met de dominante cultuur in de samenleving. De
cultuurdimensies van Hofstede maken je duidelijk hoe verschillende culturen precies van
elkaar verschillen:
 Grote machtsafstand vs. kleine machtsafstand.
 Individualistisch vs. collectivistisch.
 Lage onzekerheidsvermijding vs. hoge onzekerheidsvermijding.
 Langetermijngerichtheid vs. kortetermijngerichtheid.
 Masculien vs. feminien. Een samenleving is masculien als sekserollen tussen
mannen en vrouwen duidelijk gescheiden zijn en feminien wanneer deze elkaar
overlappen.

Subculturen wijken voor een deel af van de dominante cultuur. Door socialisatie maakt
iemand zich de cultuur van de samenleving eigen. Naast dat socialisatie een proces van
aanpassing van het individu aan de cultuur is, is het ook een proces van cultuurverwerving
waarbij iemand zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelt. Het individu kan voor een deel zelf
keuzes maken uit het aanbod van cultuurelementen.

Socialisatieprocessen verschillen per sociaal milieu waarin iemand opgroeit. Dit komt
doordat de ene klasse meer economisch, sociaal of cultureel kapitaal heeft.
Maatschappelijke posities worden ook voor een deel bepaald door het land/de regio waar je
woont of vandaan komt, je taalgroep, generatie, opleiding of sekse.

Op den duur internaliseren mensen de waarden, normen, gedragingen en opvattingen. Het
aanleren en verwerven van de cultuur waarin men geboren wordt enculturatie genoemd,
daarnaast heb je ook acculturatie.

, De sociale omgeving waarin iemand opgroeit, heeft ook invloed op de opvattingen die
iemand door politieke socialisatie ontwikkelt over de maatschappij en politiek. Mensen
passen zich in meer of mindere mate aan die sociale omgeving aan.

Het politiek systeem draagt bij aan politieke socialisatie van burgers. Dit systeem is de
parlementaire democratie in Nederland (in een ander land, een ander systeem). In dit
systeem worden waarden en normen overgedragen zoals compromissen sluiten,
samenwerken en belangenafweging. Politieke socialisatie draagt ook bij aan het
voortbestaan van een politiek systeem.

Vanuit het functionalismeparadigma wordt vooral het voortbestaan van de (politieke) cultuur
bestudeerd. Men is geïnteresseerd in hoe waarden, normen, opvattingen en
gedragspatronen worden verworven. Identiteit is een product van de samenleving. Voor de
samenleving als geheel en voor het politieke systeem is (politieke) socialisatie het middel om
de (politieke) cultuur over te dragen en te laten voortbestaan.

Het conflictparadigma legt de nadruk op hoe (politieke) socialisatie betekenis geeft aan
sociale ongelijkheid in de samenleving. Ze kijkt naar de ongelijke verdeling van
maatschappelijke posities en de ongelijke deelname aan politieke besluitvorming.

Vanuit het sociaalconstructivismeparadigma wordt vanuit het individu geredeneerd. In het
proces van continue kennisoverdracht en betekenisconstructie doen mensen allerlei
ervaringen op en bouwen een identiteit op die aan de mensen een beeld geeft wie zij zijn.

Het rationele-actor-paradigma doet weinig tot geen onderzoek naar socialisatie.

Als een politiek regime geaccepteerd wordt door de bevolking, noem je dat een legitiem
politiek systeem. Vaak denk je dan aan een democratie, maar zelfs een dictatuur kan lange
tijd stabiel blijven. Ook als maar een klein deel van de bevolking het politiek systeem
accepteert, heeft het politiek systeem toch het geweldsmonopolie. De legitimiteit van een
politiek systeem versterkt de politieke bindingen van burgers met het systeem. Maar doordat
burgers politieke bindingen hebben met het systeem, krijgt dat systeem ook weer legitimiteit.
Dit zie je goed bij een parlementaire democratie. Als groepsvorming leidt tot representatie
van een groep in het parlement, bevordert dat de bindingen van burgers met de
parlementaire democratie en de legitimiteit van het systeem. De democratische spelregels
worden in Nederland door de meeste kiezers geaccepteerd omdat het zo makkelijk is een
nieuwe politieke partij op te richten die representatief kan zijn voor de kiezers die ontevreden
zijn met de andere partijen.
Als het vertrouwen in de rechtspraak daalt, gaat dat ten koste van de bindingen van de
burgers met de democratische rechtsstaat en de legitimiteit van de rechtspraak.

Nederland is een democratie, het volk is officieel de baas (volkssoevereiniteit).
Om dit te organiseren zijn er verkiezingen zodat een kleine groep afgevaardigden het volk
vertegenwoordigt (representatie).
Een grootschalige democratie moet aan zes politieke eisen voldoen:
1. Gekozen volksvertegenwoordigers die de regering controleren.
2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen.
3. Vrijheid van meningsuiting.
4. Toegang tot meerdere onafhankelijke informatiebronnen, geen censuur of een
monopolie voor staatsmedia.
5. Vrijheid van vereniging.
6. Inclusief burgerschap: alle volwassenen hebben dezelfde rechten.

Als burgers zich door politici niet gehoord voelen, spreken we vaak van een ‘kloof tussen
burger en politiek’. Er is dan een probleem met de politieke cohesie. Politieke cohesie duidt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosiework. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24  2x  sold
  • (4)
  Add to cart