Wat zijn 3 belangrijke thema's in de ontwikkelingspsychopathologie?
Answer: - Vroeger en nu
- Dynamisch gezichtspunt
- Uniek individu met unieke ervaringen
2.
Wat doet een risicofactor?
Answer: Het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind en vergroot de kans op een stoornis.
3.
Stelling: een beschermende factor is alleen van kracht in een riskante situatie?
Answer: Juist
4.
Stelling: classificatie is een persoon herkennen, er een naam aan geven en indelen in een categorie.
Answer: Juist
5.
Stelling: Zero to Three is een classificatiesysteem gericht op de stoornissen autisme, ADHD en ODD/CD.
Answer: Onjuist, het is een classificatiesysteem gericht op de ontwikkeling van kinderen tot 3 jaar.
6.
Stelling: Bij een categoriale indeling gaat men uit van de mate waarin een stoornis voorkomt.
Answer: Onjuist, dat is dimensioneel.
7.
Stelling: jongeren zijn tijdens de vroege adolescentie erg gevoelig voor het ontwikkelen van stoornissen.
Answer: Juist
8.
Stelling: de bio-ecologische systeemtheorie gaat ervan uit dat meerdere factoren gedrag beïnvloeden. Dit zijn sociale, biologische en cognitieve.
Answer: Onjuist, het zijn biologische, sociale en psychologische.
9.
Stelling: de theorie over ontwikkelingsopgaven zegt dat een kind in zijn ontwikkeling altijd een even grote kans heeft op het ontwikkelen van een stoornis.
Answer: Onjuist, op sommige momenten is dit meer.
10.
Stelling: theorie over ontwikkelingsopgaven. De ontwikkelingsopgaven van een kind veranderen door ingrijpende gebeurtenissen.
Answer: Juist.
Content preview
Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen.
Externaliserende stoornissen.
H1. Introductie.
Perspectief ontwikkelingspsychopathologie: de wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe
psychische stoornissen ontstaan en zich ontwikkelen.
Psychiatrie: medische discipline die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling van
psychische stoornissen.
Normaal is een tijd- en plaatsgebonden begrip.
3 belangrijke thema’s ontwikkelingspsychopathologie:
1 vroeger en nu: gedrag wordt in de loop van een leven complexer. Hoe ouder kinderen worden, hoe
meer vaardigheden ze gaan beheersen. Bij veranderen van gedrag spelen actuele verwachtingen,
gestelde eisen en vroegere ervaringen een rol. Herinneringen beïnvloeden de waardering van
bepaalde ervaringen, maar dit is ook andersom zo.
2 dynamisch gezichtspunt: psychische stoornis is in bepaalde situaties/omstandigheden minder
heftig dan in andere. Gedrag dat op een bepaalde leeftijd normaal is, kan op een andere leeftijd
abnormaal zijn.
3 uniek individu met unieke ervaringen: factoren die ontstaan en beloop van gedrag beïnvloeden:
kindgebonden factoren (kenmerken individu), ouder- en gezinsgebonden factoren (kenmerken gezin,
ouders) , maatschappij- en omgevingsgebonden factoren (media, welvaart, normen/waarden).
Cultuur heeft op twee manieren invloed op psychopathologie: omstandigheden kunnen de kans
vergroten/verkleinen dat kinderen zich op een bepaalde manier gedragen & normen/waarden
kunnen de opvattingen van volwassenen over het gedrag van kinderen beïnvloeden.
Risicofactor: heeft negatieve invloed op ontwikkeling van een kind, vergroot kans op stoornis.
Beschermende factor: helpt in een riskante situatie. Negatieve effect van situatie wordt weggehaald.
Inventarisatie van beide soorten factoren is belangrijk voor preventie. Wanneer je dit weet, kun je de
invloed van risicofactoren verkleinen. De factoren kunnen biologisch zijn, maar ook te maken hebben
met omgeving. Genetische risicofactoren hoeven niet altijd te leiden tot problematisch gedrag dat
hangt af van de aanwezigheid van risicofactoren in de omgeving.
, H2. Classificatie, diagnostiek en epidemiologie.
Classificatiesystemen worden gebruikt om gedragingen van kinderen te beschrijven, te
onderscheiden en in te delen in categorieën. Deze categorieën kunnen verbonden worden met
psychische stoornissen.
Epidemiologisch onderzoek: hoeveel kinderen hebben de stoornis? Onderzoeken ook samenhang
tussen stoornis en specifieke factoren.
Classificatie is een persoon herkennen, er een naam aan geven, en indelen in een categorie.
Interpretatie is vaak cultuurgebonden. Bij psychische aandoeningen is het lastiger om een
classificatiesysteem te maken/gebruiken, omdat er geen duidelijke oorzaken gevonden zijn voor de
aandoeningen en culturele en persoonlijke opvattingen een grote rol spelen bij de beoordeling van
gedrag. Classificatie kan een eerste aanzet zijn voor behandeling.
Kraepelin wordt gezien als grondlegger van het moderne classificatiesysteem. Vervolgens kwam de
DSM-I uit. Deze baseerde zich vooral op psychoanalytische theorieën. Bij de DSM-III werd er pas
gekeken naar waarneembare kenmerken. Een groep waarneembare gedragssymptomen worden
gekoppeld aan een psychische stoornis. Dat gebeurt bij de DSM. Symptomen beschrijven de stoornis.
Bijvoorbeeld: ADHD is een beschrijving van gedrag. Ook wordt in de DSM beschreven in welke mate,
welk aantal en op welk termijn de symptomen aanwezig moeten zijn voordat er gesproken wordt
over een stoornis. Hoe meer symptomen hoe ernstiger de stoornis is. Stoornissen kunnen
afhankelijk van iemands leeftijd anders tot uiting komen. Mensen hebben vaak meer dan één
stoornis tegelijk (comorbiditeit). De DSM houdt onvoldoende rekening met de ontwikkelingscontext
waarin een stoornis kan ontstaan. Ook wordt er te weinig rekening gehouden met de culturele
context.
Zero to Three is een classificatiesysteem dat speciaal ontwikkeld op het gebrek aan aandacht voor de
ontwikkeling van kinderen tot 3 jaar te compenseren.
Categoriale indeling: wel/niet
Dimensionele indeling: mate waarin, meest gebruikt is CBCL.
Een diagnose is een aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat hulpverleners zien bij een kind.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende theorieën: biopsychosociale model, model van
risicofactoren en beschermende factoren en inzichten uit andere stromingen die relevant zijn voor
een specifiek probleem. Een diagnose is nodig om toegespitste hulpverlening aan te kunnen bieden.
Het vaststellen van invloeden van het gezin op de problemen van een kind is heel belangrijk. De
ontwikkeling wordt namelijk veel beïnvloedt door het functioneren van het gezin. Dit geldt ook
andersom. Met name tijdens de vroege adolescentie (11-13 jaar) is de kans op psychische problemen
groter.
Vier diagnostische methoden:
1 Diagnostisch gesprek: belangrijkste instrument. Gaat hierbij om 3 dingen: luisteren, vragen stellen
en observeren. Juiste houding is van cruciaal belang. Een diagnostisch hulpverleningsproces begint
met een anamnese (intakegesprek).
2 Observeren: is doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen. Observeren gebeurt ook in
instellingen.
3 Psychodiagnostiek: vragenlijsten, testen en beoordelingsschalen. Functietesten, zelf-invullijsten,
projectieve testen.
4 Lichamelijk onderzoek: wordt gedaan door een arts.
Betrouwbaarheid: 2 verschillende onafhankelijke onderzoekers komen tot dezelfde resultaten bij
dezelfde individu (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid).
Valide: de uitspraken zijn geldig/waar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Meurl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.