100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitleg stof Business Models $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting Uitleg stof Business Models

 31 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de stof die je moet leren per toetsvraag

Preview 3 out of 14  pages

  • Unknown
  • October 15, 2020
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Les 1.2 Business Canvas
Model
Toets
Onderbouw wat je vindt met bronnen
Bestaat uit 9 vragen
Vragen 1 en 2 worden gegeven
Vragen 3 t/m 9 moet je beantwoorden
Toets bestaat uit Analyse (1 t/m 4) , Advies (5 t/m 7), Management (8 en 9)

Toetsvraag 1:
Maak het businessmodel van de organisatie visueel met behulp van het bijgevoegde
canvasmodel
Beredeneer hoe de overige bouwstenen passen

Business Canvas Model
Een tool om op een gestructureerde en
gemakkelijke manier naar je bedrijf te kijken en je
bedrijf in kaart te brengen. Zo kan je kijken hoe je
vandaag de dag waarde toevoegt.

Het model beschrijft aan de hand van 9
bouwstenen hoe je met je bedrijf waarde
toevoegt. Verbanden tussen de bouwstenen
weergeven. Deze blokken geven het succes van
jou bedrijf weer.

Wat is er gaande?: intern en extern naar het
business model kijken

Value Proposition: Hoe onderscheid je je in dit
business model? Welke waarde wil je creëren?
De reden dat klanten het ene bedrijf boven het
andere verkiezen. De USP’s van het bedrijf. Zij lost
een klantprobleem op of voorziet in een behoefte.
Je haalt dit uit de missie en visie van de
organisatie. Waarom bestaat jouw bedrijf op deze aarde en waarom moet de klant naar jou bedrijf
en niet naar de concurrent

Rechterkant is klant en marktgericht (extern)
1. Customer Segments: Voor welke klant je waarde creëert. Welke specifieke klanten bedien je?
2. Channels: Hoe zorg je ervoor dat je producten en diensten bij je klant terecht komen. Wat is je
communicatie en distributie strategie?
3. Customer Relationships: Hoe ga je de relatie met je klant onderhouden?

Linkerkant is operations (intern)
4. Key activities: Wat moet je doen om die waarde te kunnen creëren?
5. Key resources: Als je de activiteit wilt uitvoeren moet dit ondersteunt worden, wat heb je nodig?
6. Key partners: De partners die je echt nodig hebt om je waarde propositie te kunnen leveren.
Onderdelen uitbesteden

Onderkant is financieel
7. Cost structure: kosten
8. Revenue Streams: Opbrengsten

Door operations en nieuwe ontwikkelingen kun je gerichter je marketing toepassen. Als het bedrijf
weet wat voor verwachtingen en behoeften hebben kunnen zij de waarde propositie bepalen.
Je kant je richten op de markt en klant segmenten of eerst de waarde propositie bepalen.
Je waarde propositie kan op twee manieren
 Kwantitatief (prijs, snelheid of service)
 Kwalitatief (ontwerp product of dienst)
Waarde propositie vanuit de organisatie:
- Toegevoegde waarde die de organisatie op de markt heeft
- Producten / diensten (het aanbod) die organisatie aanbiedt

1. Klantsegmenten (Customer segments)
Verschillende groepen mensen of organisaties die de onderneming wil bereiken

,  Massamarkt: geen onderscheid tussen verschillende klantsegmenten. Focussen op één
grote groep klanten die vergelijkbare behoeften en problemen hebben  Bol.com
 Nichemarkt: de waarde propositie wordt gespecialiseerd om aan de eisen van een klein
aantal aanbieders te voldoen. Een specifiek product of dienst  Automarkt
 Gesegmenteerd: Er worden meerdere waarde proposities ontwikkeld voor verschillende
klantsegmenten, om beter op de behoeften en problemen in te spelen. Veel banken
segmenteren hun klanten vaak op basis van het spaarbedrag  een specifieke doelgroep
(60 plussers)
 Gediversifieerd: 1 organisatie die 2 verschillende types van businessmodellen draaien, de
bedrijven hebben los van elkaar ook bestaansrecht. De focus ligt op klantsegmenten met
totaal verschillende wensen, behoeften en problemen. Amazon besloot bijvoorbeeld om
naast de retail activiteiten ook een cloud computing dienst op te zetten, waarbij de servers
konden worden gebruikt door zakelijke klanten.
 Multi-sided platforms: een platform waar je een partij hebt die iets aanbiedt en een partij
die iets afneemt. Bijvoorbeeld marktplaats of creditcard bedrijven, 2 kanten de markt op.
Bedrijven betalen en de mensen die een creditcard hebben. Kan ook Bol.com zijn,
leveranciers die producten aanbieden en klanten die het afnemen.

2. Klantkanalen (Customer channels)
Hoe een bedrijf met zijn klantsegmenten communiceert en hoe het bedrijf deze klantsegmenten
bereikt om de waarde propositie te leveren. Communicatie-, distributie- en verkoopkanalen vormen
de basis voor het contact tussen een organisatie en haar klanten. De kanalen zijn de
klantcontactpunten en spelen een belangrijke rol in de klantervaring.

Direct: wanneer het bedrijf hier zelf invloed op heeft. Indirect: het bedrijf heeft er zelf geen invloed
op. Voorbeelden: Direct: email, telefoon, website, eigen applicatie, personeel, accountmanagers,
reclame, social media, verkoop via eigen website, sales & marketing. Indirect: social media
(wanneer anderen over jouw bedrijf schrijven), bezorging, verkoop via website derden
(hotelspecials.nl, booking.com, ticketmaster).

3. Klantrelaties (Customer relationship)
Organisaties moeten duidelijk voor ogen hebben welk relatie ze aan willen gaan met ieder
klantsegment. Relaties kunnen verschillen vormen aan nemen, zowel persoonlijk als
geautomatiseerd
 Persoonlijke hulp: een eenmalige band met een medewerker van de organisatie
 Toegewezen persoonlijke hulp: een medewerker wordt specifiek toegewezen aan een klant
 Selfservice: geen directe relatie met klanten, biedt noodzakelijke middelen aan klanten om
zichzelf te helpen
 Geautomatiseerde diensten: Geautomatiseerde diensten kunnen individuele klanten en hun
kenmerken herkennen, en bieden informatie die samenhangt met orders of transacties
 Communities: Veel bedrijven onderhouden online-communities waarin gebruikers kennis
kunnen uitwisselen en elkaars problemen kunnen oplossen. Communities kunnen bedrijven
ook helpen hun klanten beter te begrijpen
 Cocreatie: Samen met anderen (voetbalshirts). steeds meer bedrijven gaan verder dan de
traditionele klant-verkoperrelaties om samen met klanten waarde te creëren. Amazon.com
nodigt klanten uit om recensies te schrijven en zodoende waarde te creëren voor andere
boekliefhebbers. Sommige bedrijven schakelen klanten in om te helpen nieuwe en
innovatieve producten te ontwikkelen. Andere, zoals YouTube.com, vragen klanten content
te creëren voor openbaar gebruik.

Hoe heeft een organisatie dit op poten gezet? Hoe is de relatie met de klant en hoe hebben ze dat
georganiseerd? Doen ze dit samen of alleen of online?

4. Kernactiviteiten (Key activities)
Beschrijf de belangrijkste dingen die een bedrijf moet doen om te zorgen dat het businessmodel
werkt. Alles wat je belooft bij waarde propositie moet je in de activiteiten ook waarmaken.
- Primaire processen (les geven)
- Secundaire processen (hulpmiddelen, gebouwen)
- Bestuurlijke processen (management)
Voorbeeld Duinrell: Website onderhouden. Sales & Marketing. Attracties draaiende houden. F&B in
park. Vakantiepark onderhouden. Zwembad schoon-/onderhouden. Zorgen voor groene omgeving

5. Key partners
Alle onvervangbare partners die meehelpen om de belofte waar te maken. Bijv. omdat alles zelf
doen niet haalbaar is of omdat je de kennis niet bezit  Philips maakt het apparaat en D.E de
koffie.

, 6. Key resources
De belangrijkste middelen die nodig zijn om te zorgen dat het businessmodel werkt. Welke
middelen zet je in om de belofte waar te maken. Dit kan fysiek zijn, maar ook bijv. kennis
overdragen of intellectueel of patenten en het gaat ook over imago. Bijv. Je moet voor extra nazorg
meer personeel inzetten.  Gebouwen, software etc. alles wat ondersteunt
Voorbeelden: Bol.com: ICT middelen. Gebouwen. Personeel. Leveranciers. Klantbestanden. Kennis.
Duinrell: Personeel. Leveranciers. Imago. Klantenbestand. Park (grond). Huisjes. Zwembad.

7. Inkomstenstructuur
Prijsbepaling kijk je naar de markt: vraag en aanbod

Inkomstenstromen:
- Goederen verkoop (ticketverkoop, huisjesverhuur, kamer verkopen, f&b verkopen)
- Provisie / courtage (wordt vaak al verwerkt in een prijs)
- Gebruikersfee (ov-fiets)
- Abonnemnetsgelden
- Uitlenen, lease, huren
- Licentieverlening (softwarepakket)
- Reclame
2 hoofdtypen prijszettingsmechanismen: (benoem dit ook bij het bedrijf)
- Vaste prijszetting (statisch)
- Dynamische prijszetting

8. Kostenstructuur
Kosten structuren kunnen volgende kenmerken hebben
- Vaste kosten: Kosten zijn er altijd
- Variabele kosten: Afhankelijk van het aantal verkocht
- Schaalvoordelen
- Scopevoordelen

Voorbeelden: Vast: personeelskosten, afschrijvingskosten, marketing & sales,
duurzaamheidsactiviteiten, activiteiten om certifcaten te behalen/ behouden, onderhoudskosten
park, schoonmaakkosten Variabel: verzendkosten, (F&B) inkoopkosten, personeelskosten,
schoonmaakkosten, commissies.

Waarom is een klant bereid om extra te betalen?
 Begint altijd bij de basiswaarde
Starbucks: waarom betalen we daar meer voor?  persoonlijkheid, wifi, zitruimte

Les 2.1 Business
Patronen
Toetsvraag 3:
Benoem 2 relevante patronen en onderbouw de mate van benutting van deze patronen.

Definitie Patronen  Businessmodellen die dezelfde rangschikking, gedraging of kenmerken van
bouwstenen hebben.

Waarom patronen?
Doel is om standaardindelingen van businessmodellen direct te herkennen
• Branches hebben vaak dezelfde patronen
• Kijk altijd naar eigen specifieke kenmerken
• Geeft inzicht in ‘verdienmodel’ van een bedrijf

Er zijn vijf soorten patronen:
1. Ontbundelde onderneming
2. Long Tail
3. Multisided platform
4. Free
5. Open

Patroon 1: Ontbundelde onderneming
Min of meer dezelfde inrichting van bouwstenen. Bijna elk bedrijf is een ontbundelde onderneming.
Het model richt zich vaak specifiek op één onderdeel van het model. Er zijn drie types ontbundeld:
Businessmodellen die focussen op: (Treacy en Wiersema)
1. Lage kosten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dcomodini. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  2x  sold
  • (0)
  Add to cart