100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuur samenvatting Materieel Strafrecht $5.35   Add to cart

Summary

Literatuur samenvatting Materieel Strafrecht

 90 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle voorgeschreven literatuur voor materieel strafrecht, behalve de verplichte arresten. Sommige van de verplichte arresten zijn er wel in verwerkt omdat deze ook genoemd worden in de literatuur. 2.4 is extra daarom is deze passage in het rood weergegeven

Last document update: 4 year ago

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Voorgeschreven stukken
  • October 16, 2020
  • October 18, 2020
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Materieel Strafrecht

Week 1 Inleiding bijzondere delicten

De Hullu- Materieel Strafrecht
II. Strafwetgeving. 2.3 Bijzondere delicten en rechtsgoederen
Het Wetboek van Strafrecht is onderverdeeld in verschillende ‘titels’ waaruit het wetboek is
opgebouwd en waarin groepen bijzondere delicten bijeen zijn gebracht. In de titels worden
rechtsbelangen/ rechtsgoederen onder woorden gebracht die strafrechtelijke bescherming
verdienen. Wat is de functie van de indeling van delicten in verschillende rubrieken en van
het rechtsgoed?
1. Legitimeringsfunctie, de erkenning van iets als een rechtsgoed is dus een reden om
iets strafbaar te stellen en daarmee tevens de legitimatie van de strafbaarstelling.
2. Groeperingsfunctie, met de indeling in titels wordt een zekere ordening aangebracht
in het ondoorzichtige woud van bijzondere delicten.
3. Interpretatieve functie, de titel kan enige richting geven aan interpretatie van de
delictsomschrijving. Al is de indeling toch weinig dwingend.

2.4 Misdrijven en overtredingen
Er zijn nog verschillende andere indelingen in typen delicten die worden onderscheiden. De
werking en invulling van algemene leerstukken kunnen verschillen per type delict, en daarom
verdienen ook die indelingen aandacht. In de eerste plaats is het gebruikelijk om strafbare
feiten in twee of drie categorieën onder te verdelen, waarbij in essentie tussen ernstige en
minder ernstige strafbare feiten wordt onderscheiden. Dat hangt vaak samen met een
eenvoudiger en doelmatiger processuele afdoening bij afnemende zwaarte van het strafbare
feit. Of een strafbaar feit een misdrijf of een overtreding is hangt af van de ernst van het
strafbare feit. Ernstigere strafbare feiten, worden als misdrijven aangemerkt. Minder ernstige
strafbare feiten worden als overtreding aangemerkt. De maatstaf van de ernst van het feit
geeft bovendien een bevredigende verklaring voor de meeste materieelrechtelijke en
procesrechtelijke verschillen tussen misdrijven en overtredingen. Ook de hoofdregel dat opzet
of schuld slechts bij een misdrijf als bestanddeel is opgenomen, past in dit beeld. De wetgever
dient een bewuste keuze te maken of een strafbaar feit een overtreding of een misdrijf
oplevert. Voor de commune strafbare feiten gaat het om plaatsing in boek II (misdrijven) of
boek III (overtredingen). Bij bijzondere wetgeving is vaak een aparte kwalificerende bepaling
te vinden waarin wordt aangegeven welke delicten als misdrijf of als overtreding worden
aangemerkt.

2.5 Krenkings- en gevaarzettingsdelicten
Bij krenkingsdelicten wordt er strafrechtelijk gereageerd op de daadwerkelijke schending of
krenking van een rechtsgoed. Hier is het kwaad al geschied, het leed al veroorzaakt en de
strafrechtelijke reactie richt zich hierop (vergelding). Bij gevaarzettingsdelicten wordt de
bedreiging van een rechtsgoed, het gevaar voor een krenking strafbaar gesteld. Of het gevaar
zich heeft verwezenlijkt is voor de vervulling van de delictsomschrijving niet van belang. Bij
gevaarzettingsdelicten wordt een onderscheid gemaakt tussen abstracte en tussen concrete
gevaarzettingsdelicten. Indien er sprake is van een abstract gevaarzettingsdelict is het niet
relevant of dat gevaar reëel is geweest. Hier wordt een gedraging strafbaar gesteld die in
algemene, niet nader gespecificeerde zin gevaar kan opleveren. Bij een concreet
gevaarzettingsdelict wordt in de delictsomschrijving vereist dat daadwerkelijk gevaar is
ontstaan. Het onderscheid tussen krenkings- en gevaarzettingsdelicten is niet scherp en hangt
sterk samen met hoe men de betrokken rechtsgoederen omschrijft.

1

,2.6 Formele en materiele delicten
Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen formele en materiele delicten. Bij een formeel
delict is een bepaalde gedraging, een bepaalde inbreuk op een rechtsgoed, strafbaar gesteld.
Bij een materieel delict wordt het veroorzaken van het gevolg strafbaar gesteld. De wijze van
veroorzaken van het gevolg is irrelevant. Abstracte gevaarzettingsdelicten zijn vooral formeel,
terwijl concrete gevaarzettingsdelicten al materiëler zijn. De materieelrechtelijke relevantie
van het onderscheid komt bij diverse leerstukken naar voren, zoals bij poging, causaliteit en
de verjaring.

II 2.11 Aflopende en voortdurende delicten
De meeste strafbare feiten vinden plaats binnen een overzichtelijk tijdsbestek, zijn op een
gegeven moment voltooid en daarmee ook afgelopen. Maar sommige strafbare feiten zijn als
voortdurende delicten vormgegeven, de strafbaarstelling van een verboden toestand. In
bijzondere strafwetgeving komt vaak het type delict voor waarbij men binnen een bepaalde
termijn aan een verplichting moet voldoen. Als men in gebreke is en blijft, is er sprake van
een voortdurend delict. ‘Datzelfde’ delict kan worden begaan op verschillende tijdstippen,
waarop men steeds in gebreke is om aan dezelfde verplichting te voldoen. Van de
voortdurende delicten kunnen enigszins worden onderscheiden voortgezette delicten
(waarbij strafbaarheid naar verloop van tijd ontstaat, zoals bij een gewoontedelict).

V6 Het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid, 6.1 plaatsbepaling
Doordat wederrechtelijkheid als ‘element’ is aanvaard, rijst met toenemende mate de vraag of
er behoefte is aan nieuwe rechtvaardigingsgronden. In beginsel wordt deze
wederrechtelijkheid in de verschillende bestanddelen van de delictsomschrijving uitgedrukt.
Bijzondere gevallen van het desondanks ontbreken van wederrechtelijkheid kunnen in
strafuitsluitingsgronden worden verwerkt. Maar voorzien de klassieke uitsluitingsgronden
daarin of bestaan er leemte? In dit verband is het Veearts-arrest uit 1933 een beroemde
beslissing. Hierin wordt eenmalig de strafuitsluitingsgrond ‘ontbreken van materiële
wederrechtelijkheid erkend. Verder is dit arrest van belang omdat hiermee het fundament
wordt versterkt voor de aansprakelijkheidsvoorwaarde dat er wederrechtelijk gedrag moet zijn
geweest. Ook benadrukt het samen met het Melk en water-arrest het open karakter van het
systeem van strafuitsluitings- en rechtvaardigingsgronden.

6.2 Een algemene exceptie
In de overwegingen van de Hoge Raad kan men de aanvaarding van algemene ongeschreven
rechtvaardigingsgrond lezen – ‘het ontbreken van de materiele wederrechtelijkheid’. Bij de
formele wederrechtelijkheid gaat het dan vooral om het vervullen van de delictsomschrijving
(wederwettelijk). Ondanks zulke wederwettelijkheid zou in bijzondere gevallen toch materiele
wederrechtelijkheid ontbreken waardoor aansprakelijkheid is uitgesloten. Het beroep op
ontbreken van materiële wederrechtelijkheid heeft zich ontwikkeld tot een verweer dat vaak
wordt gevoerd, maar eigenlijk altijd afgewezen. Bij de toetsing van een beroep op het
ontbreken van materiële wederrechtelijkheid komen verschillende regulerende beginsel van
strafuitsluitingsgronden terug. In het bijzonder de subsidiariteit is doorgaans een struikelblok:
er staan andere wegen dan het gepleegde strafbare feit open en de ingeslagen weg is in ieder
geval door de wetgever niet toelaatbaar geacht. Positiefrechtelijk gezien speelt de algemene
exceptie van ontbreken van materiële wederrechtelijkheid niet echt een rol belangrijke rol. Dit
komt vooral omdat overmacht (noodtoestand) in wezen dezelfde functie vervult en kan
vervullen. Ook is het zo dat dergelijke vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid vaak lastig

2

,te aanvaarden zijn, zeker wanneer er sprake is van een andere rechtspolitieke opvattingen.
Wanneer de rechter hier openingen zou bieden, dreigt ook voor hemzelf een verstoring van
een juiste verhouding met de wetgever.

6.3 Concretisering van de wederrechtelijkheid in delictsinterpretatie en bijzondere
excepties
Rechtvaardigende omstandigheden kunnen buiten de weg van noodtoestand ook tot hun recht
komen door de interpretatie van de delictsomschrijving en door bijzondere ongeschreven
rechtvaardigingsgronden. Zo staat toestemming van het slachtoffer vaak in de weg aan
aansprakelijkheid. Het zich gedragen zonder toestemming is dan de kern van het
strafrechtelijke verwijt; met instemming wordt het strafrechtelijk gezien een onschuldige
handeling. Voorbeeld hiervan zijn zedendelicten. Het kan ook zo zijn dan instemming
strafvermindering werkt (293 en 296 Sr). Soms werkt instemming meer als een bijzondere
ongeschreven rechtvaardigende exceptie. Zoals bij de ‘sportieve’ mishandeling die door de
vrijwillige deelname aan de sportbeoefening – binnen bepaalde grenzen zoals proportionaliteit
en spelregels- niet strafbaar is. Er is strafrechtelijk gezien geen sprake van een ‘misse’
handeling. Bij mishandeling en doodslag in de medische sfeer, overheerst naast instemming
met de behandeling vooral het rechtvaardigende karakter van een verantwoorde, naar de
regels van de kunst uitgevoerde beroepsuitoefening. De rechtvaardiging vervalt bij
onprofessioneel handelen. Soms is deze medische exceptie door de strafwetgever tot op
zekere hoogte gereguleerd zoals bij abortus en euthanasie, maar meestal is dit aan de
beroepsethiek overgelaten.

6.4 Heeft de algemene exceptie een zelfstandige, toegevoegde waarde?
In verband met het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid kan het best worden
gesproken over een groep bijzondere, voor een bepaald type delict geldende excepties.
Gemeenschappelijk is dat gedrag naar algemeen aanvaarde professionele of maatschappelijke
normen toelaatbaar of juist wordt geacht. Culturele verschillen kunnen daarin tot op zekere
hoogte worden verwerkt, maar niet elk cultureel gedragen tuchtigingsrecht of gebruik is
relevant. Het gaat erom dat er sprake is van breed gedragen maatschappelijke acceptatie.
Processueel gezien is de overeenkomst tussen de verschillende uitzonderingen minder
duidelijk. Soms levert staat het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid in de weg aan
het bewijs van een bepaald bestanddeel, maar het kan ook een strafuitsluitingsgrond
opleveren. Die processuele variatie is materieelrechtelijk geen probleem. Het ontbreken van
de materiële wederrechtelijkheid als exceptie lijkt dus geen aanwijsbare betekenis te hebben.
Immers wordt er meestal een specifieke oplossing per delict soort getroffen.

A.J.M. Machielse, herziening van het stelsel van strafuitsluitingsgronden
In dit stuk uit 1994 voorspeld Machielse dat de nieuwe door de Hoge Raad ‘erkende’
ongeschreven strafuitsluitingsgronden (avas, noodtoestand en ontbreken van de materiële
wederrechtelijkheid) in de toekomst van groot belang zullen gaan worden.

Er dient sprake te zijn van formele wederrechtelijkheid: de inhoud van de
delictsomschrijving dient vervuld te zijn door de menselijke gedraging. Er moet materiële
wederrechtelijkheid zijn: het gedrag moet in concreto verboden zijn. Ook moet er schuld in
de zin van verwijtbaarheid zijn. De formele wederrechtelijkheid is een voorloper van de
materiële wederrechtelijkheid. tussen beide bestaat een verhouding van regel tot uitzondering.
Wanneer de formele wederrechtelijkheid gerealiseerd is, kan in uitzonderingsgevallen de
materiële wederrechtelijkheid ontbreken.


3

, De verhouding tussen regel (delictsinhoud) en uitzondering (strafuitsluitingsgrond) is
voortdurend aan wijzigingen onderhevig. De grens wat sociaal-ethisch wel of niet geoorloofd
is, is erg dynamisch. De wetgever is niet in staat om hier steeds een nieuwe grens te trekken,
dit wordt aan de rechter overgelaten.

In het klassieke strafrecht is het rechtsbelang dat achter de delictsomschrijvingen steekt veelal
voldoende duidelijk. In het ordeningsstrafrecht gaat het veelal om abstracte
gevaarzettingsdelicten en is het beschermde belang achter de delictsinhoud vaak vaag en
uiteenlopend. Technische aspecten bepalen de juridische normering, er is hier veel minder
ruimte voor creatieve interpretatie van delictsbestanddelen door de rechter. De ordende
wetgeving biedt dan ook geen absolute bescherming van het rechtsgoed. Door het technische
karakter van de wetgeving komt de rechter niet de ruimte toe om zodanig ‘creatief te
interpreteren’ dat de gedragingen het achterliggende rechtsgoed juist dienen. De norm wordt
hier over de band van de strafuitsluitingsgrond nader bepaald. Strafuitsluitingsgronden spelen
minder de rol van exceptie, zoals in het klassieke strafrecht. In het ordeningsrecht kan zich
gemakkelijker dan in het klassieke strafrecht een situatie voordoen waarin een gedraging,
hoewel strafbaar gesteld, toch het achterliggende rechtsgoed dient. Een beroep op het
ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid dan goed van pas komen. Al slaagt een
beroep hierop niet snel.

Strafbepaling beperking dus in uitzonderlijke gevallen de werking van strafbepalingen. Als
het voor de wetgever beschermde belang voldoende duidelijk is omschreven dan functioneren
strafuitsluitingsgronden als echte excepties. Waar de delictsinhoud onvoldoende is
omschreen, gaan strafuitsluitingsgronden dienst doen als verfijning van de delictsinhoud.


Groepscriminaliteit

Openlijke geweldpleging: commentaar op art. 141, aant. 1 t/m 4 en 6
Er moet openlijk en met verenigde krachten geweld zijn gepleegd tegen personen of
goederen. Enig resultaat is vereist. Het is niet vereist dat de dader zelf geweld heeft gepleegd.
Het bestanddeel ‘in vereniging’ geeft aan dat voldoende is dat wordt bewezen dat de
betrokkene opzet op het in vereniging plegen van openlijk geweld heeft gehad en daaraan een
voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
Het enkel getalsmatig versterken van een groep is niet voldoende, anderzijds is het plegen van
een gewelddadige handeling niet nodig. Een significanet bijdrage kan ook bestaan uit
aanmoedigen.
In de tenlastelegging mag niet worden volstaan met de enkele mededeling dat sprake is
geweest van openlijke geweldpleging. Er dient te worden vermeld waaruit het geweld heeft
bestaan. ‘In vereniging’ mag ook ten laste worden gelegd als ‘met een ander of anderen’.
In lid 2 wordt een drietal straf verhogende omstandigheden genoemd, deze worden beperkt tot
hen die persoonlijk enig goed hebben vernield of wier daden lichamelijk leed, zwaar
lichamelijk letsel of de dood van iemand ten gevolge heeft gehad.
De openbare orde is het beschermd belang van deze bepaling. Maar omdat het geweld is
gericht tegen personen of goederen, heeft de bepaling ook een gemeengevaarlijk karakter en
zijn individuele rechtsgoederen als het recht op eigendom en het recht op lichamelijke
integriteit in het geding.

Deelneming aan aanval of vechterij: Art. 306, aant. 1t/m 4, 6, 9 en 10


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liesxx2020. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  3x  sold
  • (0)
  Add to cart